17 7: 12-16. Eigenlijk had ds F.P. Seijsse uit Oostburg als oudste predikant van de Kring dit moeten doen, maar hij voelde zich lichamelijk niet in staat om de inwij ding te verrichten. Om een kerkeraad te kunnen vormen, was het noodzakelijk dat er een lijst van de mannelijke lidmaten werd samengesteld. Daarom werd bij herhaling door de dienst doende predikant vanaf de preekstoel aan de mannelijke lidmaten verzocht zich bij hem te vervoegen. Spoedig hadden zich uit het partage Zeeland meer dan zestig mannelijke lidmaten met attestatie aange meld. Op 26 oktober 1785 kon in tegen woordigheid van mr. Willem Schorer als vertegenwoordiger van de ingelanden, Francois Eversdijk, baljuw van IJzendijke en Hoofdplaat, als vertegenwoordiger van de Staten van Zeeland en Jacobus Rit- saert, griffier van Biervliet, namens de Classis Walcheren een kerkeraad worden gekozen, bestaande uit twee ouderlingen en twee diakenen.18) De eerste voorganger, ds. J. Wiersen, deed op 13 november 1785 zijn intrede en nam vier maanden later afscheid. Ook zijn opvolgers bleven niet lang. Van 1785 tot 1800 waren er zes elkaar opvolgende pre dikanten. De nieuw gevormde gemeente bleek geen aantrekkelijke plaats voor pre dikanten te zijn. Overigens bleef de verde re geschiedenis van de hervormde gemeente ook gekenmerkt door het snelle wisselen van predikanten. Alleen ds A.C. Altena stond dertig jaar, van 1829 tot 1859, in de gemeente. Van de predikanten die te Hoofdplaat heb ben gestaan is ds. J. Ab Utrecht Dressel- huis (1789-1861) de bekendste.19) Op 26 mei 1811 deed hij zijn intrede te Hoofd plaat. zijn eerste gemeente. Na drie ande re beroepen te hebben afgeslagen, vertrok hij in 1819 naar Wolphaartsdijk. Hij was daarmee de eerste voorganger die langere tijd leiding aan de gemeente gaf. Veel heeft hij voor Hoofdplaat gedaan. Om het onderwijs te verbeteren werd op zijn advies in de herfst van 1811 een school commissie ingesteld die toezicht op de kwaliteit van het onderwijs moest houden. Om de leerlingen te stimuleren werd een prijzenstelsel ingesteld. Tevens richtte hij in 1813 in samenwerking met de Biervliet- se predikant. Daniël van Basselaar. het Departement Biervliet-Hoofdplaat van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen op. Samen met enige anderen stichtte hij begin 1819 een spaarbank van het Depar tement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen Biervliet-Hoofdplaat. Op het kerkelijke vlak vervulde Utrecht Dresselhuis verschillende functies. Zo werd hij in 1815 correspondent van het Nederlandsch Zendingsgenootschap en was in 1816 één van de oprichters van het Bijbelgenootschap, deel Staats-Vlaande- ren. Zijn grootste belangstelling had echter de geschiedenis en archeologie met aan vankelijk Zeeuws-Vlaanderen als zijn werkterrein. Nadat hij naar Wolphaartsdijk was vertrokken strekte zijn onderzoekster rein zich uit over heel Zeeland. Veel heeft hij op dit terrein gepubliceerd. Op theolo gisch gebied schreef hij eveneens vele verhandelingen. In Wolphaartsdijk was hij naast predikant ook werkzaam als school opziener. Tevens vervulde hij verschillen de kerkelijke - en onderwijskundige func ties. In 1862 is er voor de kerk van Wol phaartsdijk een obelisk ter nagedachtenis aan hem opgericht. Hoofdplaat rond 1900 met gemeentehuis (met kleine torentje), kerk en pastorie. (RAZ ZG Zl verzameling prentbriefkaarten) Exterieur Zoals uit het voorgaande al naar voren is gekomen is het gebouw zeer eenvoudig van opzet. Het is een vierkant zaalkerkje met een uitspringende ingangspartij, in Lodewijk XVI-stijl, bekroond met een drie hoekig fronton. De plint, de drie-tredige stoep voor de ingang, de omlijsting van de deur met de daar bovengeplaatste gedenksteen met consoles en guirlande, de afdekking van de steunberen, de onderdorpels van de ramen en het onder ste gedeelte van de lijst aan de voorgevel zijn van Doomikse steen. Op de gedenk steen boven de deur staat de volgende tekst: Deze kerk is gesticht door de Milddadig heid der Edel Mogende Heeren Staaten van Zeeland. En den Eersten Steen daarvan gelegd op den 29 mey van het jaar 1783 door de Weledel Geboren Jk. dochter van den Weledel Gestrengen Heer Mr. Willem Schorer, Joh. Ass.-zoon, Gecommitteerde Raad van Zeeland en de Raad der Admi raliteit, groote Hoofdingelande van deze in het jaar 1778 ingedijkte polder. Opvallend aan de kerk is het met leien gedekte pyramidevormige dak met het klokketorentje dat bekroond wordt door een spits in de vorm van een obelisk. De totale hoogte van de kerk, inclusief de toren, bedraagt ruim dertig meter. In de toren hangt een, in 1785 door de Staten van Zeeland geschonken, klok die in 1733 door Fritsen te Amsterdam werd gegoten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is de klok in opdracht van de Duitsers uit de toren gehaald en naar Duitsland afge voerd. Gelukkig kon de burgemeester van Hoofdplaat op 14 november 1945 aan de kerkeraad berichten dat hij bezoek had gehad van een vertegenwoordiger van de klokkenfabriek te Heiligerlee die hem ver telde dat de klok, in beschadigde toestand, in de provincie Groningen was terugge vonden.20) Het uurwerk op de toren, eveneens een geschenk van de Staten van Zeeland, zorgde in de nacht van 15 op 16 augustus 1819 voor enige opschudding. Eén van de gewichten was door slijtage van het touw naar beneden gestort en terecht gekomen op een stoel waarop de dag tevoren nog iemand tijdens de eredienst gezeten had. Zolang de burgerlijke gemeente de herstel ling niet had laten uitvoeren zou des zon dags de klok stil worden gezet. Bovendien werd de gemeenteraad verantwoordelijk gesteld voor eventuele verdere schade die het uurwerk aan het kerkgebouw zou

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1996 | | pagina 17