15 later aan toegevoegd, nadat de bouw commissie hem verzocht had in afwach ting daarvan alvast de kerk te mogen besteden, opdat men niet de komende winter op een houten lokaal aangewezen zou zijn, dat deze algemene voordracht ook nog wel even duren zou, zodat het geen zin had om er op te blijven wachten. Tegen aanvang van de werkzaamheden heeft hij geen bezwaar, mits men, als er later toch geen extra subsidie in zou blij ken te zitten, ook de meubilering zelf bekostigt. Men begint kort daarop met de bouw. En men dreigt de bouw ook al weer spoedig daarna wegens geldgebrek te moeten staken. Na goed anderhalf jaar - de Her vormde Kerk nadert intussen al zijn vol tooiing - gaat er derhalve een nieuw adres naar Den Haag. Gedeputeerde Staten tonen zich in hun rapport van 14 oktober 1824 opvallend mild. Ofschoon de waarschuwing van de gouverneur geheel uitgekomen is, geeft Middelburg zijn oude standpunt op. Zeker is het onvermogen van de gemeen te gevolg van eigen roekeloosheid, omdat men de onuitvoerbaarheid van het geprojecteerde nieuwbouwplan had moe ten beseffen. Maar de bouwcommissie heeft te goeder trouw gehandeld en zich alleen inzake de vrijgevigheid van de gemeenteleden fors misrekend. Het zou te hard zijn om nu te verlangen dat zij op eigen kosten de kerk zouden moeten vol tooien ten behoeve van een parochie die hun vertrouwen zo beschaamd heeft. De enige reden dat men toch zou kunnen aarzelen is de angst een precedent te scheppen, omdat ook voor de andere gemeenten de subsidies immers ontoe reikend zijn. Het moet evenwel mogelijk zijn dit te vermijden door nieuwbouw als een categorie apart te beschouwen, zodat consequenties elders in Zeeland uit zouden blijven. De directeur-generaal toont zich ten over staan van Willem I minder mild. Hij heeft indertijd alleen maar in subsidie willen toestemmen, nadat hem verzekerd was, dat men de kosten daarvan geheel zou kunnen bestrijden. Hij zou dat anders beslist niet hebben gedaan. Dat de re kwestranten nu in verlegenheid geraakt zijn, is hun eigen schuld. Het rijk heeft hen al voldoende boven de anderen bevoordeeld. De enige mogelijkheid die hij ziet is om te onderzoeken of stad of provincie kunnen helpen. De koning gaat daarmee een dag later inderdaad accoord. Sindsdien heeft men in Den Haag, ondanks een uitgaand verzoek om nade re informatie omtrent zo'n regeling, nooit meer iets van Sluis vernomen. Toch is de bouw voortgezet. Met gebruikmaking van de stenen van de oude hervormde St.Jan, die men voor een gulden per tien duizend stuks afgestaan had, verrees in 1828 en 1829 het bewuste bedehuis. De kosten beliepen weliswaar maar ƒ14.200,- maar gingen desondanks het vermogen van de gemeente te boven. Vanwege te hoog opgelopen schulden bleef hij na voltooiing twee jaar op reke ning van de aannemer staan. Toen brak de Belgische Opstand uit en kreeg Sluis een militaire bezetting. De garnizoens commandant weigerde zijn manschap pen de wrakke schuurkerk te laten benut ten en dwong de opening van het leeg staande nieuwe gebouw af. Zodoende werd deze op 12 december 1830 inge wijd 28). Mogelijk is deze datum, midden in de ver warrende wintermaanden van 1830 op Ontwerptekening voor de rooms-katholieke kerk te IJzendijke uit 1824, voorgevel. (Alge- Ontwerptekening voor de rooms-katholieke kerk te IJzendijke uit 1824, plattegrond (Alge meen Rijks Archief; R.K. Ere 163 11-9-1824 no 11) meen Rijksarchief, R.K. Ere 163: 11-9-1824 no 11)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1994 | | pagina 15