&M
w<
rlLW
i 'SM®** ipéj
x i 5'r*4|
m'H •*- i v -if a
I
fi iJte-j;. I f.';'
X HP i!i
9ê&Z-i:"y
Albeelding van de kerk. van West-Souburg op het eind van de 18de eeuw, opgesierd mei liggende llguren en passeren
de koels. Tekening door J. Bulthuis, 1792 (RA2, Zelandia llluslrala, II 875)
Gecommitteerde Raden, maar voor de
vergoeding van de inspectie (£1:-:- per
dag) moest hij niet bij hen zijn. Dat moes
ten de inwoners van West-Souburg maar
betalen 16).
De eerste gereformeerde dienaren
De eerste gereformeerde predikant.
Lodewijk de Herde. was geen onbekende
van Marnix 17). Op 1 november 1589
werd hij, op voorspraak van de classis
Walcheren, voor de tijd van één jaar aan
gesteld om Sint Aldegonde te "assisteren
als amanuensis". De Herde was juist
teruggekeerd uit Antwerpen, waar hij
"...onder 't cruyce geëxerceert heeft 't
ministerium"18). In 1587 was hij nog op
Walcheren. Toen had hij enige tijd de
afwezige predikant van Meliskerke ver
vangen l9).
Tot zijn werkzaamheden bij Sint
Aldegonde behoorde onder andere "het
copiëren van sekere stucken. die hij tot
nutte van de kerck eertijts gemaeckt heeft
[om] 't sijner tijt in drucke te laeten uijt-
gaen". Het ligt voor de hand dat hiermee
Marnix' psalmberijming uit het Hebreeuws
wordt bedoeld. Marnix woonde toen op
het slot in West-Souburg. Daarnaast hielp
De Herde de predikanten op Walcheren
en verving hen in geval van ziekte.
Toen het jaar bijna was verstreken ver
zocht hij Gecommitteerde Raden niet
alleen om verlenging van zijn contract.
tevens vroeg hij verhoging van zijn sala
ris. Verdiende hij er het afgelopen jaar
£40:-:- mee, nu wilde hij er wel £50:-:-
voor hebben. Op 20 november 1590 gin
gen zij accoord met de verlenging en
stelden hem opnieuw voor een jaar aan.
De door De Herde voorgestelde verho
ging van £10:-:- vonden zij echter niet
nodig 20).
Nog geen maand na ingang van zijn
tweede termijn kreeg hij de mogelijkheid
van baan te veranderen. Gecommitteerde
Raden keurden een rekest van de geza
menlijke predikanten van Walcheren
goed om De Herde per 1 december 1590
als predikant van Grijpskerke, in de
plaats van verzwakte Bernard Pietersz, te
benoemen. In salaris ging hij er goed op
vooruit, nu verdiende hij £66:13:4 per
jaar. Hij was, zo schreven de predikanten,
van "goede getuijgenisse van leere ende
van leven". Meegespeeld had ook dat hij
eerder de bediening van de kruisge
meente in Antwerpen naar behoren had
gedaan 21In deze tijd verliet ook Marnix
West-Souburg. I-lij was afgezant van de
Staten-Generaal aan het Franse hof
geworden. Welke rol Marnix heeft
gespeeld bij zijn beroeping naar
Grijpskerke is met duidelijk. Onduidelijk is
ook of hun vriendschap teruggaat tot de
tijd dat Marnix burgemeester in
Antwerpen was (1583-1585). l-let is even
eens de vraag of het toeval is dat zowel
Sint Aldegonde als De Herde West-
Souburg in 1590 verlieten.
Op 1 mei 1595 keerde De Herde terug en
verruilde Grijpskerke voor West-Souburg
22). De predikant was niet voortdurend in
West-Souburg aanwezig. In 1598 vertrok
hij met speciale opdracht nog wel voor
een meer dan een jaar durende reis naar
Frankrijk "...op hope van de voortplantin-
ge des Evangeliys..." Ook daarna was hij
regelmatig korte of langere tijd afwezig en
maakte diverse reizen, vooral in opdracht
van de classis Walcheren 23). De Herde
maakte ook deel uit van het bestuur van
de classis Walcheren, zowel als scriba,
assessor en als praeses. Tot aan zijn
dood in 1611 bleef hij predikant in West-
Souburg. In zijn plaats werd Gideon van
Deinzen beroepen.
Marnix van Sint Aldegonde had ook
gepleit voor de komst van een school
meester in West-Souburg. Naast de pre
dikant zorgde ook de schoolmeester voor
het geestelijk welzijn van de gemeente.
Hij onderwees de beginselen van de
"goede religie" en bracht kennis van de
Bijbel bij. Vaak trad de schoolmeester
eveneens op als voorzanger of voorlezer
in de kerk en verrichtte hij kosterswerk
zaamheden.
In tegenstelling tot Oost-Souburg kreeg
West-Souburg wel direct een school
meester. De eerste was Remeeuws
Michielsz Bauw. Op 1 mei 1595, net als
Lodewijk de Herde. was hij naar West-
Souburg beroepen "omme aldaer de
scholasterije te bedienen". Ruim een
maand later, op 9 juni, werd zijn aanstel
ling bevestigd door de classis Walcheren
24). Maar Bauw verliet West-Souburg
weer spoedig. Al op 11 juli 1598 verhuis
de hij naar Kloetinge, waar hij de reeds
enige tijd vacante schoolmeestersplaats
aannam. In West-Souburg werd hij opge
volgd door Pieter de Meijer. Begin 1602
overleed Remeeuws Bauw in Kloetinge 2S).
Verbouwingen in de 17de en 18de
eeuw
De verbouwing was er géén voor eeu
wen. Binnen een decennium waren er al
verbeteringen nodig. In 1604 werd het
kerkgebouw wederom onder handen
genomen 26). De oude vierkante toren
stond op instorten. Zelfs de kerkgangers
liepen toen gevaar. In de loop van de
maand juli werd bezien of deze afgebro
ken moest worden of toch nog kon wor
den gerepareerd. Besloten werd tot
afbraak. Op 4 augustus 1604 werd een
bestek voor het afbreken van de toren
opgesteld. Tot op de hoogte van de nok