14
Nieuwbouwplan uit 1842 voor een kerk op dezelfde plaats aan de Blauwe Dijk (ARA,
R.K. Eredienst, no. 543)
icckcrnugcn
J.
i 1
4 1
"i <23 'f
i y
J' 'T
H
-
M
l-r
r-~> I
i
j
Ontwerp voor een te bouwen toren, kerkgebouw en sacristie op een aan beide zijden
ingesloten terrein aan de Lange Delft voor de rooms-katholieke gemeente te Middelburg
door de opzichter bij Rijkswaterstaat in Zeeland J. Bourdrez, Middelburg 23 augustus
1843 (ARA, R.K. Eredienst 1815-1870, no. 559)
Dit plan is dus niet doorgegaan. Dromen
als van de Koorkerk en een kerk op de
plaats van de Sint-Pieterskerk zijn dus
dromen gebleven.12
De Sint-Barbarakapel
als rooms-katholiek kerkgebouw
In 1798 werd een begin gemaakt met de
verdeling van de tot dan toe publieke
kerkgebouwen volgens het gelijkheidsbe
ginsel. Het zal de rooms-katholieken in
Middelburg spoedig duidelijk zijn gewor
den dat zij hun verwachtingen niet te
hoog moesten spannen. Gehoopt werd
op de Koorkerk, maar het kwam er uitein
delijk op neer dat zij in 1798 de kapel ver
wierven die eens behoorde bij het middel
eeuwse Gasthuis en die was gewijd aan
Sint Barbara.13
Deze Sint-Barbarakapel is een vrij rijzige,
enigszins onregelmatig gevormde, lang
werpige, eenbeukige kapel met een smal
lere driezijdig gesloten koorpartij. Aan de
voet is de muur voorzien van blindnissen,
waarboven spitsboog vensters. Bij het
latere gebruik was er een scheidingsmuur
opgetrokken tussen het schip en het koor.
Hoe de situatie in dit opzicht geweest is,
is nadat de kapel aan de rooms-katholie
ken was toegewezen, en voor zover ik
kan nagaan, niet bekend. Aannemelijk is
dat in die tijd het hoofdaltaar zich in de
koornis heeft bevonden met op de schei
ding van koor en schip een communie
bank. Hierover is niets bekend, evenmin
als over de verdere uitmonstering.
In een onlangs verschenen boekje over
de Gasthuiskerk wordt abusievelijk
gesuggereerd dat de katholieken na de
aankoop van de kapel hun schuilkerk aan
de Blauwe Dijk hebben verlaten.14 Beide
gebouwen werden naast elkaar gebruikt.
Overigens zal het de katholieken zeker
voldoening hebben gegeven over een
gebouw uit de middeleeuwen de beschik
king te krijgen. Er waren echter ook nade
len: de kerk was ingebouwd, onzichtbaar
aan de straat (Lange Delft), zodat de
nieuwe positie van gelijkheid van de
rooms-katholieken met de protestanten
niet tot uitdrukking kwam. Verder was het
aantal zitplaatsen beperkt. Ook verkeerde
het gebouw in slechte toestand, zodat er
het nodige geld moest worden gespen
deerd, terwijl de gemeente niet bijzonder
goed bij kas was.
Een en ander wordt verduidelijkt door de
stukken uit 1841Dan wordt ook gehan
deld over bouwvalligheid van de kapel en
het feit dat zij al jarenlang buiten gebruik
is.15
De geschiedenis leert dat er geen pogin
gen zijn ondernomen de Barbarakapel
afdoend te herstellen en eventueel uit te
breiden om haar te maken tot een repre
sentatief kerkgebouw, hoewel de
gemeente naar onze begrippen sier had
kunnen maken met die middeleeuwse
kapel, die toch een prachtig oud gebouw-