4
Laat-middeleeuwse voorstelling van een Anna-te-
Dneèn (Anna Maria en Jezus) gevonden le Burgh. Het
pijpaarden beeldje -bestemd voor privédevolie-
behoorde waarschijnlijk toe aan een van de nonnen van
hel dommicanessenklooster Leliëndael.
(foto les Lamain. Middelburg).
der van Jezus, waren dat Maria Cleophas
en Maria Salomas die moeder werden
van belangrijke apostelen. Sint-Anna
krijgt in deze dynastieke constructie de
plaats van stammoeder. Talloze keren
wordt zij - naast de Anna-te-Drieën- in de
vijftiende en zestiende eeuw afgebeeld in
de zgn Heilige Maagschap, een familie
portret met Anna als duidelijk middelpunt.
Aan het eind van de vijftiende eeuw wordt
het verhaal over Sint-Anna nog verder uit
gebreid met gegevens over de ouders
van Sint-Anna, Emerentiana en Stollanus.
Wie vereerden Sint-Anna?
De verering van Sint-Anna kent aan het
einde van de vijftiende eeuw meer dan
dertig patronaten. De belangrijkste daar
van zijn verbonden met het beeld van
Anna als de beschermende moeder,
grootmoeder en stammoeder die vrucht
baarheid en groei kon bevorderen. In dat
verband is het begrijpelijk dat de feest
dag van Sint-Anna op 26 juli valt, dus in
de hooimaand en in de oogsttijd wanneer
de aarde haar vruchten opbrengt en dat
zij patrones is van huwelijk en huishou
den en vrouwen bijstaat tijdens de zwan
gerschap en in de moeilijke uren van de
bevalling.
Maar ook mannen begeren haar bescher
ming. Schippers, kooplui en zeevarenden
roepen haar bescherming in op hun
gevaarlijke tochten. Mijnwerkers zoeken
haar hulp in het binnenste der aarde. En
tot slot: Anna heeft niet alleen macht over
het leven, maar heerst ook over de dood.
Deze belangrijke domeinen van Sint-
Anna herinneren aan de moedergodinnen
uit voor-christelijke tijden, zoals
Nehalennia, die ook de functie vervulde
van reisbegeleidster en beschermster
van de vruchtbaarheid 3).
Sporen van verering
De vroegste verering van Sint-Anna in
Zeeland hangt waarschijnlijk nauw samen
met de scheepvaart. In Sint-Anna-ter
Muiden, toen nog gelegen aan het Zwin,
is al sprake van een Annacultus in de
dertiende eeuw en in Domburg zou in
1325 een Annakapel gestaan hebben4).
De relatie tussen Annaverering en
scheepvaart wordt nog eens extra onder
streept door mirakelverhalen in de
Annahistories die aan het eind van de vijf
tiende eeuw in druk verschijnen.
Een van die verhalen gaat over "een man
in Zeeland die Baert hiet" 5). Aan boord
van een handelsschip bevinden zich
behalve schipper Baert ook zijn hoog
zwangere vrouw Agnes en een aantal
kooplieden. De schipper en zijn vrouw
zijn toegewijde Annavereerders. Op volle
zee wordt het schip overmeesterd door
zeerovers die alle opvarenden behalve
Agnes doden. Zij wordt samen met het lijk
van haar echtgenoot op een onbewoond
eiland afgezet. Als gevolg van de emoties
baart zij een dode vrucht. In de diepste
ellende verschijnt plotseling een "seer
schoone vrouwe" die vraagt waarom
Agnes haar niet heeft aangeroepen in de
nood. Als Agnes vraagt wie zij is, ant
woordt de vrouw dat zij Anna, haar
"matrone" is en dat zij haar graag gehol
pen had als zij haar maar had aangeroe
pen.
Als Agnes alsnog haar hulp inroept vol
trekt zich een serie wonderen, waaruit de
macht van Sint-Anna blijkt. Eerst brengt
Anna de echtgenoot tot leven in de naam
van Jezus, Maria en Anna (dus de Anna-
te-Drieën), vervolgens wordt het doodge
boren kind toch nog levend en tenslotte
wordt Agnes weer gezond van lijf en
leden. De wonderen zijn nog niet ten
einde. Vader, moeder en kind lopen nu
met Anna over het water "of si over die
eerde ghegaen hadde" tot zij bij het eer
der geroofde schip aankomen. Bij de
aanblik van deze verschijning springen
de rovers uit angst over boord en verdrin
ken. Veilig thuis gekomen wordt de roem
van Sint-Anna aan een ieder verkondigd
die het maar wil horen.
Dit mirakel brengt niet alleen haar functie
als beschermster van zeevarenden in
gevaarlijke situaties in beeld, maar laat
ook zien dat Anna macht heeft over leven
en dood en dat zij bijzondere zorg
besteedt aan zwangere vrouwen en hun
nakroost.
Een tweede mirakel waarin Zeeland voor
komt is nog wijder verspreid 6). Het mira
kel draagt de titel: "Hoe dat een schip
van der Sluys in engelant voer met vele
voles die welcke dat bi na verdroncken
hadden". Het vertelt over een schip dat
op weg naar de thuishaven Sluis in grote
moeilijkheden raakt. Door plotselinge mist
en hevig noodweer raakt het schip de
koers kwijt. Nood leert bidden en op voor
stel van een devote priester wordt Sint-
Anna, de moeder van Maria en grootmoe
der van Christus, aangeroepen. Zij kan
de weersomstandigheden gunstig beïn
vloeden. Alle opvarenden beloven dat zij
Anna voor altijd zullen vereren als ze
behouden mogen terugkeren in Sluis.
Het gebed heeft spoedig het gewenste
effect: de hemel gaat open en de zon
breekt door. "Ende doe sy wederom ter
sluys quamen so deden si haer offerande
voer sint annen outaer met groter devo-
cien." De verteller eindigt met te vermel
den, dat het wonder op schrift werd
gesteld en voor het altaar werd gehangen
zodat veel mensen daarvan kennis kon
den nemen en gingen vereren.
Dit laatste mirakel sluit goed aan bij meer
historische bronnen die melding maken
van een bloeiende Annaverering in de
plaatsen Sluis, het daarbij gelegen
plaatsje Mude en de kapel in het toen
zelfstandige Sint-Anna. Vooral Mude
kreeg aan het einde van de vijftiende
eeuw bekendheid als bedevaartsoord en