NOTIFICATIE-»
Beftedinghe
Tol,
Thoren en Af-gebrande Kercke
©>.}tto.ï}cfrtn<StDt
ptmigiic Mti tot Ijrcft
Segh'et voorts.
4
Pas in de eerste behouden en in het
stadsarchief bewaarde kerkrekening van
1409, die ook over een gedeelte van
1410 loopt, weten we dat er een "hoog
koor" en een schip was en drie westge
vels. Men kon de kerk binnentreden door
drie ingangen, t.w. langs de voor- of
westgevel en aan de zuid- en de noordzij
de, zoals dat overigens nog het geval is
Er moet ook een toren geweest zijn waar
men met een "wendelsteen", of wentel
trap op kon gaan. In deze kerk stond de
toren niet, zoals bij de gotische kerken,
aan de westzijde, maar op de kruising
van koor, dwarsschip en schip. Deze
bouwwijze komt bijna uitsluitend in Vlaan
deren voor, zelfs al bij de laat-romaanse
kerken. De vier zware torenpilaren rond
VAN DEN
DER STADT
HULST.
puteeroc banoen BacDt ban State Der Her
cenetijDe iieeetlatsDcn fulïcn uyt ï&racljtc
enDc bcrbosgljens De Ikfoluac, cnDc op 3lp
piobatie banDeii U9cl gijemclten üaBebe=
nebens ©mlliu/ tBurgtjcmeeftcr/ etffic Sti)t=
penen Der bootfj StaDt ntiDtfgaDcrs ten
oberdacn ban tBatllm t&urgtjemccöcr cnDc Scticpencn ban
oenïtanDe ban I3u(tlec-3tmbaci)t cnDc De XhicnQe befft s
ban De ^ulüecrcl)e J&arocfiic pubinco fiköecoen Den Weci er-
Opbouw pattDe Af-gebrande Thoren, Kctckc&c. bltUUn DC 1)001»
fttjteben StaDt.
Home op S)tuifbagt) tocHomenDc uiefcttDc Den
acljtfien 3lpm Defcs faces 1664. op Ijet Raedt-huys
Der booifj StaDt acs 's S0o?gt)cnS Dt Kloek
töien uren,
2>te Dt Beftecken begeert te fienaDDjcffcre Ijcm by Den
Griffier pants boo:f? StaDt,
Tot HULSTbyi^driaenClaeffen"Jageri Bocck-verkooperAnno 1664.
het huidige middenaltaar zijn de oor
spronkelijke dragers van de achthoekige
kruising- of vieringstoren. In de toren was
een uurwerk dat er in 1300 geplaatst
zou zijn en het eerste in de Vier Ambach
ten was. Men spreekt over twee klokken,
de "uurclock" en de "slaapclock".
De eerste toren in 1402 vernieuwd
(of is het reeds de zoveelste toren?)
In het "jaerregister" van de keure van
Gent van 1401-1402 wordt vermeld dat er
een nieuwe toren op de St. Willibrordus-
kerk gebouwd is. De timmerman Lauwe-
reyns vander Leyden uit Gent kreeg
opdracht "te maert naestcommende
(maart 1402) een toren te bouwen die
rond november klaar moest zijn. Aange
zien acht maanden een geringe bouwtijd
is, lijkt het geen groot werk te zijn
geweest en zou gedacht kunnen worden
aan een aanpassing of vernieuwing. De
aannemer zou de toren moeten bouwen
naar het voorbeeld van de torens van
Diksmuiden, Deinze of Beveren. De toren
zou achtkantig moeten zijn en 16 ven
sters moeten bevatten. Deze achtkantige
vorm is er tot op de huidige dag.
Eind januari of in het begin van februari
1469, de juiste datum is niet vast te stel
len, werd de toren door de bliksem
getroffen en brandde geheel af, alsook
een deel van het oude transept en het
oude schip.
De tweede toren
Al spoedig werden voorbereidingen
getroffen voor de bouw van een nieuwe
toren en de daarin te hangen klokken.
Reeds in hetzelfde jaar van de brand, op
6 juli 1469, werden door Herman de Wa-
ghenere en Augustin Quisthout, klokken
gieters uit Mechelen, op het kerkhof de
eerste twee klokken gegoten. Op 7 sep
tember daaropvolgend werden de uur-
klok en drie schellen (kleine klokjes)
gegoten. In 1470 stond er weer een nieu
we toren op de kerk. Dit was hoofdzake
lijk het werk geweest van de meester-
stadstimmerman, Pieter Bruunbaert. De
Hulsterse meester-smid, Cornelis Wil
lemszone. smeedde het "groete hisere
cruce" en Claeys de Mol plaatste op dit
kruis "den hane" met daar bovenop een
"cleynen cruskin". Uiteindelijk hingen in
1470 weer 5 grote klokken en drie "schel-
lekens" in de toren.
In de periode van het bestaan van deze
toren verkreeg de St. Willibrorduskerk
haar huidige vorm. Hieraan hebben
beroemde Vlaamse bouwmeesters
gewerkt. Zo bouwden Everaert Spoorwa-
ter en Reynier van Ympeghem het koor.