23 ter sprake. Op 25 november 1953 besloot de gemeenteraad, geadviseerd door de firma Eysbouts te Asten de beiaard te restaureren en aan te vullen tot een con- certbeiaard van 35 klokken. De Rijks dienst voor de Monumentenzorg is hier mee aarzelend akkoord gegaan. Het had tot gevolg dat men om de 13 oude klokken te kunnen handhaven de 22 nieuwe door Eysbouts gegoten klokken bewust vals stemde, omdat de beiaard althans in melodisch opzicht aan redelijke eisen zou kunnen voldoen. Ook de oude klokken zijn toen gestemd. Van de nieuwe klokken kreeg alleen de grootste met een diameter van 72 cm een opschrift: "Dit carillon werd uitgebreid en gerestaureerd in het jaar onzes heren 1954. D.C. Bouwense; A.L. Hage en A.P. Bout wethouder; A.J. op den Brouw, A.P. Geluk, M.L. Koopman, M J. Langejan en C.M. Zwagemaker raadsleden; J.E.B. Meloen gemeentesecretaris". Reeds direct na de officiële ingebruikne ming door de commissaris der Koningin, jhr. mr. A.F.C de Casembroot op 27 juli 1955 barstte de kritiek los. De Nederland se Klokken- en Orgelraad sprak een ver nietigend oordeel uit. De gemeente was zo teleurgesteld in het resultaat, dat men eerst na drie jaar onder protest de laatste betaling verrichtte. Een extra tegenvaller was het scheuren van de in 1760 gego ten klok in 1957. Deze heeft men echter te Vejle (Denemarken) kunnen lassen. Het scheuren was tevens de aanleiding om te pogen de mislukte restauratie van het carillon ongedaan te maken. Het is echter niet gelukt. Dit gerestaureerde en aangevulde caril lon werd door de heer G.A.R. Meeuwsen bespeeld. In de zestiger en zeventiger jaren verzorgde beiaardier Chris van den Boom uit Bergen op Zoom jaarlijks een aantal gastbespelingen. De huidige beiaards In 1976 poogde men opnieuw een klin kend klokkenspel te krijgen. Leen 't Hart, directeur van de Beiaardschool, werd nu adviseur. De firma Eysbouts bood aan het Van den Gheinspel bespeelbaar op te stellen in het beiaardmuseum te Asten en hiervoor nieuwe klokken te leveren. De gemeente wilde het oude spel echter behouden en in het nieuwe stadhuis opstellen. Na nogal wat discussies en plannen kreeg de Koninklijke Klokkengieterij Petit en Fritsen te Aarle Rixtel eind 1977 opdracht tot het leveren van 40 nieuwe klokken met een electro-magnetisch werk voor 25 klokken om op de kwartieren, halve en hele uren melodieën te kunnen laten horen. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg vond de oude valse klokken echter geen museumstukken en gaf geen toestem ming om de Van den Gheinklokken uit de toren te halen. Hoewel de gemeente hiertegen in beroep is gegaan, heeft men naar een alternatief gezocht. Het had tot resultaat dat de gemeente toestemming kreeg het nieuwe carillon aan te brengen onder voorwaar de dat 17 van de bestaande klokken op de klokkenzolder bij de luidklokken zou den worden aangebracht en aangesloten op de 17de eeuwse speeltromrnel. die sinds de restauratie van 1954 electrisch wordt aangedreven. Van deze 17 klokken zijn er 12 van Peter van den Ghein, 1 van Otto Bakker (1760), 3 van Eysbouts (1954) en 1 nieuwe van Petit en Fritsen. De twee zwaarste Van den Ghein-klokken en de in 1760 gegoten klok van respec tievelijk 650, 360 en 150 kg, zijn tevens luidklokken. Het oude klokkenspel werd begin februari De 17e eeuwse trommel van het automatisch speelwerk vervaardigd door Pieler Hendericksen Ie Bergen op Zoom. (Foto J P B. Zuurdeeg, 1981)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1994 | | pagina 23