Over oude Adel
en een vernieuwde
kerk
1980 vermeldt. De beenderen werden
hem één voor één aangereikt. "Zoals wij
zullen zien ontbrak er niet veel aan een
compleet skelet'. Onderzoek en meting
van de skeletresten leidde tot de conclu
sie: "Man. ongeveer 28 jaar, omstreeks
174 cm, waarschijnlijk brachycephaal.
rechtshandig, ruiter, mogelijk ziek
geweest op 6-7 jarige leeftijd, gebits
klachten op 25-27 jarige leeftijd, gewelda-
dige dood"
Wat de auteur over het onderzoek en de
dood van Willem II vermeldt kan volgens
hem tot geen andere constatering leiden
dan dat het onderzochte skelet van
Willem II afkomstig is, Ten slotte: uit alle
beschikbare bronnen blijkt hoe noncha
lant met graven en beenderen is omge
sprongen. Zou het toch niet mogelijk zijn
dat uiteindelijk de beenderen van
Willem II in het graf van Floris de Voogd
zijn terechtgekomen?
Literatuur:
E Dhanens. Het graf van rooms-konmg Willem II en de
rol van Jan Gossaert in dewederuilrusting van de
Koorkerk te Middelburg in Zeeland Meded Kon. Acad.
voor Wetensch Lett, en Schone K.v België. Klasse der
Schone K jg 45, nr 1,1985.
Dr B.K.S. Dijkstra. Een stamboom in been Vier q.
graven en gravinnen van het Hollandse Huis
Onderzoek van de stoffelijke reslen opgegraven op het
terrein van de voormalige Abdijkerken te Rijnsburg in
1949 en 1951 en te Egmond in 1979 en 1980 en aange
troffen in de tombe in de Abdijkerk te Middelburg in
1980 Amsterdam. 1991.
Besprekingen van Peter Sijnke en Huib J Zuidervaart in
de tijdschriften Nehalennia.afl, 90 (1992) en Zeeland
1/3(1992).
E. J. RIETVELD
Het opschrift lijkt wel de titel van een
mooie kroniek, lang geleden. Het betreft
evenwel een gebeurtenis van dit jaar
1992. In Heinkenszand onderging de her
vormde kerk-een typische Waterstaats
kerk uit 1844-een interne verbouwing. De
bestaande houten kerkvloer met boven
grondse verwarmingsbuizen werd ver
Hei leggen van de laatste vloertegel met wapen van de familie Hurgronje in de geheel gerenoveerde vloer van de her
vormde kerk te Heinkenszand.
vangen door een lichtgrijze leistenen
vloer (type "Jaddish"). Het karwei werd
geklaard in de weken tussen Pasen en
Pinksteren. Gelukkig vallen die twee nooit
op een dag, anders was het onbegonnen
werk geweest. Het grove werk, breken,
puinruimen en inrijden van plaatzand
werd verricht door een groep vrijwilligers
uit de gemeente. De installatie van de
vloerverwarming en het leggen van de
leistenen vloer was werk voor vaklui. In
overleg met Monumentenzorg werd geko
zen voor een grijze leistenen vloer (tegel
afmeting 40x40cm). Bij het wegbreken
van de houten vloer kwam een groot deel
van de authentieke vloer tevoorschijn. Bij
de "nieuwbouw" van midden vorige eeuw
was ook al gekozen voor een leistenen
vloer. Dat gaf nog meer de overtuiging
dat door deze verandering ook het interi
eur voor een deel zijn oorspronkelijke
karakter zou terugkrijgen.
Het resultaat mag er zijn. Door de nieuwe
vloer "oogt" de kerk met alleen anders,
de verbeterde akoestiek doet de kerk
ruimte ook anders klinken.
Het belangrijkste is dat andere vormge
vingen van liturgie mogelijk zijn gewor
den. Een wisselende opstelling van de
stoelen wordt nu benut voor bijzondere
diensten. Tijdens de vespers zit de
gemeente deels tegenover elkaar, zodat
men elkaar in het oog heeft tijdens het
zingen en de gezongen responsies.
Ruimte voor een middenpad is er voor
taan bij huwelijks- en begrafenisdiensten.
Bovendien kan het aantal stoelen worden
aangepast aan de behoefte tijdens een
bijzondere dienst. Op deze wijze kan, ook
voor de komende tijd, een wat statische
kerkruimte meer "dienstig" worden
gemaakt aan de wensen van een vieren
de gemeente. Liturgie in beweging
vraagt, als randvoorwaarde, om een
"beweeglijk" kerkinterieur. En dat niet
alleen. De vernieuwing vroeg ook om een
lenige beurs. Die had de hervormde
gemeente niet. Het plan werd pas moge
lijk toen nazaten van de adellijke familie
Hurgronje middels een royale gift de her
vormde gemeente een belangrijke impuls
in die richting wilde geven.
Hoe kon dat? Daar is een stukje oudere
kroniekschrijving -in het kort- voor nodig.
De verbondenheid van de familie
Hurgronje met de plaatselijke hervormde
gemeente dateert uit de 18de eeuw.
Een van de toenmalige ambachtsheren,
Mr. Isaac Hurgronje, bestemde een deel
van zijn vermogen voor de hervormde
gemeente.Uit dit zgn. Hurgronjefonds
konden dochters een beroep doen, die
bij hun huwelijk konden aantonen dat de
beide ouders voor twaalf aaneengesloten
jaren lidmaat waren geweest van de her
vormde kerk en bovendien woonachtig
waren binnen de grenzen van de
ambachtsheerlijkheid Heinkenszand. Tot
op de dag van vandaag kunnen vrouwen,
onder genoemde condities, aanspraak
maken bij hun huwelijk op een gift uit het
Hurgronjefonds De laatste decennia
gebeurt dit aanmerkelijk minder frequent
dan voorheen. Vandaar de mooie geste