Ten derden male rooms-koning Willem II Heilige Maagschap Meester van Liesveldt Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht her had bijvoorbeeld het Bourgondische Huis Sint-Anna vereerd. In 1501 droeg Erasmus een Annagedicht op aan zijn beschermvrouwe Anna van Borssele, Vrouwe van Veere, waarin hij de lands vrouwe vergelijkt met (H)anna, de moeder van Samuel, Anna, de zuster van Dido en met Anna, de moeder van Maria. Erasmus wilde Anna van Borssele met dit gedicht gunstig stemmen om zo zijn stu die en reizen betaald te krijgen, wat overi gens geen succes had 12). Tot slot is Sint-Annaland nauw verbonden met het Bourgondische Huis. Toen Anna van Bourgondië. Vrouwe van Ravenstein, octrooi kreeg op de bedijking van Sint- Annaland, werd aan het einde van de vijf tiende eeuw een kerk gebouwd die gewijd was aan haar schutspatrones Sint- Anna. Verrassend is dat het huidige wapen van Sint-Annaland met de afbeel ding van de Anna-te-Drieën pas in de achttiende eeuw, dus ver na de Reformatie, werd ingevoerd. Noten: 1). Ton Brandenbarg, Heilig Familieleven, Nijmegen 1990; Tentoonstellingscatalogus Heilige Anna, Grote Moeder De cultus van de Heilige Moeder Anna en haar familie, Museum voor Religieuze Kunst te Uden, september 1992 2). Encyclopedie van Zeeland. Ill, Middelburg 1982 3) Beda Kleinschmidt noemt in zijn standaardwerk Die Heilige Anna, Ihre Verehrung in Geschichte. Kunst und Volkslum, Düsseldorf 1930, haar beschermen de macht in gevaarlijke situaties, haar invloed op vruchtbaarheid, groei en voorspoed. Verder zijn er patronaten in verband met huwelijk, gezin en de positie van de vrouw als maagd, gehuwde vrouw, moeder en weduwe en de beroepscategorieën die met het huishouden samenhangen zoals bezembin ders. marskramers, e d -'). Zie drs. E. Muller en drs. W. Deeleman-van Tyen, Handleiding bij de kaarten over de verspreiding van de Annadevotie in Nederland tot 1800, waarin ook aandacht wordt besteed aan Zeeland De handlei ding is te verkrijgen in het Museum voor Religieuze Kunst te Uden s). Het mirakel is geparafraseerd naar een handschrift uit het midden van de zestiende eeuw (Historie van Sint-Anna, Bonnefantenmuseum te Maastricht, zie Brandenbarg 1990, pp. 293-295, bijlage 11). 6). Dit mirakel is te vinden in o.a Die historie, die gheti- den ende die exempelen vander heyligher vrouwen sint Annen Het werk werd vanaf ca. 1490 in Antwerpen gedrukt, maar al in 1486 genoteerd Het mirakelverhaal werd opgetekend uit de mond van een ooggetuige. M P. DE BRUIN Dit wordt een stuk(je) in drie bedrijven. In 1980 kwam nr. 5 van ons Bulletin uit. een dubbelnummer naar aanleiding van het Kerkepad van de NCRV dat op Walcheren plaats vond. Drs. Peter Don beschreef hierin de Oostkerk te Milddelburg, de Grote kerk te Veere en drie kleinere kerken, terwijl mij de Abdij en Abdijkerken waren toebedeeld. In onze bijdrage hebben wij uitvoerig aandacht besteed aan rooms-koning Willem II, bekend als weldoener van de Middelburgse Abdij. Daarin is ruim schoots dr. W. S. Unger aan het woord gelaten die in het tijdschrift Ons Zeeland (december 1928) onder de titel "De geschiedenis van een Vorstenlijk" het gesol met de stoffelijke resten van de rooms-koning heeft beschreven. Het arti kel van Unger steunde weer gedeeltelijk op gegevens van de restaurator van de Abdij en Abdijkerken J.A.Frederiks die in 1909 over hetzelfde onderwerp had geschreven (N.R.C. 19 januari 1909). Bij de in 1904 begonnen restauratie van de Koorkerk kwam de grafnis aan het licht waaruit in 1817 "gebeente en zerk te voorschijn waren gebracht". Frederiks: "Het geopend graf ligt gereed om 's gra 7). Vriendelijke mededeling van de heer De Bonl. 8). J.J. Mak, "Vlaamse volksdevoties in een Geuzenlied uit de 16e eeuw", in: Volkskunde. 47 (1946), pp. 158-186 9). Zie J.A Brandenbarg. "Job Gommersz. als vereer der van de Heilige Moeder Anna. Uitingen van de Annadevotie op Schouwen-Duiveland in de late mid deleeuwen". in: Kroniek van het land van de zee meermin, 5 (1980), pp 45-71. 'o). Over de rederijkers te Veere zie Ton Brandenbarg et all.. Heilige Anna. Grote Moeder. Uden/Nijmegen 1992, pp. 35-36 1').zie noot 9. '2). zie voor de relatie van Erasmus met Anna van Borssele J. Huizinga, Erasmus, Rotterdam 1978; de tekst van het gedicht is opgenomen in C. Reedijk. The poems of Desiderius Erasmus, Leiden 1956 ven overschot te ontvangen. Zal het nu, na al die omzwervingen, eindelijk de eeu wige rust tegemoet gaan?". In 1928, ein delijk, werd in de Koorkerk het stoffelijk overschot van Willem II geborgen in de daartoe gereed gemaakte grafnis. De studie van Mevrouw Dhanens Het tweede bedrijf. Zowel in het Zeeuws Tijdschrift (1986, nr. 2) als in ons Bulletin (1986, nr. 16) hebben wij uitvoerig kond gedaan van de opmerkelijke studie van mevrouw E. Dhanens. Tot mijn verwonde ring heeft deze studie toen niet die aan dacht gekregen die zij zo ruimschoots verdiende. Nu wel, zie de bijdrage van Zuidervaart in het tijdschrift Zeeland en Sijnke in het tijdschrift Nehalennia. Mevrouw Dhanens heeft duidelijk laten zien hoe belangrijk de rol van Jan Gossaert van Mabuse was in de weder- uitrusting van de Koorkerk, die in 1492 door brand deerlijk werd verwoest. Peter Don heeft bij de samenstelling van het vernieuwde Kunstreisboek (1985) jammer genoeg geen gebruik meer kunnen maken van haar studie. Don schrijft over de Koorkerk "Tegen de zuidwand resten van de misschien 14de eeuwse tombe

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1992 | | pagina 6