gen bijbel, welke bijbel openligt bij de woorden uit Openbaring 22 vers 17 'Wie dorst heeft kome Het groen en oranje in de tracering (kop) van het glas wekken gedachten op aan het roemruchte vor stenhuis, dat in zo'n nauw verband stond met de vrijheidsoorlog en er de ziel van was. De wapens van de zeven provin ciën, die boven en beneden in het glas zijn aangebracht, worden voorafgegaan door het wapen van Prins Willem I, wiens beeltenis in het midden van het glas, links, is aangebracht (de Prins niet als strijder - ridder, maar als Pater Patriae, Vader des Vaderlands). Rechts ziet men, daar tegenover, Koningin Wilhelmina. Midden in: het zegel der N.H. gemeente te Middelburg en het wapen der stad. Sterk komen die hoofdmotieven naar voren, los van het donkere gewoel van de achtergrond. Door het plaatsen van dit raam werd de herdenking in 1924 van Middelburgs 'Ver lossing' op een verantwoorde wijze voor het nageslacht bewaard. Het raam komt het beste tot zijn recht wanneer de zon haar stralen door de ruiten naar binnen werpt. De krant had ook een klein woord van kritiek: de strekking van het gedenk raam zou beter tot uitdrukking zijn geko men als men de portretten en andere figuren (vooral die bovenin) wat groter, verdeeld over verschillende ruiten had aangebracht. Zonder verklaring voor oningewijden was de bedoeling van de ontwerper, hoe sympathiek ook, moeilijk te begrijpen. Zover mij bekend bestaat er slechts een herinnering aan het gebrandschilderde raam in de vorm van een foto uit de dagen vlak na de brand in 1940. Op deze zwart-wit opname is het kerkvenster half zichtbaar en is alleen de tracering van het glas nog aanwezig15). Een uitgevoerd plan uit 1952 Bij de overdracht en in gebruikneming van de uit puin en as herrezen Abdijker ken op 11 oktober 1952 werden ze, vol gens de Provinciale Zeeuwse Courant, omschreven als 'een gedicht in steen'. De restauratoren slaagden er in de oude sfeer weer binnen te halen, een sfeer die zo moeilijk te definiëren is. Om hiervan een voorbeeld te noemen: Voor de grote brand was de zogenaamde Tussenkerk hopeloos verknoeid. Men heeft er naar gestreefd hem zoveel mogelijk in de oor spronkelijke staat terug te brengen en ontegenzeggelijk heeft deze ruimte, waar in het praalgraf van de gebroeders Evert- sen in oude luister is hersteld en waarvan de vloer talrijke grafzerken bevat, nu weer I een eigen schoonheid gekregen. De 11de oktober 1952 mag daarom in de geschie denis van Middelburg gegrift worden als een dag van grote blijdschap en van die pe dankbaarheid, zo werd opgemerkt. De enorme kapitalen die voor de uitwendi ge restauratie vanaf 1942 aangewend waren, werden geheel door het Rijk opge bracht, zulks in tegenstelling tot vele ande re steden, waar ook de kerkelijke gemeen te voor hoge lasten werd geplaatst. Een paar maanden tevoren, in augustus 1952, had zich in Middelburg spontaan een gecombineerd kerkelijk en burgelijk comité gevormd, dat zich ten doel stelde gelden in te zamelen om bij te dragen tot de noodzakelijke aankleding van het interi eur zodat straks deze gebouwen kerkelijk en estetisch verantwoord stadgenoot en vreemdeling zullen kunnen ontvangen. Als uitgangspunt werd genomen een bedrag van tenminste ƒ10.000, ledereen die wilde bijdragen aan het geschenk voor de Nieu we - en de Koorkerk werd verzocht een kaart met het daarvoor bestemde bedrag voor 15 september aan mevrouw S.C. de Casembroot- van der Feltz te zenden. Er had zich toen reeds een afzonderlijk dames comité gevormd: het comité 'Knoop een Smyrna-kleed', dat zich ten doel stelde een trouwkleed voor beide kerken aan te bieden als geschenk van de Middelburgse vrouwen. Het bovengenoemde gecombi neerde comité had nagegaan wat als een Nieuwe Kerk te Middelburg tijdens de lestauratie der zuidelijke vensters Geheel links op de foto het lichtraam, dal weer geopend werd, bestemd voor het gedenkraam. (Fotoarchief R.M.Z te Zeist)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1995 | | pagina 8