5 Christus aan het kruis, met aan zijn rechterzijde een wenende moeder Maria en aan zijn linkerzijde Johannes. De Madonna staat naast een heilige, waarschijnlijk, te oordelen naar de schelp die aan zijn staf hangt, Jacobus de Meerdere. Het Kind op de linkerarm van zijn moeder lijkt met de rechterhand de kroon op haar slapen te drukken, een voorstelling die een iconografi sche zeldzaamheid, zo niet een unicum genoemd mag worden. mens de eeuwen door graag anders, machtiger, voornamer heeft willen zijn dan zijn medemens, zal logischerwijs een beschilderd graf als statussymbool toch ook hebben meegespeeld. Ook al werd het dichtgemetseld en aan het oog ont trokken. Want alleen degene die over vol doende geld en aanzien beschikte, kon zo'n graf laten maken. Het gewone volk werd ter aarde besteld in een grafkuil op het kerkhof, vaak alleen maar gewikkeld in stro. Waar de grafkunst in al haar facetten a priori symbolisch is, is een zuiver symboli sche interpretatie van de meeste voorstel lingen in de schilderingen geboden. Belangrijkste voorbeeld is de vrijwel stan daard op het hoofdeinde aangebrachte kruisiging: Jezus aan het kruis, alleen of met een wenende moeder Maria aan zijn rechterzijde en Johannes aan zijn linker zijde, als symbool van de wederopstan ding. Het is alsof de franciscaanse geest zich hier op de wand heeft vastgezet. In de dertiende eeuw ondergaat de kruisi ging een grondige wijziging. Vooral onder invloed van de H. Franciscus van Assisi wordt Christus voorgesteld als het Slacht offer dat zichzelf vrijwillig opoffert voor de verlossing van alle mensen. De weg stond nu open voor een nieuwe waarde ring van het lijden van de Verlosser. De gestalte aan het kruis zien we met grotere klaarheid als de mens (Man van Smar ten). Het gereserveerde en majestueuze Byzantijnse type, de zogenaamde 'Chris tus triumphans', is uit de voorstelling ver dwenen. Het hoofd valt terzijde en uit de wonden vloeit water en bloed. Christus wordt nu stervende of dood afgebeeld, de gestalte wordt ontbloot en draagt slechts een lendendoek. De armen zakken door onder het gewicht van het lichaam, het hoofd hangt naar rechts (voor de toe schouwer links), de zijde waar Maria staat, de ogen zijn gesloten. De zijwonde spuit als een fontein. Het ineengezakte en verwrongen lichaam wordt nu afge beeld met gekruiste benen en de voeten worden met één nagel aan het hout van het kruis bevestigd. Het is opmerkelijk dat de doornenkroon die vanaf ca.1250 begint voor te komen in de kruisigings scène, en sterk het lijden benadrukt, in de Vlaamse grafschilderkunst bijna niet voor komt. Christus draagt hier steeds de kruisnimbus. Sinds de veertiende eeuw was de mis Humiliavit ter ere van de vijf wonden een der meest gewenste formu lieren. Het volk hechtte zeer aan die mis 'de quinque vulneribus' (van de vijf won den). Aan de tegenovergestelde korte zijde van het graf, het voeteneind, zien we, ook in overgrote meerderheid van de gevallen Maria met het kind Jezus, staand of tro nend. Heeft de Kerk aan het 'weesge groet' van de engel en Elisabeth (Lucas 1:28-42) niet de woorden 'Heilige Maria, Moeder van God, bid voor ons, zondaars, nu en in het uur van onze dood' toege voegd? De vervorming van het thema van de Maagd en het Kind ging samen met de sterke verandering van de voorstelling van Christus. Onder invloed van de Fran-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1997 | | pagina 5