5 Wapen van Sint-Annaland. wordt de naam Sint-Anna-ter Muiden. Een Brugse kroniek vermeldt dat op 14 maart 1496 een pelgrimstocht naar Sint-Anna- ter Muiden een menigte bedevaartsgan- gers uit de omgeving trok. De hertog gaf een vrij-geleide gedurende 15 dagen voor en 15 dagen na het feest van de geboorte (van Maria?)7). Ook in de zes tiende eeuw blijkt de bedevaart naar Sluis en Sint-Anna-ter Muiden nog populair. Een Geuzenlied waarin de heiligenvere ring in Vlaanderen aan de kaak gesteld wordt, maakt ook melding van de bede vaart naar Sluis, Ter Muiden en Sint- Anna: "dat was om kint te draghen" 8). Het lied bevat kritiek op het lichtzinnige gedrag tijdens deze bedevaarten: meis jes maakten afspraakjes met de jongens en zochten erotisch vertier in het koren. Misschien wel een teken van vruchtbaar heid, maar niet van devotie. Er zijn meer tekenen van de Annaverering in Zeeland, zoals een in 1977 gehouden inventarisatie van de verspreiding van de verering van Sint-Anna in Nederland laat zien. Deze gegevens kunnen gemakkelijk worden aangevuld met de resultaten van gedetailleerder onderzoek per regio, zoals voor Schouwen-Duiveland al is aan getoond 9). In Zierikzee hadden de schip pers van de binnenvaart Sint-Anna als patrones verkozen. Zij beschikten al in 1437 over een altaar in de Sint Lievensmonsterkerk. Aan de buitenzijde van de kerk bevond zich ook een zgn. Annawel. Het is niet bekend of deze, zoals in andere plaatsen, geneeskrachtig water bevatte. In Brouwershaven waren er aan het einde van de vijftiende eeuw tenminste twee altaren gewijd aan Sint- Anna en bestond er ook een Annakapel. In Goes was er een Anna-altaar in de Maria Magdalenakerk (1507), in Biggekerke was een Maria- en Annavicarie (1419), in Middelburg kregen klokken de naam van Sint-Anna en in Axel en Sint-Annaland bestonden er Annakapellen. We mogen er vanuit gaan dat de meeste altaren en kapellen waren opgesierd met een afbeelding van Sint- Anna en haar familieleden om de devotie te stimuleren, maar daarover ontbreekt elk spoor. Wel werd er in de buurt van het vrouwenklooster Leliëndael te Burgh een pijpaarden beeldje van een Anna-te- Drieën gevonden, wat op particuliere devotie van de nonnen wijst. Naast teke nen van verering in kerken en kapellen en incidentele vondsten, wijzen de rederij kerskamers die Sint-Anna als patrones hadden verkozen op een bloeiende devo tie, zoals hiervoor al werd vastgesteld. Het zou te ver voeren om deze kamers uitvoeriger te bespreken. Er is bovendien weinig materiaal bewaard gebleven. We weten dat de rederijkers te Veere zich omstreeks 1500 nog met de naam "Sint- Anna's kinderen" tooiden 10). Van Job Gommersz., factor van de rederijkerska mer van Nieuwerkerk op Duiveland, zijn twee refereinen ter ere van de patrones Sint-Anna bewaard gebleven. Een ervan schreef hij "in 't scipsrouf" toen hij de overtocht van Antwerpen naar Duiveland maakte 11Van de rederijkerskamer te Sint-Annaland is nog een blazoen uit 1591 bewaard gebleven met de afbeel ding van een Anna-te -Drieën in een duin landschap. Interessant is dat de Middelburgse kamer Het bloemken Jesse eveneens Sint-Anna als patrones had ver kozen. De naam en het blazoen van de Anna-te-Drieèn: Noordnederlands eikehouten beeld, h 41 cm en br 25 cm, daterend uit het eerste kwart van de zestiende eeuw Rijksmuseum Hel Catharijne con vent te Utrecht, (foto Ruben de Heer) kamer verwijzen naar Jesse, de vader van David, het geslacht waaruit Christus geboren zou worden. Door Sint-Anna als patroonheilige te kiezen worden twee stambomen gecombineerd: Jesse is de stamvader van het geslacht van Christus via de mannelijke lijn, terwijl Sint-Anna de afkomst via vrouwelijke lijn (Anna- Maria) weergeeft. Ook in adellijke kringen bestond grote belangstelling voor Sint-Anna. Van ouds- Fragment kaart Zierikzeese Sint Lievensmonsterkerk met daarop aangegeven de Annakapel (44) en de Annawel (42)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1992 | | pagina 5