Hel gestucadoorde plafond na de verbouwing van hel interieur door Gerardus Grauss in 1846 Opmetingslekening van Redlenbacher 1878. (Tekeninigenarchief van de R M.Z te Zeist) aanblik op. niet in het minst door de onge proportioneerde zwaarte der zuilen en de verlaging van de overwelving. Bovendien verving men toen de vrouwenstoelen door 'nette' banken. Ook het oude orgel ontkwam niet aan de vernieuwing. In 1861 werd het vervangen door een door W.H Kam vervaardigd nieuw instrument Als enige onderdelen van het interieur bleven behouden de sier lijk bewerkte preekstoel uit 1727, rustende op een gebeeldhouwde arend (ontleend aan het stadswapen), het doophek en twee midden zeventiende eeuwse banken. Ook het zogenaamde Brandspuitmeesterbocht, dat in 1905 zal worden verkocht. Voorts waren er het gedenkteken voor de Rooms Koning Willem II, dat voor diens broer en dat voor de gebroeders Evertsen. Zes jaar later is deze 'verfraaiing' voltooid door het aanbrengen van een neogotische voorbouw. Bij de restauratie door Cuypers en Frederiks zijn de negentiende eeuwse wijzigingen goeddeels weer ongedaan gemaakt. De architecten kozen voor terug keer tot de gotische vormen. Voor wat de vensters betreft kwam men uit op een compromis Aan de noord- en westzijde kwamen gotische ramen Die aan de westzijde kregen een invulling van Frederiks, waar Cuypers het niet mee eens was, maar die toch gehandhaafd bleef. Aan de zuidzijde bleven de oude ramen om financiële redenen ongewijzigd Het streven bleef echter om deze ook te vernieuwen. De poging om daartoe te komen hadden evenwel geen succes 5). 1924 besluit tot een gedenkraam In 1924 was het 350 jaar geleden dat Middelburg het Spaanse juk afschudde. Een groot deel van de eerste helft van het jaar heeft men in de Zeeuwse hoofdstad geleefd in de herinnering aan het Middel burg uit de Spaanse tijd. De herdenking van Middelburgs Overgang in 1574, inge leid door bijeenkomsten in de Nieuwe- en Noorder Kerk vond haar hoogtepunt in een openluchtspel op de Grote Markt. Dit was volgens de berichten een voorbeeld van een op hoog peil gesteld volksfeest. De herdenking was bovendien aanleiding tot het koninklijk bezoek in augustus dat zich tot geheel Zeeland uitstrekte. Bij deze herdenking werd het idee naar voren gebracht in de Nieuwe Kerk een der nog te vernieuwen ramen aan de zuidzijde te vervangen door een gedenk raam ter herinnering aan 1574. Het plan voorzag in een raam van gebrand glas in lood. Weliswaar was de eerste godsdienst oefening na de Overgang in de Sint Pie terskerk gehouden, het eerste door de stadsregering destijds ter beschikking gestelde kerkgebouw, maar in de huidige omstandigheden was de Nieuwe Kerk voor zo'n gedenkraam de aangewezen plaats. Nu deed zich de vraag voor welk van de vier vensters daar voor in aanmer king kwam. Jaren tevoren was het venster boven het praalgraf reeds gedeeltelijk hersteld. Daarom was het, financieel gezien, het meest gunstig op deze plaats het gedenkraam aan te brengen. Mis schien was dit bezwaarlijk omdat het dan zou komen naast de beide gekleurde ramen in de westgevel van het kerkge bouw. Bovendien zou het gedenkraam inhoudelijk niet passen bij het zeventiende eeuwse monument. Ook hoopte men dat er nog eens een tijd zou komen dat daar een raam met bijvoorbeeld een afbeelding van een zeeslag zou kunnen komen. Wanneer de keuze zou vallen op een van de twee vensters naast het orgel, zou het noodzakelijk zijn ook het andere daar te restaureren en daarvoor ontbraken eigen lijk de middelen. De kerkvoogdij besloot nu de vensters aan de zuidzijde van de kerk zoveel mogelijk in de oorspronkelijke toestand terug te brengen. De ramen zouden wor den hersteld in zandsteen en glas in lood. Op oude tekeningen, bijvoorbeeld in de Cronyk van Zeeland door Smallegange (rond 1700), bleek dat er vroeger ook tegenover de kansel (geplaatst middenin de noordgevel) een lichtvenster was geweest. Daarom werd uiteindelijk beslo ten dit weer te openen en te bestemmen voor het aan te brengen gedenkraam 7). Hel zou een evenwichtige opstelling ople veren wanneer het middelste raam, voor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1995 | | pagina 6