Driewegen, willen wij in dit artikeltje niet onvermeld laten We bedoelen de moord op de jonge dominee Nicolaas van de Velde, die plaats vond in het voorjaar van 1687, nog geen tien jaar nadat de kerk in gebruik was genomen. We citeren J. Bijlo: 'Het was Zondagavond 11 mei 1687. De bewoners van het stille dorpje Driewegen waren reeds lang ter ruste. Ook in de pastorie, eemgszins afgelegen van de andere huizen van het dorp, was reeds lang alles stil. De neergelaten gor dijnen en het uitgedoofde licht in het comptoir van dominé Van de Velde bewees dat deze zich naar zijn slaapver trek had begeven. De huishoudster Tannetje Veth had zich reeds een uur tevoren naar haar kamertje begeven, wetende dat haar meester in den regel 's Zondagsavonds tot tien uur in zijn stu deerkamer zat te lezen en dan door nie mand gestoord wilde worden. Omstreeks 11 uren werd zij door geklop op het ven ster van haar kamertje gewekt. Verschrikt ijlde zij naar de kamer van haar meester en deelde hem mede 'dat eemge quaad- willige ende boosaardige menschen de glazen insloegen.' 'Steekt een keers aan, Tan, dan zullen we zien wat ze in 't zin hebben', beval de predikant. Terwijl zij de kaars aanstak stond Van de Velde op en wikkelde zich in zijn kamerjapon. Op het hooren rinke len van zijn glazen zeide hij 'Wat schade is dat!' Terwijl zij nog een oogenblik op de kamer vertoefden, klonk tegen de rui ten der slaapkamer een vreeselijke slag, die de meid van schrik deed terugdein zen. Oogenblikkelijk daarna volgde een geweerschot en de predikant viel onder den uitroep 'O God!' levenloos ter aarde. Doodelijk verschrikt zonk de arme meid handenwringend naast het lijk van haar meester neer, uitroepende 'O God Dominé, wat hebben ze u gedaan!' Nadat ze een weinig van den schrik bekomen was, nam ze het ontzielde lichaam op en legde het op eenige kussens in de keu ken neer, waarna zij. nog eenig gerucht meenende te hooren en bevreesd ook voor haar eigen leven, zich naar haar kamertje begaf en zich daar opsloot.' Hoewel al vrij snel een zware verdenking kwam te rusten op ds. Jacobus de Cliever, predikant in het naburige 's Heerenhoek, bleef het misdrijf voorlo pig onopgelost. De belangrijkste getuige, de chirurgijn Soetebier, die ds. De Cliever na het uitvoeren van zijn daad met een vuurroer in de hand had ontmoet en met hem een gesprek had gevoerd, bleef zwijgen en vertrok later naar Oost-lndië. Pas nadat hij van daar uit schriftelijk zijn bevindingen aan het hof van justitie in Den Haag had gerapporteerd, werd het sluitende bewijs tegen de dader gele verd. Ds. De Cliever wachtte zijn vonnis en terechtstelling niet af. Door het innemen van vergif maakte hij een einde aan zijn leven. De wortel van het kwaad lag in naijver en afgunst, omdat 's zondags veel mensen uit 's Heerenhoek naar Driewegen trokken om er ds. Van de Velde te beluisteren. Tenslotte nog een citaat uit de beschrij ving van Bijlo: 'De droefheid en versla genheid over den gepleegden moord was algemeen. De nog jeugdige leeraar (29 jaar) was slechts één jaar op Driewegen, doch had in dien korten tijd zoowel door zijn beminnelijkheid als door zijn boeiende predikaties reeds aller har ten gewonnen, niet alleen uit Driewegen, doch ook van de omliggende gemeenten vond men er 's zondags onder zijn gehoor.' Slot In 1985 heeft het gebouw onder leiding van het architectenbureau Rothuizen en 't Hooft b.v. de meest ingrijpende restau-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1994 | | pagina 15