Het orgel in de Nieuwe Kerk te Zierikzee De bouw van het orgel in de Nieuwe Kerk te Zierikzee valt voor een groot deel samen met de bouw van de kerk. Wan neer de bouw van de kerk enigszins gevorderd is, komt de aanschaf van een orgel ter sprake. De eerste orgelmaker die hierbij in beeld verschijnt is C.F.A. Naber uit Deventer. Eind 1846 vragen de kerk voogden van Zierikzee bij hun collega's in Apeldoorn om inlichtingen over Naber. Ze hebben vernomen dat hij in Apeldoorn een groot nieuw orgel heeft gemaakt en willen daar wat meer over weten. De pre sident-kerkvoogd van Apeldoorn ant woordt dat men over Naber zeer tevreden is. Gedetailleerde informatie over het inderdaad door Naber gemaakte nieuwe orgel in Apeldoorn heeft hij op dat moment niet bij de hand, maar hij belooft dat binnen afzienbare tijd op te zullen stu ren. Op 1 december 1846 schrijft hij de kerkvoogden van Zierikzee een uitvoerige brief die veel gegevens over het orgel van Apeldoorn bevat, kennelijk ontleend aan het bestek van Naber. Wederom eindigt het schrijven in een warme aanbeveling voor Naber. Kort daarop, op 9 december 1846, meldt de orgelmaker J.A. Mennes uit Middel burg zich per brief bij de kerkvoogdij van Zierikzee. Hij wil graag voor de bouw van het nieuwe orgel in aanmerking komen. Hij geeft weliswaar de namen van ver schillende Zeeuwse organisten als refe rentie op, maar put zich toch vooral uit in eigenroem, vervat in bloemrijke bewoor dingen. Het hoofdstuk-Mennes is daar mee tevens beëindigd, de kerkvoogden zijn niet op zijn schrijven ingegaan. Besloten wordt, nader contact op te nemen met Naber. Uit correspondentie blijkt dat hem gevraagd is of hij belang stelling heeft voor het orgelproject. Dat heeft Naber zeer zeker, en begin mei ver schijnt hij voor overleg in Zierikzee. Ter plekke dient hij een eigenhandig geschre ven kort bestek in voor een drieklaviers orgel met 39 registers dat 17.865,- moet kosten. Maar de kerkvoogden hebben meer pijlen op hun boog. Reeds op 3 mei 1847 verzoeken zij de Rotterdamse orgel makers Kam en Van der Meuten schrifte lijk een plan voor een nieuw orgel in te dienen. De orgelmakers antwoorden op 12 mei dat zij hieraan graag zullen vol doen, maar dat zij vanwege hun gedetail leerde werkwijze enkele weken nodig hebben om dit op te stellen. Duidelijk is wel, dat de kerkvoogden geschrokken zijn van de prijs die Naber voor zijn mooie, maar ook monumentale ontwerp had bedongen. Door het niet geheel voorspoedig verlopen van de kerk bouw durfde het college kennelijk geen grote bedragen aan een orgel te spende ren. Naber kreeg te horen dat hij nog wel een kleiner plan voor een tweeklaviers orgel mocht indienen. Deze laat er geen gras over groeien en komt al op 16 mei met een zeer gedetailleerd bestek voor een tweeklaviers orgel met vrij pedaal, opgesteld als hoofdwerk/rugwerk-orgel, voor 14.893,-. In een begeleidend brief je laat Naber nog weten dat de aanneem- som 14.075,- zal zijn wanneer het gehe- Het orgel Kam en Van der Meulen in de steigers. (Foto J. Villerius. Dirksland)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1996 | | pagina 9