20 inzichten van een zeer beperkt aantal per sonen die een sterke voorkeur voor het in de jaren vijftig in opkomst zijnde neo- barokorgel hadden. Een vergelijking met de Noordoostpolder waar nieuwe kerken van nieuwe orgels moesten worden voor zien dringt zich op. Door de personele band tussen de commissie en het Ram penfonds kreeg dit orgeltype ook in het overstromingsgebied de ruimte. Het wran ge in Zeeland is, dat een niet gering deel van de financiële middelen, dat in verband met de ramp nationaal en internationaal was ingezameld, voor een bijna rücksicht- lose vervanging van orgels is aangewend. Daarbij zijn enkele waardevolle 19de- eeuwse instrumenten weggehaald of geheel verdwenen. De argumenten daar voor leken redelijk, maar zijn, voorzover thans te achterhalen, zeer tijd- en smaak- gebonden geweest en hadden niet door slaggevend mogen zijn. Ook de verdedi ging vanuit de eisen gesteld door de litur gie van de eredienst is niet overtuigend. Het gebrek aan waardering voor het 19de-eeuwse orgel gedurende de jaren vijftig en zestig is wel te plaatsen maar toch zeer te betreuren. Hoe voorkomen we meer van dit soort 'bedrijfsongeval len'? Of beginnen we nu toch meer respect te krijgen voor orgels uit voorbije, ook meer recente perioden? De instru menten uit de 19de eeuw en langzamer hand ook sommige uit de eerste twee decennia van deze eeuw lijken zich buiten de gevarenzone te bevinden. Voor een flinke hoeveelheid (electro-)pneumatische orgels uit de periode tussen 1915 en 1960 is het (terecht?) al te laat. Wijzelf moeten mijns inziens ook ervoor oppassen, dat we de instrumenten uit de periode van de zogenaamde Neo-Barok (1950-1970) niet ter discussie willen stellen. Diverse al of Kaarlje Schouwen-Duiveland. niet gecontroleerde werkzaamheden aan orgels uit die tijd (op Schouwen-Duive land: Dreischor en Nieuwerkerk, Hervorm de Kerk) alsmede enkele beschrijvingen van wijzigingen van dergelijke instrumen ten tonen aan dat we deze orgels graag willen aanpassen. Aanpassen waaraan? Aan de smaak van deze tijd? Datzelfde hebben wij toch luidkeels onze voorou ders verweten toen zij zich eerder deze eeuw vergrepen aan de instrumenten van Groningen (Martinikerk), Zwolle (Grote of St. Michaëlskerk), Amsterdam (Wester- kerk), 's Hertogenbosch (St. Janskathe draal), etc.? Of weten wij zeker dat wij nu meer objectieve normen hanteren? Noten 1) P.J. Wemelsfelder. 'Storm en stormvloed', in Gekwelde Grond - Schouwen-Duiveland in ramp en herstel (geheel herzien door Cor Pols), Zierik- zee 1977, p. 33-42. 2) Volgens een in 1990 gehouden voordracht door de Duitse orgeldeskundige Manfred Schwartz zou de Orgelbewegung in de jaren 30 volle ondersteuning hebben gekregen van de machthebbers van het Derde Rijk. 3) Uitvoerige informatie over de Orgelbewegung en de invloed daarvan in Duitsland. Denemarken en Nederland kan men vinden in Frans Brouwer, Orgelbewegung und Orgelgegenbewegung, Utrecht 1981, en Hans Kriek, Organum Novum Redivivum, Buren 1981. Zie ook: Frans Brouwer. 'Achtergronden van het ontstaan van het Neo- Barokorgel', in Het Orgel 87 (1991), p. 347-355. 4) Volgens Kriek zou daarvoor een bedrag van 2,5 miljoen zijn gereserveerd. P.H Kriek. 'Zierikzee Orgelstad'. in Het Orgel 60 (1964), p. 120. 5) Lambert Erné, 'De ontwikkeling van de orgelbouw- en spelkunst sinds het laatste N.O.V congres in 1953'. in Het Orgel 65 (1969), p. 301-307. 6) P.H. Kriek, 'Zierikzee Orgelstad'. in Het Orgel 60 (1964), p. 120-121. 7) A. Gootjens e.a., De Gereformeerde Kerk Bruinis- se 1868-1993. Bruinisse 1993, p. 28. 8) Zie het archief van de Orgelcommissie Gasthuis- kerk, een deel van het archief van de Hervormde Gemeente te Zierikzee. Het bevindt zich in het Streekarchivariaat voor Schouwen-Duiveland, Gemeentehuis Zierikzee. 9) Men liet de keuze op Marcussen vallen omdat de leden van de Commissie na een bezoek aan enke le nieuwe orgels onder de indruk waren gekomen van het Marcussen-orgel in de Utrechtse Nicolai- kerk (1956). 10) Artikel in Het Orgel 91 (1995). p. 143-144. 11) De Mixtuur, nr. 11 (oktober 1973), p 201. 12) J.H. Kluiver. Historische orgels in Zeeland, deel III: Schouwen en Duiveland, Tholen en Zeeuws Vlaanderen, z. pl. 1976. p. 121-122. Overdruk uit Archief 1976, uitgegeven door het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. 13) Zie B.L.L.J. Gores, Zierikzee Nieuw orgel in de r.k.kerk', in Caeciliablad, oktober 1868. p. 196. 14) Notulen 9 april 1957 kerkbestuur. In het archief van de R.K. parochie te Zierikzee. 15) H. Busch. Deutsche Orgelbauer und ihre Orgeln in den Niederlanden zwischen 'Romantik'. 'Verfall', 'Reform' und 'Orgelbewegung'. In Orgelkunst rond 1900, een bundel opstellen onder redactie van Ton van Eek en Herman de Kier, p 148-149 Alphen aan den Rijn, 1995. 16) Kluiver, t.a.p. p. 119-121. 17) Dit blijkt uit diverse stukken in het archief van de Lutherse Kerk te Zierikzee dat zich bevindt in het Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland te Zierik- 18) Archief Gereformeerde Kerk Zierikzee in het Streekarchivariaat Schouwen-Duiveland te Zierik- 19) J.H, Kluiver, Historische orgels in Zeeland, deel I: Zuid en Noord Beveland. in Archief 1972 1973 uitgegeven door het Koninklijk Zeeuwsch Genoot schap der Wetenschappen, p. 95-96. 20) G.J. Lepoeter, 'De Hervormde kerk te Kruiningen', in Bulletin van de Stichting Oude Zeeuwse Kerken nr. 28 (mei 1992). p. 11-12. 21) Artikel in Het Orgel, februari 1934. blz. 36. 22) Archief Kerkvoogdij Hervormde Gemeente Vlissin- gen. in Gemeentearchief Vlissingen. 23) Dit interview stond in Trouw van 18 december 1968 en is ook integraal afgedrukt in Het Orgelblad van maart 1969 van de Stichting Orgelcentrum. 24) Lambert Erné, 'Zwitsers orgel voor de Haagse Gro te Kerk', in Het Orgel 65 (1969). p. 2-6. 25) Met grote openheid gaf Erné deze informatie in het onder noot 24 genoemde artikel. 26) A.J. Gierveld. Inleiding tot de Orgelbouw, uitgave Gereformeerde Organistenvereniging, z. pl. 1979, p. 14-15. Ellemeet SCHOUWEN 5irjansland\ 'Schuddc-beur DUIVELAND MASTGAT

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1996 | | pagina 24