9 roetaanslag, en veel details waren verlo ren gegaan. Verder kan men op foto's van voor de brand zien, dat de medail lons die de epitafen omlijsten, oorspron kelijk zwart geverfd waren, zodat het toen nog blanke marmer scherp contrasteerde met de achtergrond. Maar de epitafen, zowel uit historisch als kunsthistorisch oogpunt zeer belangrijk, waren behouden gebleven. Hierna gebeurde er lange tijd niets met de epitafen; wel van belang is het feit dat in 1944 de toren van de kerk gebombar deerd werd. Hierbij bleef de kerk zelf wel iswaar gespaard, maar de schok zal de conditie van de epitafen waarschijnlijk geen goed hebben gedaan. De laatste restauratie In de loop der jaren begon men echter te beseffen dat de conditie van de epitafen niet stabiel was. Regelmatig lieten er stukken marmer en gips los Dit leverde natuurlijk de nodige risico's op voor de kerkgangers Bovendien begonnen de epitafen steeds verder af te takelen. In 1987 nam de kerkvoogdij van Burgh contact op met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg voor advies in deze zaak. Enig onderzoek leerde dat de con ditie van de epitafen zeer slecht was. en dat het niet zou blijven bij de stukken die tot dan toe naar beneden waren geko men. De waarschijnlijke oorzaken van de schade werd gezocht in vocht en zouten, alsmede roestend ijzer van de veranke ring. Zouten in natuursteen kunnen grote scha de aanrichten. Wanneer zij in het in de steen aanwezige vocht opgelost blijven, gebeurt er niets. Bij verdamping van het water (onder invloed van temperatuur schommelingen) gaan de zouten kristalli seren, zetten daarbij uit en drukken zo langzaam de steen kapot. De aanwezig heid van zouten in Burgh hoeft geen ver wondering te wekken, gezien de nabij heid van Noordzee en Oosterschelde. Roestend ijzer was het tweede probleem. De epitafen zijn met uit een stuk gehakt, maar opgebouwd uit verschillende, losse onderdelen. Deze onderdelen zijn aan elkaar verankerd en aan de muur gehan gen met ijzeren doken en ankers (soms koper). Soms waren deze ankers in lood gevat, om het roesten tegen te gaan. Dit heeft op de lange duur niet kunnen voor komen dat de ankers toch zijn gaan roes ten. Roest (ijzeroxide) heeft een groter volume dan ijzer; ook in dit geval wordt de steen dus langzaam kapot gedrukt door volumevermeerdering Nader onderzoek wees er inderdaad op dat het zoutgehalte zeer hoog was. Als er niets gedaan zou worden, zou de con ditie van de epitafen die bij de brand in '24 toch al een flinke dreun hadden gekregen, steeds verder achteruit gaan en zou de toestand op de lange duur onherstelbaar worden. Vervolgens kwam men tot de volgende werkwijze: de beide epitafen zouden wor den gedemonteerd, waarna de verschil lende onderdelen eerst zouden worden gerepareerd en verstevigd. Vervolgens zouden de gedemonteerde epitafen naar Duitsland vervoerd worden, alwaar zij vol gens een speciaal procédé geïmpreg neerd zouden worden met acrylhars, waarna zij weer teruggeplaatst konden worden. De zouten in de epitafen, de voornaamste schadeoorzaak, konden er niet zonder meer uitgehaald worden, gezien de broze conditie van het marmer en gips. Ontzou- ten gebeurt namelijk door de steen gedu rende lange tijd te spoelen; in dit geval zou de kans groot zijn dat hele onderde len van de epitafen uit elkaar zouden val len. Door impregnatie zou de schadelijke wer king van de zouten tot stilstand gebracht worden. Bovendien ontstaat er zo weer een homogeen materiaal met een grote hardheid. Dit was-met name van belang voor de sterk aangetaste (versuikerde) marmeren en gipsen onderdelen. De opzet om ook de gipsen onderdelen te behouden was tamelijk uniek, het procédé om natuursteen volledig te impregneren was al vaker toegepast (o.a. aan de kloostergang van de Dom te Utrecht), maar om deze combinatie van marmer en gips, oud en (betrekkelijk) recent als geheel te impregneren was een experiment Men heeft dan ook eerst een proefstuk gedemonteerd en laten impregneren, om te kijken wat het resul taat zou zijn. Het was natuurlijk ook mogelijk geweest om de gipsen aanvullingen te vervangen door marmer of ander materiaal, maar Hel gedemonteerde „portret" van Johannes de Huybert verpakt In een kist voor verzending naar Duitsland

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1993 | | pagina 9