Het orgel in de Hervormde kerk te Baarland. (Foto Jan Jongepier) Klaviatuur van het orgel. (Foto Jan Jongepier) moet in elk geval worden opgemerkt dat het een vermogende eigenaar geweest moet zijn, die bovendien over een woning met hoge kamers beschikt. Het orgel is immers zeer uitbundig uitgevoerd en beschikt voor een huisorgel over een riante dispositie op twee klavieren en een aangehangen pedaal. Daarnaast is het beduidend hoger dan de in de bouwtijd populaire kabinetorgels. Het is dan ook een huisorgel dat nergens op zo'n kabinetorgel lijkt. Het heeft een traditioneel opgezet orgelfront, dat aan sluit bij de kerkorgeltraditie. Het is uitgere kend Künckel geweest die tussen het jaar van de advertentie (1783) en de levering in Baarland (1786) twee huisorgels met twee klavieren en aangehangen pedaal heeft gemaakt, die ook van een traditio neel orgelfront waren voorzien. Overigens wijkt de inwendige opbouw van deze beide instrumenten, die alle twee nog bestaan, af van Moreau's opzet. Maar het blijft intrigerend dat wellicht het Baarland- se instrument, dat Künckel in de werk plaats kan hebben gehad, ooit nog als inspiratiebron heeft gediend. Wie thans het orgel als totaal aan schouwt. voor zover mogelijk op de krap bemeten orgelgalerij, raakt onder de indruk van de rijkdom en pracht van het eikenhouten meubel. Dan ook blijkt pas hoe belangrijk het is het meubel als geheel te kunnen zien. De schitterende vormgeving - die voor alle onderdelen geldt, vanaf vloer tot bekroning - is gemaakt om als geheel te worden aan schouwd. Daarbij vormen onderkas en front ook een hechte eenheid. Dit komt vooral bij de zijpartijen goed tot uiting. Er zit een classicistisch trekje in de uitvoe ring hiervan. In de onderkas manifesteren de zijpartijen zich duidelijk als pilasters. Daarom zijn de buitenste frontpartijen ook niet als ronde torens uitgevoerd, zoals bij kerkorgels veelal gebruikelijk, maar als vlakke velden, als waren het pilasters met cannelures. De bekroning van deze vel den doet dan ook aan een kapiteeltje denken. Meer orgelmatig is daarentegen de mid denpartij van het front, met de sterk naar voren springende middentoren en de wat concave tussenvelden. Vooral de wijze waarop deze drie frontdelen zich losma ken van de onderkas, is bewonderens waardig en inventief. Bewonderend zullen de gasten van de eigenaar ook naar de klaviatuur gekeken hebben, gevat in elegante hakstukken, met het beleg van edel donker hout op de ondertoetsen, en massief ebben boven- toetsen een kostbaarheid op zichzelf. Wanneer de bespeler zich aan het klavier zette, kon men zien hoe hij met zijn rech tervoet de blaasbalg van het orgel han teerde die in de onderkas van het orgel was opgesteld. Tot op heden herinnert een rond gat in de onderregel van de kas, rechts naast het pedaalklavier, nog aan deze oorspronkelijke constructie. Kerkorgel Ruim dertig jaar heeft de oorspronkelijke eigenaar het kostbare instrument kunnen

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1999 | | pagina 9