De restauratie van de Sint Jacobskerk met toren en de herinrichting van de kerk 14 Inleiding Na de zeer uitvoerige beschrijving van de kerk en de toren door ing. M.H. Wilderom in het bulletin van de Stichting Oude Zeeuwse Kerken nr. 10 van mei 1983, zal ik mij beperken tot de restauratie en de herinrichting van de Sint Jacobskerk in Vlissingen in de jaren 1994 tot 1998. De aanleiding voor de restauratie van kerk en toren was gelegen in het feit dat door optrekkend zout de stenen van de muren en de pilaren benevens het stuc werk in de kerk ernstig waren aangetast. De gemeente Vlissingen had de kerk en toren op de lijst van te restaureren monu menten geplaatst, waardoor - na goed keuring door Monumentenzorg - het res tauratiewerk zeker was gesteld. De aanleiding voor de herinrichting van de kerk ontstond vanwege het feit dat de kerk in de winter koud en tochtig was, waardoor men er niet voor zijn plezier in vertoefde, terwijl de voetverwarming, bestaande uit buizen die boven de vloer uitstaken, obstakels vormden waar men over kon struikelen. De opstelling van de stoelen en de banken was in een vast, niet te wijzigen patroon vastgelegd. Een verder nadeel bestond uit het feit dat het liturgisch centrum te ver van de kerktuin was verwijderd, terwijl er voor de concer ten aparte podia gebouwd moesten wor den. Er waren evenmin goede keuken- en andere sanitaire voorzieningen aanwezig. De restauratie In april 1994 kon het eigenlijke werk door de commissie aanvangen. Allereerst werden de restauratieplannen besproken en werd nagegaan hoe de daarvoor nodige middelen vervroegd zou den kunnen worden verworven. Situatie voor de restauratie. De eigenaar van het gebouw - de kerk voogdij van de Nederlandse Hervormde Gemeente te Vlissingen - en de gemeen te Vlissingen hadden het gebouw op de lijst 'Restauratiebehoefteraming' van Monumentenzorg geplaatst, zodat het voorwerk voor aanmelding in het kader van het 'Besluit rijkssubsidiƫring restaura tie monumenten' reeds geschied was. Een tienjarig gesubsidieerd onderhouds plan van het gebouw liep al. De subsidies - 80 procent van de restau ratiekosten - zouden worden verstrekt tussen 1999 en 2003. De eerste stap werd gezet in de richting van de gemeente Vlissingen, waarbij het besluit van de kerkvoogdij om de restau ratie en herinrichting van de kerk op korte termijn aan te vangen werd medege deeld. De gemeente was enthousiast en zegde alle mogelijke medewerking toe. Tevens besloot zij dat gelijktijdig met de kerk de toren gerestaureerd zou worden. Het bedrag om de restauratie mogelijk te maken werd door het architectenbureau voor de kerk op 1.874.450 gulden en voor de toren op 1.200.000 gulden geraamd. Zoals u bekend, is de toren eigendom van de gemeente Vlissingen zodat een en ander ook door de gemeente wordt behandeld. Vanuit het architectenbureau werd de bekende architect ir. J.D. Poley belast met de directie. Uit het door het architectenbureau opge stelde bestek met de daarbij behorende kostenraming bleek dat de restauratie van zowel de toren als de kerk in hoofdzaak bestond uit het treffen van bouwplaats voorzieningen: aanbrengen van steigers; ontgraven t.b.v. herstel funderingen; betonwerk; voegwerk; metselwerk; tim merwerk; injecteer- en epoxybehandelin- gen; bereikbaar maken van het werk t.b.v. latere inspecties; loodwerk vernieuwen respectievelijk herstellen; buiten en bin nen natuursteen vernieuwen; moppen vervangen; stukadoorswerk; kozijnen; ramen en deuren nazien en herstellen, eventueel vernieuwen. Voor de kerk kwam daar nog bij: vlonders in de goten; dakkapellen gedeeltelijk ver nieuwen; klimijzers aanbrengen t.b.v. inspecties; dakdekkerswerk; glas-in- loodramen repareren; stukadoorswerk van de wanden en gewelven verwijderen c.q. vernieuwen en een onderzoek instel len naar het vocht- en zoutgehalte; het inpakken van orgel, kansel, kroonluchters en de banken in de nissen. Verder de ruimte in de kappen insectenvrij maken, loopbordessen aanbrengen, benevens het elektrisch licht uitbreiden. Tijdens de werkzaamheden kwamen nog

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1998 | | pagina 14