De plaats van de preekstoel
in de Koorkerk te Middelburg
19
Rechtsonder: het zesde Zeeuwse muziekfeest in de Koorkerk te Middelburg, 1861. (RAZ,
ZG, Zl III 320)
Onder: interieur Koorkerk Middelburg met preekstoel in het westen. (RAZ, ZG prentbrief
kaarten)
Rechts: bankenplan, 1949. (GA Middelburg, archieven van de Vrijzinnige Hervormden
[1862] 1895-1981, inv.nr. 130)
blijkt men toch weer gekozen te hebben
voor de west-richting. De preekstoel moet
onder het orgel, dat op het doksaal zal
worden geplaatst, komen te staan en de
kerkgangers zullen opnieuw met hun rug
naar het oosten zitten. Van de door de
heldere hoge ramen schijnende zon zul
len zij geen last hebben!
Maar toch blijkt het mogelijk de oost-rich
ting te herstellen. Onder invloed van de
toenmalige predikant ds. W.F, Metz wordt
het plan gewijzigd en wordt voor het eerst
sinds de Reformatie de 'heilige linie' her
steld. Op de plaats van het altaar met
groene tegeltjesrand in de vloer wordt
ruimte ingericht voor de avondmaalstafel
en de preekstoel uit 1621, afkomstig uit
de voormalige Zuiderkerk in Amsterdam,
wordt daarachter in het oosten geplaatst.
Hopelijk zijn daarmee de omzwervingen
van de plaats van de preekstoel in de
Koorkerk ten einde: Ex Oriente Lux.
Noot
1G.J. Lepoeter, 'De heilige linie'. Bulletin Stichting
Oude Zeeuwse Kerken 30 (mei 1993), 11-20.
Wie zich verdiept in de geschiedenis van
de Koorkerk, zal tot de ontdekking komen
dat de plaats van de preekstoel in de loop
der tijden steeds gewijzigd is.
In de reformatorische tijd werd in het oor
spronkelijk katholieke Koor van de Mid
delburgse abdij de preekstoel in het wes
ten geplaatst, onder het daarboven aan
gebrachte orgel. Op de plaats van het
altaar in het oosten van deze kerk werd
een vergaderruimte ingericht, die van de
eigenlijke kerk werd afgeschermd met
een afsluitende muur. Duidelijker kon
daarmee niet worden aangegeven hoe
'de heilige linie' ontkend moest worden.'
In de negentiende eeuw blijkt de opstel
ling van de preekstoel in de Koorkerk
gewijzigd te zijn. In 1861, bij de uitvoering
van het zesde Zeeuwse muziekfeest in
de Koorkerk, staat de preekstoel aan de
zuidzijde van de kerk en is het orgel aan
de oostzijde aangebracht. Hiermee is de
plaats van de preekstoel, die volgens de
katholieke traditie altijd aan de zuidzijde
behoorde te staan, zeer dicht genaderd,
maar de opstelling van de banken is
rondom de preekstoel geconcentreerd.
Na de verwoesting van de Abdij in 1940
worden de kerken weer opgebouwd en
opnieuw komt de vraag naar voren: waar
moet de preekstoel staan?
In het ontwerp voor de inrichting uit 1951