5 '/&Jz/J77yc>t 2. Ornament, balans en mannenfiguur aangetroffen op een van de zuilen van het koor van de Grote of Maria Magdalenakerk in Goes. Schets van D.A. Poldermans (1900). 3. Muurschildering in de N.H. kerk van Kapelle. Cartou che met bijbeltekst. (17de eeuw?). Opname uit 1896. aan muurschilderingen in die periode was, biedt de Voorlopige lijst uit 1922.6 Het treft dat hierin bij herhaling wordt geschreven over tamelijk recent ontdekte muurschilderingen die vervolgens, kort daarna, weer uit het zicht zijn verdwenen. Zo is dat bij de kerken van Brouwersha ven en Goes het geval. Voor de kerk van Brouwershaven gaat het om een frag ment: "Bij de restauratie in 1880 is in den omgang een fragment van eene muur schildering ontdekt met engelen en op schrift. Thans niet meer zichtbaar."7 In het geval van Goes betreft het meerdere muurschilderingen: "Muurschilderingen zijn (XXa) ontdekt op de kolommen tus- schen het midden- en het noordkoor en weder overgewit."8 In totaal noemt de Voorlopige lijst acht kerken met muurschilderingen of frag menten daarvan. Op de verdwenen schil deringen van de kerken van Goes en 4. Muurschildering in de N.H. kerk van Ovezande. Adrianus (15de eeuw). Opname uit 1887. Kapelle wordt thans wat nader ingegaan. Zij mogen als exemplarisch gelden voor wat er was en wat verdween. In de imposante Grote of Maria Magdale nakerk van Goes, een laatgotische kruis basiliek uit de vijftiende, zestiende eeuw, werden tussen 1898 en 1923 op verschil lende plekken muurschilderingen aange troffen. De informatie hierover is summier en niet eenduidig. Vaststaat dat in de jaren 1898-1900 op enkele zuilen van het schip muurschilderingen zijn ontdekt. Het bewijs daarvoor wordt, in de vorm van enkele sobere schetsen, bewaard in het gemeentearchief van Goes.9 Op de ach terzijde van een van deze schetsen staat een handgeschreven verklaring, geda teerd 27 juni 1898, met de volgende tekst: "De pilaar werd in juni 1898 ont bloot met toestemming van Heeren Kerk voogden. Het gevonden bevatte geen kunstwaarde men besloot een teekening in het kerkvoogden archief er van te plaatsen. Deze teekening werd vervaar digd door A.F.D. v.d. Wart." Op de voor zijde is in (later) typoscript toegevoegd: "Schets van het gevonden schilderwerk op de pilaar in de middenbeuk voor de 'weezenkapel'." Een andere schets is gemaakt door D.A. Poldermans. De bewaarde schetsen laten enkele randver sieringen zien, een weegschaal, een mansfiguur, een cartouche met het jaartal 1531, een miskelk met hostie, een kruis vaan en een cirkel. Hoogewerff schrijft in zijn, in 1937 ver schenen, tweede deel van De Noord- Nederlandsche Schilderkunst over muur schilderingen die ruim dertig jaar geleden waren ontdekt op de noordelijke zuilen van het koor van de Goese kerk.10 Hij heeft het met name over enkele apostel figuren, waarvan de gestalte van Paulus goed bewaard was gebleven en zonder bezwaar behouden had kunnen worden. Een foto van deze Paulus beeldt hij af (zie afb. 4). Hier doet zich nu iets vreemds voor. In de eerste plaats wekt het bevreemding dat van de betrekkelijk eenvoudige muurschilderingen die waren ontdekt, vrij consciëntieus schetsen zijn gemaakt en dat van de terzelfder tijd ontdekte apostelfiguren, en vooral de Paulusfiguur, geen schetsen zijn ge maakt. In de tweede plaats bevreemdt de iconografie van de op de foto afgebeelde Paulus. Wat ontbreekt is bijvoorbeeld de voor deze heilige zo typerende lange baard. Zou het kunnen dat Hoogewerff zich bij het verwerken van zijn 'Zeeuwse' gegevens heeft vergist? Het heeft er alle schijn van. Zeker als duidelijk wordt dat de heilige van de foto niet Paulus is, maar Adrianus en niet in Goes thuishoort, maar in Ovezande! Hier wordt later nog op teruggekomen. De muurschilderingen die in 1897-1900 tevoorschijn zijn gekomen, zijn min of meer bij toeval ontdekt. Van een restauratie in deze periode is niets bekend. Anders ligt dat bij de muurschilderingen die in het noordtransept van de kerk zijn ontdekt. In de jaren 1922-1930 vond de omvangrijke kerkrestauratie onder leiding van H. van der Kloot Meijburg plaats." Bij het begin van de werkzaamheden trof men in het noordtransept een fragmentarische muur schildering in bruin-rode kleuren aan. Herkenbaar waren een driemastschip met daaronder aan weerszijden daarvan grote ankers, een beschadigde randversiering met cartouches en daarboven, op enkele meters boven de grond, een breed opschrift waarvan de tekst niet kon wor den ontcijferd. Zeer waarschijnlijk heeft op deze plaats het schippersgilde zijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1999 | | pagina 5