14
Oudenaarde, W. van Putte, opgesteld,
slechts ƒ32.000,-1S). Exact evenveel als
indertijd voor wederopbouw van de oude
St. Jan. Per KB van 21-12-1822 no.111
komt daarvoor dan ook de toestemming
los. De ruïne werd in 1823 afgebroken,
de nieuwe kerk op 4 februari 1823 voor
ƒ28.000,- aanbesteed en de eerste steen
14 april 1823 gelegd. Het gebouw was in
1824 gereed, en op 21 augustus 1825
werd er de eerste dienst gehouden 19). In
1944 werd de kerk tenslotte verwoest.
Daarmee is men, om zich een beeld van
het hervormde kerkgebouw te vormen, op
oude foto's, en het bestek aangewezen 2°).
Het blijkt dan te gaan om een eenvoudig
bakstenen gebouw met een grondplan in
de vorm van een Grieks kruis, met een
totale lengte van 25,2 meter en een
oppervlakte van 433 m2. Het is een ver
trouwde protestantse opzet, waarvan de
eerste voorbeelden uit de vroege zeven
tiende eeuw dateren, maar die tot in de
vroege negentiende eeuw nog navolging
vond 21).
Het bekendste voorbeeld is de Grote
Kerk van 's-Hertogenbosch van de
Amsterdamse stadsbouwmeester Jan de
Greef uit 1820-'21 22).
De kerk van Sluis was met name verwant
aan de in 1750-'52 door David van Stolk
in de naburige grensplaats Sas van Gent
opgetrokken Nederlands-Hervormde
Kerk, die in 1896 afgebrand is 23). De vier
identieke ondiepe kruisarmen werden ook
hier door hoge dakschilden afgesloten,
een houten achtkant koepeltorentje ver
rees ook hiér op hun snijpunt. Alleen
werd dit in Sluis aanmerkelijk slanker. In
de fronten van de vier armen waren ook
hier boven de eenvoudige pilasterporta
len elk drie grote rondboogvensters of -
nissen aangebracht, in de zijwanden van
de kruisarmen elk één.
De bouw van de katholieke kerk
De katholieke bouwwerkzaamheden heb
ben aanmerkelijk meer tijd nodig dan de
hervormde. Men verandert namelijk van
gedachte, of liever, men keert tot een eer
dere gedachte terug; men wil geen ver
groting, maar een nieuwe kerk en hoopt
daarbij op een renteloos voorschot voor
de extra kosten die dat met zich mee
brengt. Of men daarbij gewoon weer het
plan, waarvan in 1819 al sprake was, uit
de kast heeft gehaald, verhaalt de histo
rie niet.
In Den Haag is men van deze plotselinge
wending op zich weinig gecharmeerd. De
gouverneur, die zich 19 september 1821
verplicht acht het departement van dit
voornemen op de hoogte te stellen, ver
zekert de directeur-generaal dat hij alle
denkbare bedenkingen ook zelf al had
bedacht, en de belanghebbenden al had
voorgehouden: "Ik heb daarop aange
merkt dat. indien men daartoe de moge
lijkheid had gezien, men dit bij de opne
ming der behoefte niet had moeten ver
zwijgen, en dat deze eigene ressource
strikt genomen termen zoude kunnen
opleveren, om het subsidie van het Gou
vernement, het welk slechts in het vols
trekt benoodigde heeft willen voorzien, te
verminderen" 2A). Desondanks staat Van
Doorn er niet onwelwillend tegenover.
En als de bouwcommissie zich dan drie
maanden later garant stelt voor het tekort
boven de subsidie indien men toestem
ming krijgt de verleende ƒ8300,- voor de
bouw van een nieuwe kerk, die op
ƒ15.494,75 begroot wordt te besteden,
neemt zijn steun zelfs toe. Er is nu immers
een financieringsplan, waarbij verkoop
van de oude kerk ƒ1500,- van de voor de
gemeente resterende ƒ7194,75 moet
opbrengen. De zaak is z.i. uitvoerbaar, en
daarmee meteen ook wenselijk omdat zo
"de R.C. gemeente nog meer geheel gelij
ker zal staan met de Hervormde Gemeen
te aldaar, die van Z.M. tot opbouw harer
afgebrande kerk eene subsidie van
ƒ8000,- verkregen hebbende, van dezen
opbouw is afgezien en liever verlangt te
bezigen tot de stichting eener nieuwe
kerk, waarin zij vermoedelijk door den bij
val en de ondersteuning welke dit verlan
gen ontmoet, zal slagen" 25). De direc
teur-generaal heeft dan ook geen
bezwaar, en per KB van 20-7-1822 no.75
komt ook de koninklijke goedkeuring af.
Het katholieke project kost overigens ook
nu nog altijd maar half zoveel als de her
vormde.
Toch ontstaan er problemen. Als het kerk
bestuur de eerste bestekken voor de kerk
opzendt, blijkt daarin het binnenwerk niet
opgenomen te zijn. Als Van Doorn na een
aanmerking inderdaad uit Sluis een ver
beterde versie ontvangt, blijkt dat men
daarvoor nog ƒ4755,58 tekort komt en
men gezien het onvermogen van de
gemeente voornemens is om daarvoor
het rijk te benaderen. Ofschoon de gou
verneur op grond van hun eerdere belof
ten bezwaar aantekent, wenden de
katholieken zich tot de koning.
Alleen komt hun request dan alsnog bij
Van Doorn terecht, en deze houdt voet bij
stuk: Sluis heeft van heel Zeeland het
meest gekregen; aan Sluis was in eerste
instantie geen eigen bijdrage opgelegd,
zoals wel aan Aardenburg en IJzendijke;
en toen men hier plotseling over veel
meer geld bleek te beschikken, had de
koning zich zo genadig betoond dit niet
van de toegekende subsidie af te trek
ken, zoals op zich billijk zou zijn geweest,
maar integendeel hen toe te staan het
voor nieuwbouw te gebruiken. Men kan
zodoende niet alsnog in de nood bijsprin
gen. Vooral, om niet "veele andere
gemeenten, dezelfde, zoo niet meerdere
aanspraak op vermeerdering der toege
stane subsidien te geven". Als men de
ontbrekende som niet zelf kan opbren
gen, moet men maar van nieuwbouw
afzien 26).
Ofschoon de bouwcommissie het op het
eind van het jaar nog eens bij Goubau
persoonlijk probeert, geeft de overheid
ditmaal geen krimp. Ten eerste, zo laat
de directeur-generaal 22 december 1822
weten, schijnt de bouwcommissie een
veel te prijzige binnenhuisarchitect in de
arm genomen te hebben, omdat het z.i,
zeker is "dat voor eene veel geringere
som, gemelde benoodigdheden konden
worden aangekocht, daar in onderschei
dene steden dezelve verkrijgbaar zijn bij
particulieren, welke die indertijd uit
gesupprimeerde kloosters en kerken heb
ben aangekocht"27). En ten tweede, zo
deelt hij nu fijntjes mee, kan hij hen nu
voorlopig niet eens helpen, omdat de
koning een overzichtsrapport van de
stand van zaken in de noordelijke provin
cies wilde, en hij in afwachting daarvan
op een request om nader subsidie geen
afzonderlijk voorstel kon doen, Hij heeft er
De katholieke kerk te Sluis. (Sluis in oude ansichten,
Zaltbommel 1978, deel IV)