19 de kerkmuren 14). Dit ter ere van de twaalf apostelen, die aangeduid worden als het fundament van de kerk. Hierna kan de kerkwijdingsmis beginnen. Verleden tijd In dit artikel hebben wij getracht de aan dacht van de lezer te bepalen bij enkele belangrijke aspecten van de symboliek als uitermate wezenlijke elementen van de christelijke kerken, of ruimer gesteld van het christendom. Het moge duidelijk geworden zijn dat niet de symbolische betekenis en het gebruik zijn bepaald door de bouwwerken, maar dat de bouw werken zijn opgericht en ingericht naar de richtlijnen van de op de symboliek gebaseerde gebruiken en rituelen. Het feit dat wij dit artikel in de verleden tijd hebben moeten schrijven wijst er op dat de moderne Westerse mens, voorzien van alle comfort en technische gemak ken, hier geen weet meer van heeft. Het protestantisme heeft van meet af aan - te rigoureus - gebroken met alle symboliek. Maar ook de roomskatholieke kerk is - al is dit proces geleidelijker verlopen - ver vreemd van veel van de oude waarden. We citeren in dit verband J. A. Alberdingk Thijm, de bekende en gezaghebbende 19de eeuwse katholieke schrijver en hoogleraar in de kunstgeschiedenis: "De Heilige Linie is de spina dorsalis (rugge- graat) van de kerkelijke bouwkunst; en de kerkbouw is het middenpunt en de vol- tooying aller kunstbeoefening. Als de Heilige Linie valt - zal men zich hierin troosten, dat de geheele kunst valt, en dat men aan het begin van het Einde staat, waar althands onze georiënteerde kerkassen nooit hebben nagelaten heen te wijzen, en dat zij dus niet behoeven te duchten"15). Aan het eind van zijn boek schrijft hij "Het hoofd onzer kerken al of niet naar het Oosten te kunnen richten, is door gaands een vraagpunt, dat meer dan eene beantwoording toelaat: maar zeker is het, dat zoo de zucht naar het Land, waar de bakermat van ons voorgeslacht gestaan en onze godlijke Meester geleefd, geleden en gezegevierd heeft, maar half zoo vurig was als hét heimwee der meeste Christenen naar de lusthoven en goudfonteinen van den Mammon, de mogelijkheid zich sterk zou vermenigvul digd zien, om de kerken te richten over eenkomstig de bouwleer der vaderen" 16). Dat was in 1858. Tenslotte: de moslims die de laatste decennia in vrij grote getale in ons mid den zijn, worden door velen van ons, vaak onbewust nog wat meewarig beke De kerkwijding. De bisschop beschrijf! met de punt van zijn staf op de kerkvloer getrokken diagonalen, (tekening H B. J. Arendsen). ken. Wij zijn evenwel van mening dat, ondanks onderlinge verschillen, hun con sequente houding in het handhaven van hun geloofssymboliek - als bijvoorbeeld het oriënteren van hun moskeeën en het bidden in de richting van Mekka - een grote mate van saamhorigheid en innerlij ke kracht uitstraalt. Zodanig dat het ons ook wat jaloers zou moeten maken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1993 | | pagina 19