20 In het klokkenspel, zoals wij dat kennen, bevindt zich een in 1760 door Otto Bak ker te Rotterdam gegoten klok. terwijl het kleinste klokje in een niet bekend jaar door een onbekende gieter is gegoten. Mogelijk voldeden deze klokken beter dan het door Van den Ghein in 1615 gegoten klokje dat thans als luidklokje aan de zijgevel van het stadhuis hangt en het Van den Ghein klokje van 1615 dat aan de voorgevel van het gemeentehuis van Scherpenisse hing en geschonken was door Joachim Liens. Waar dit klokje nu is, is niet bekend. De in 1760 gegoten klok draagt als opschrift: "ik ben gegoten onder direksie van de heer drossart W.H. Nolthenius en de heer schout D. Catshoek kerkmees ters a St. Maartensdijk". Klokkendieven Het Zeeuws Sagenboek vermeldt een uit de volksmond opgetekend verhaal dat vertelt hoe Sint-Maartensdijk aan zijn klok ken is gekomen. "Eeuwen geleden, stellig tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twis ten (14de en 15de eeuw), had Sint-Maar tensdijk de ene partij gekozen en Yerseke de andere. Ze konden mekaar niet veel kwaad doen, want er lag een breed water tussen beiden. De Smerdiekers zouden geen echte Zeeuwen zijn geweest, als ze geen scheepje hadden uitgerust om de boten die naar Yerseke zeilden, te kapen. De Yersekenaars, wien de klank van hun gebarsten klok niet beviel, hadden bij den klokkengieter binnen Bergen een schone klok laten maken. Elke dag kon de nieu we klok komen... ze wachtten, wacht ten..., ze wachten nog steeds, want naar het gebeier dier klok luisteren, al monke lend, de Smerdiekse klokkendieven". Mogelijk is dit verhaal ontstaan naar aan leiding van het copiëren van het klokken spel in Arnemuiden en het in het midden van de 19de eeuw verwijderen van het klokkenspel uit de toren aldaar en de afbraak van de kerk. Later is dit Peter van den Gheinspel, naar het Rijksmuseum te Amsterdam afgevoerd Sint-Maartensdijk behield echter zijn klokkenspel, dat even als de beiaard te Arnemuiden vals klonk. Vermoedelijk heeft men de klok horen lui den. maar wist men niet waar de klepel hing. Franse tijd In de Franse tijd vond de scheiding plaats van kerk en staat. Naar aanleiding van de Staatsregeling van de Bataafse republiek van 1798 werd in veel plaatsen door gemeente- en kerkbesturen een overeenkomst opgesteld over de eigen dom en het gebruik van kerk, toren en begraafplaats. In Sint-Maartensdijk is dit niet het geval. Er waren nogal wat moei lijkheden. Het had tot gevolg dat er jaren lang werd touwgetrokken over het afslui ten van de rekening tussen de rentmees ter van de kerk in het oude kerkbestuur, J. Catshoek tevens gemeentesecretaris en de nieuwe kerkmeesters. Het hoofd motief zal de verdeling van de kerkelan- den zijn geweest. Eerstgenoemde wei gerde de administratie over te dragen met als gevolg dat het nieuwe bestuur nauwelijks over financiële middelen kon De Nederlands Hervormde kerk ie Sinï-Maarlensdijk gezien door een gat in de wand van de Markt ontstaan door het afbranden van het hotel Hof van Holland (Foto Jos Pe. Arnhem, 1965)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1994 | | pagina 20