5 elle, door Bernard Maes uit Aalst in Vlaan deren werd gebouwd en in 1666 werd opgeleverd. Aan de beroemde klokkengieter Pieter Hemony werd in 1664 de levering van een beiaard opgedragen. Dit klokkenspel zou moeten bestaan uit 28 klokken, naar het model van dat in de stad Maastricht. De klokken waren op 4 augustus 1670 klaar. Wegens geldgebrek kon pas in 1672 het klokkenspel geplaatst en betaald worden. De bouwstijl van de nieuwe toren paste niet bij die van de gotische kerk (ook toen niet). De afdekking rustte op 8 zware pila ren van grauwe arduin (blauwe hard steen), door een arduinen borstwering omgeven. Tussen deze pilaren waren schilden van arduin geplaatst waarop de wapens van Vlaanderen, Hulst, de Verenigde Neder landen en van het huis van Oranje gehou wen waren. Boven de kap was een twee de ommegang, waarachter zich het klok kenspel bevond. Het klokkenhuis was gedekt door de peer, waarop zich het Matthys Keldermans en Herman Wage- maker het schip en de fraaie westgevel. Dominicus de Wagemaker en Laureins Keldermans voltooiden de kerk rond 1533. Op 6 juni 1562 werd de toren door de bliksem getroffen en brandde geheel af, alsmede de daken en het gewelf van de koorkerk, het transept, de kapellen en een groot deel van de stad. De derde toren Door "ommesettinghe" in Hulst en Hulster Ambacht en door het sluiten van leningen konden met veel moeite de herstellingen aan kerk en toren worden uitgevoerd Jasper Anthonisz bouwde de nieuwe toren. Meester Joachim uit Gent leverde het uurwerk. Adriaen Steylaert, de "cloc- gieter" uit Mechelen, vervaardigde in Hulst een uurklok, een luiklok en 13 "wek kers". Op 1 oktober 1563 kwamen mees ter Daniel Landspergius en meester Joachim uit Gent, ter "visitatie" en beproeving van klokken, speelwerk en wekkers. Tijdens het beleg van 1596 werden zowel de kerk als de toren door kanonskogels zwaar beschadigd. Voor de toren was een gedeeltelijke afbraak nodig. In 1600 werd een nieuwe spits gebouwd door Jacques van Gulger en Hector van Vlim- men. Een afbeelding van deze toren is weergegeven op het in de raadszaal van het stadhuis van Hulst aanwezige schil derij van de Antwerpse meester (kunst schilder) Cornelis de Vos. Deze schonk in 1628 dit gezicht op Hulst (vanuit het zui den) aan de magistraat van zijn geboorte stad. Daarop zien we de achthoekige torenkuip met een balustrade, Daarboven zien we achtereenvolgend het lage, schuin afgedekte klokkenhuis met wijzer platen; een brede, afgeplatte bol; de torenspits die gevormd wordt door een lantaarn, waarboven een kroon met kruis en haan. Op 20 november 1663 's nachts tussen 3 en 4 uur, sloeg de bliksem in de kerkto ren, waarna deze geheel afbrandde, als mede de daken van de koorkerk, de zij kapellen, delen van het transept en van de voorkerk. Alle luid- en speelklokken van de beiaard smolten, stortten naar beneden en werden onbruikbaar. Alleen de grote klok viel op enkele meters naast de kerk op het kerkhof en bleef onge schonden. De vierde toren De magistraat van Hulst vatte de herstel werkzaamheden met voortvarendheid aan. Reeds op 8 april 1664, slechts vier maanden na de brand, vond aanbeste ding van de herbouw plaats. Oud-burge meester Benjamin de Beaufort legde in 1665 de eerste steen van de toren die, naar een ontwerp van Guillaume de Noy- Schilderij van de brandende toren door Jan Haak, 1876, (Koopmans, A., p.5)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1994 | | pagina 5