9 orgelmaker Willem van Leeuwen Gzn. te Leiderdorp. Het is een éénklaviers, mechanisch orgel met aangehangen pedaal. De dispositie is als volgt: Manuaal (C-g3, 1. Prestant 8', 2. Holpijp 8', 3. Octaaf, 4. Roerfluit 4', 5. Octaaf 2', 6. Mix tuur 4'. De prijs van het orgel bedroeg ruim 20.000.-. Kerkzegel Het zegel van de kerk van Waarde heeft als achtergrond het Maltezer of Johannie- ter Kruis. Dit is afgeleid van de priorij, die vroeger in Waarde bestond.10) In het randschrift werd daarom ook een verwij zing geplaatst, ontleend aan het Evange lie van Jezus Christus volgens Johannes 1:9: 'Het waarachtig licht, dat iederen mens verlicht, was komende in de wereld'. Aansluitend bij deze tekst zijn op de voor grond de zeven kaarsen van de Menorah geplaatst, hier dan tegelijk als symbool voor de in de kerk aanwezige kaarsenkro nen. (Openbaring 4:5: 'en zeven vurige fakkels brandden voor den troon'). In plaats van de kaarsenkronen zelf is geko zen voor een liggende halve-maan, herin nering aan de vrouw uit Openbaring 12:1 Het zegel is in 1986 vervaardigd naar een ontwerp van de stichting voor banistiek en heraldiek te Muiderberg. Slot Behalve de toren, die eigendom is van de gemeente Reimerswaal, berust de eigen dom van het historisch zo waardevolle gebouw bij de Hervormde Gemeente Waarde. De ongeveer 500 zielen tellende gemeente is daarom ook belast met het onderhoud van dit monument. Gelukkig is er, in vergelijking met de situatie op vele plaatsen elders, sprake van een hechte dorpsgemeenschap; een levende gemeente die de geestelijke en de daar mee verweven stoffelijke waarden op eigentijdse wijze weet te bewaren. Door het ontbreken van een gereformeer de kerk in het dorp is er geen basis voor een Samen-op-Weg proces. Hiertegen over zorgt een pastoraal samenwerkings verband met Yerseke mede voor de mogelijkheid om de predikantsplaats in stand te houden. Gezicht in de kerk met het orgel tegen de westelijke gevel. Toen deze foto gemaakt werd, waren de petroleumlampen nog niet in de kerk aanwezig. (Foto 1965, Rijksd Mon.zorg, Zeist) 1Als het waar is, zoals Steur en De Buck vermoe den, dat de Hinkelinge pas in 1134 door een grote inbraak ten zuidoosten van Kruiningen is ontstaan, dan zou Rilland daarvoor aan Zuid-Beveland heb ben vastgezeten. Het kan echter ook zijn dat de Hinkelinge ouder is en dat de stormvloed alleen het gebied rond de monding heeft aangetast. Daar, dus ter plaatse waar later Waarde en Valkenisse lagen, heeft de zee in de 12e eeuw inderdaad een groot gebied overspoeld en een vrij behoorlijke middellandlaag afgezet. Het centrale deel van het eiland, de omgeving van de dorpen Rilland en Mare, heeft vermoedelijk niet veel van de vloed van 1134 te lijden gehad. 2) De schenkingsoorkonde is niet bewaard gebleven, zodat er over het jaartal 1187 geen volstrekte zekerheid bestaat. Het voornaamste van de dispo sitie is terug te vinden in een oorkonde van paus Innocentius lil van 21 mei 1199, waarbij deze Ten Duinen in haar goederen bevestigt. 3) Op meerdere plaatsen in Zuid-Beveland hebben vanaf de 12de eeuw de cisterciënsers een zeer belangrijke rol gespeeld in de bedijkingen en ont ginningen Zij waren niet alleen technisch, maar ook financieel hiertoe uitstekend in staat. Zij heb ben de bedijking van Zuid-Beveland voltooid door op de meest critieke plaatsen dijken te leggen, op een moment dat de ambachtsheren hiertoe niet in staat waren. Behalve in Waarde waren dat in alle gevallen de cisterciensers van de abdij Ter Doest De indrukwekkende ruines van het abdi|complex van Ten Duinen bi| Koksijde, dat in de 16de eeuw in verval raakte en werd verwoest, zijn vanaf 1949 blootgelegd 4) Grangia: schuur, in hel bijzonder het grote stenen gebouw, behorend bij een boerderij of bij de uithof van een klooster, waarin de oogstvoorraden, tiend opbrengsten e.d. werden opgeslagen. De grangia onderscheidde zich door het hoge dak, de steile topgevel, de brede ingangspoorten en meestal door de driebeukige aanleg, hoge zolders en met rijpad in het midden. Op het terrein van Ter Doest bij Lissewege is een dergeli|ke schuur uit de 13de eeuw bewaard geble ven. 5) In 1222 wordt er tussen de abt van Ten Duinen en de kopers van Waarde een voorziening getroffen voor de aanstelling van een kapelaan. Hierbij is ook bepaald dat de nieuwe heren zelf een priester dienen te zoeken en die aan de abt voordragen, van wie zij dan het honorarium per jaar zullen ont vangen. In 1251 moest de abdij van Ten Duinen toegeven: 'dat die van Waarde een priester moe ten kiezen en die voordragen aan hun bisschop, die hem de zorg voor de relieken en de zielzorg voor de duur van zijn leven dient op te dragen' De heren van Waarde bezaten toen dus het volledige patronaatsrecht. Dit is slechts van tijdelijke aard geweest. In 1435 werd er tussen de ambachtsheren van Waarde en de abt van Ten Duinen getwist over het patronaatsrecht. De heren van Waarde lieten zich toen door de abt overtuigen en zagen van hun aanspraken af Nog in 1472 presenteert de abdij een priester aan de bisschop van Utrecht voor de vacante kerk van Waarde 'en diens aanwerving, voordracht en verzorging, alsmede alle verdere regelingen omtrent hem, blijken ons duidelijk toe te komen krachtens ons volledig patronaatsrecht'. 6) Een aanwijzing voor de aanwezigheid van het hoofdaltaar ter plaatse van de koorruimte van de zuidbeuk is de vondst van zodanig metselwerk in de noordwand van de koorsluiting, dat dit wijst op de aanwezigheid ter plaatse van een ruime sacra mentsnis Men stuitte hierop tijdens werkzaamhe den bij het aanbrengen van de wandbetimmenng in de koorsluiting in 1987. (informatie van L. Jaco- busse). 7) Vanaf de intrede van de hervorming op Zuid-Beve land in 1578 kerkten de inwoners van Waarde in Kruiningen tot 1583: 'wanneer de Gemeente van Waarden dagelijks in de ledematen toenam, en dat zij van 's Lands-Staten vrijheid verkregen, lot het plaatsen van een eigen predikant en leeraar. en met die van Valkenisse gecombineerd'.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1996 | | pagina 9