17 de toren van grenenhout vervaardigd wor den en volgens de 'Romeinse orde' bewerkt. Er komen blauwstenen vloeren in het voorportaal en het kerkruim tot aan het altaar. Het grondvlak waarop het groot altaar zich bevindt, zal worden belegd met marmeren vloerstenen van het te slopen gebouw. Ook nu kreeg Molkenboer opdracht om ook de stukken na te zien en te beoorde len. Terwijl hij eerder een reeks van bezwaren had tegen het ontwerp voor de Lange Delft, stemde hij nu zonder meer in met dat voor de Lange Noordstraat. Hij vond de plannen dit keer met veel zorg en in goede stijl vervaardigd en bij een zorgvuldige uitvoering zou een fraai en doelmatig kerkgebouw verkregen worden. Hij had geen belangrijke aanmerkingen. Zijn advies luidde de verlangde som toe te staan opdat een 'passend' kerkgebouw gesticht kon worden voor 'onze' geloofs genoten, die zich tot hiertoe zozeer heb ben moeten behelpen. Inderdaad is de bouw geëffectueerd. In de zijgevel werd een gedenksteen geplaatst met een opschrift betreffende de stichting. Wat de stilistische kant van het ontwerp betreft: opmerkelijk is het verschil in kwa liteit tussen de tekeningen voor de Lange Delft en die voor de Lange Noordstraat. Het verschil moet verklaard worden door de adviezen van de architect Molkenboer, die op verzoek van de Aartspriester naar de tekeningen voor de Lange Delft heeft gekeken en zijn kritiek onomwonden heeft verwoord. Van diens opmerkingen en aanwijzingen zal Bourdrez gebruik gemaakt hebben toen hij later de tekenin gen maakte voor het kerkgebouw aan de Lange Noordstraat. Wij mogen de vormgeving van de kerk in de Lange Noordstraat beschouwen als een gemiddelde van de Waterstaatskerk- bouw in de jaren veertig, waarbij dus wat er aan kwaliteit aanwezig was goeddeels op rekening kan worden geschoven van Molkenboer. In het vooraanzicht zijn op de gebruikelij ke manier twee hoofdelementen verenigd: een 'tempel'-bouw met fronton, met daar bovenop een koepelvormige toren. De gevelopbouw met vier Corinthische pilas ters op een hoog voetstuk die een onver sierd hoofdgestel en een driehoekig fron ton dragen. In de middelste van de drie traveeën is de voorpoort aangebracht met daarboven een omvangrijk boogvenster. De zijtraveeën vertonen op de begane grond een verdieping in een rechthoekig veld en daarboven een nis. In de twee nissen beelden van Sint Petrus en Sint Paulus, aan wie de kerk is gewijd. De bewaard gebleven stukken geven geen De kerk in de Lange Noordstraat stond in de rooiing van de andere huizen. Een toren kon worden gerealiseerd, maar de eis van het voorplein heeft men moeten laten vervallen (RAZ ZG Zl II 646) aanwijzingen over de totstandkoming van de beelden. De toren rijst even hoog op boven het fronton als dit laatste boven de straat. De koepel is gezet op een omvangrijk piëde stal, in hout uitgevoerd. Op deze zich ver jongende voet is de octogene, bolvormig bekroonde koepeltoren gezet. Dankzij het piëdestal, dat de helft van de hoogte in beslag neemt, is de koepel in het straat- en stadsbeeld duidelijk zichtbaar. Gerekend vanaf de straat waren er inwendig drie delen te onderscheiden. Allereerst een voorbouw met een portaal en aan weerskanten trappen die voeren naar de toren en de kap. Vervolgens de eigenlijke kerkruimte ofte wel 'het ruim der kerk', door Corinthische dubbelpilas- ters en gordelbogen verdeeld in vijf vak ken in de zuidwand, elk voorzien van een boogvenster. In de noordwand slechts twee vensters aan de altaarzijde. De ramen en de pilasters komen overeen in karakter met het raam en de pilasters in de voorgevel. In de derde plaats ten slot te het koor (het presbyterium) met aan weerskanten een sacristie. Het hoofdge stel van de kerkruimte is doorgetrokken over de wand met de triomfboog en in de driezijdig gesloten koornis. De ronding van de triomfboog, die de overgang van schip naar koor markeert, is in zeven vel den verdeeld. Onder de schelp van de koornis staat het hoofdaltaar. De koornis wordt verlicht door zijvensters in het eer ste travee. Tot zover de ontwerptekening. Prentbriefkaarten die het interieur weer geven zoals het in 1940 verwoest werd, geven details die ten dele afwijkend zijn. Zo was de triomfboog niet in zeven maar in vijf velden verdeeld. Dankzij de informatie die het kerkarchief

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1997 | | pagina 17