12 Het Van Dam-orgel uit de Gasthuiskerk te Zierikzee zoals dit thans in de R.K. parochie kerk te Hoogerheide staat. (Foto P. Sevestre) waarbij niet altijd duidelijk is of men dat dubbelzinnig bedoelt. Het is immers een orgeltype, waar niet iedereen van gechar meerd was en is. Het Nationaal Rampenfonds heeft een belangrijke functie vervuld bij de financie ring van menig nieuw orgel. Opmerkelijk is ook dat het bestuur van het Rampenfonds de Orgelcommissie van de Nederlandse Hervormde Kerk als deskundige inscha kelde bij de advisering over restauratie dan wel vervanging van orgels in het getroffen gebied, en dan niet alleen in Hervormde kerkgebouwen. Dat komt, zoals we verderop zullen zien, doordat beide instanties één gemeenschappelijk bestuurslid hadden. Met een soms verba zend groot gemak werden belangrijke bedragen voor de bouw van nieuwe orgels, in enkele gevallen belangrijk groter dan het te vervangen instrument, beschik baar gesteld. Een citaat uit het Hervormd Kerkblad voor Schouwen-Duiveland in 1964, nadat de nieuwe orgels van de Gasthuiskerk en de R.K. Kerk te Zierikzee in gebruik waren genomen: 'Het Rampen fonds - het dient met dankbaarheid erkend - heeft Schouwen-Duiveland ver wend met kerkorgels'. Stroming Het lijkt niet onaannemelijk dat een nieu we stroming in de Nederlandse orgelbouw van de nood een deugd heeft gemaakt en de ramp als aanleiding heeft gebruikt om een grote hoeveelheid nieuwe orgels in het betreffende gebied te plaatsen. Het vermoeden lijkt gerechtvaardigd dat in een aantal gevallen andere, thans zeker waardevol geachte orgels hebben moeten wijken zonder dat daar een dwingende reden toe was. Die nieuwe stroming vindt zijn oorsprong in de 'Orgelbewegung' die in de jaren twintig in Duitsland2) en in Denemarken op gang kwam als reactie op de industrië le orgelbouw aan het eind van de 19de eeuw en het verdere verval in het begin van de 20ste eeuw. De beweging bouwde daarbij voort op het pionierswerk van Albert Schweitzer en Emile Rupp in Straatsburg rond de eeuwwisseling. Er ontstond een heroriëntatie op historische orgelbouwprincipes. Het 17de-eeuwse Noordduitse orgeltype stond model voor nieuwe orgels. Reeds vóór de Tweede Wereldoorlog zijn enkele orgels in Nederland gebouwd op basis van dat nieuwe principe. Maar vooral na 1950 heeft deze beweging in Nederland aanhang gekregen. Toevallig werd in 1953 in Amsterdam een belangrijk con gres aan de hedendaagse orgelbouw besteed waarbij de nieuwe orgelbouwprin cipes stevig werden gepropageerd. De Synodale Orgel Commissie van de Neder landse Hervormde Kerk (hierna genoemd SOC) met als belangrijkste representant Lambert Erné, organist van de Nicolaikerk te Utrecht, heeft een stuwende rol gespeeld bij de introductie van dit orgelty pe in ons land. De voornaamste kenmerken van deze orgels zijn: mechanische sieepladen (geen Hel huidige Marcussen-orgel van de Gasthuiskerk te Zierikzee. (Foto P. Sevestre)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1996 | | pagina 16