11 de brieven, meteen aan de slag gegaan. Uit diezelfde brieven blijkt dat de bouw van de reusachtige orgelkas aan een toe leverancier is uitbesteed. Ook weten we dat de metalen ornamenten in de gieterij van Ludwich Schütz te Zeist werden gemaakt. In april 1848 wordt het schilderen van de kas gegund aan J. Korsten Zoon te Zierikzee. Hiermee was een bedrag van 395,87 gemoeid. De inwijding Op 5 november 1848 wordt het orgel ingewijd. Het orgel wordt gekeurd door de organisten Samuel de Lange uit Rotter dam en G. Overman, de nieuwbenoemde organist van Zierikzee. Op 6 november 1848 dienen zij een kort en lovend keu ringsrapport in bij de kerkvoogden. De Nieuwe Kerk te Zierikzee had hiermee beslist een nieuw orgel gekregen. Natuur lijk was het in materieel opzicht nieuw. Maar het was ook naar de geest nieuw. Naast allerlei traditionele details bevatte het zeer actuele constructies, sommige zelfs nauwelijks eerder toegepast in ons land. Het deftige maar sober uitgevoerde front verbrak wel heel duidelijk de banden met oude tradities. Het sloot naadloos aan bij de inspiratie die men aan klassieke, vooral Griekse architectuur ontleende, van waaruit ook het kerkgebouw ontwor pen was. Van de traditionele elementen moeten zeker de wijde mensuren en bouwwijze van de openfluit-registers genoemd wor den. die door 16de eeuwse voorbeelden lijken te zijn geïnspireerd. Ook de tong werkbezetting van het Pedaal mag tradi tioneel genoemd worden. Het 16-voets prestantenkoor van het Hoofdmanuaal sloot met de grote tertsmixtuur aan bij de statige klankwereld die in de tweede helft van de 18de eeuw tot ontplooiing was gekomen. Misschien is hierin een aanwij zing te vinden voor een leertijd van een van de orgelmakers bij Van Dam te Leeuwarden, de stad waar Van der Meu- len geboren werd. Als noviteiten kan gewezen worden op de aanleg van de windvoorziening met twee grote reservoirbalgen, schepbalgen die door wielen en assen werden bediend, doorslaande tongwerken, en de trechter vormige tinnen Violon 16 voet op het Pedaal, bedoeld als basregister bij de vol gens dezelfde bouwwijze gemaakte Viola di Gamba 8 voet van het Bovenwerk. Ook de toegepaste stem ringen bij de open pijpen kunnen als zeer innoverend worden opgevat. De concave vorm van het pedaalklavier verraadt dat de orgel makers de actuele Duitse orgelbouw ken den. Hun kennis van doorslaande tong werken kan ook alleen maar uit die con treien afkomstig zijn geweest. Wijzigingen Helaas kunnen wij verschillende van deze eigenschappen en klanken nu niet meer waarnemen. In de geschiedenis van orgels is immers altijd een hoofdstuk voor herstel en verandering ingeruimd. Herstel, omdat minder gelukkige constructies later om herziening vragen, of domweg omdat een gecompliceerde technische construc tie nu eenmaal slijtage oploopt en om onderhoud vraagt, verandering daarente gen altijd op zuiver subjectieve gronden. Pijpen uit het gedemonteerde orgel. (Foto J. Villerius, Dirksland)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1996 | | pagina 11