11
Detail van de klaviatuur. De sierlijke hakstukken van de klavieren zijn goed zichtbaar.
(Foto Jan Jongepier)
Het pijpwerk op de windlade. Op de achtergrond de achterzijde van de frontpijpen. Op de
voorgrond de lege plaats waar ooit nog eens een tongwerk kan worden ingezet. (Foto Jan
Jongepier)
resten van oude tinfoelie, wat een troos
teloos gezicht opleverde. Thans staan ze
er weer blinkend bij, nadat ze schoonge
maakt zijn en nieuw tinfoelie en bladgoud
opgebracht hebben gekregen. Door deze
handelingen zijn ook de typisch zuidelijke
driepuntenornamenten weer duidelijk
zichtbaar geworden.
Wat ook niet gereconstrueerd is, zijn de
vlamtongen, denkelijk ook verguld, die
tussen de voeten van de frontpijpen heb
ben gestaan. Andere Moreau-orgels
bezitten deze ornamentvorm wel, en bij
het orgel van Baarland wijzen de gaatjes
in de frontstokken, tussen de voeten van
de frontpijpen, erop dat ze hier oorspron
kelijk ook geweest moeten zijn.
Zeer omzichtig ten slotte zijn de orgelma
kers met de klank omgegaan. Na het in
de werkplaats uitgevoerde technisch her
stel van de bovenranden is het pijpwerk
eerst herplaatst en globaal gestemd. Hier
op is de klank geanalyseerd en zijn de
verdere handelingen protocollair vastge
legd. Daarbij is besloten de opsnede-ver-
anderingen niet te corrigeren. Aanvaard
moet worden dat er veranderingen zijn
opgetreden, waardoor in het fluiten-
ensemble de bas-gedeeltes meer grond
toon hebben verkregen en daardoor min
der present zijn geworden in verhouding
tot de discant. Nog steeds geldt echter
dat de overgebleven schoonheid in ruim
voldoende mate inspireert en verwondert.
Bewondering is tijdens het werk ook ont
staan voor de verfijnde en inventieve
wijze waarop Moreau het orgel heeft
gemaakt. De registers van beide manu
alen staan op één grote windlade, die van
twee ventielkasten is voorzien. De ventiel-
kast vooraan correspondeert met het
bovenklavier, waarop in hoofdzaak de
prestantregisters zijn gedisponeerd. Dit is
het krachtige en snijdende aspect van de
orgelklank. Aan de achterzijde ligt de ven-
tielkast van het onderklavier, dat de ele
gante verzameling fluitregisters bedient.
Alle onderdelen zijn bereikbaar. Dit heeft
Moreau tot stand gebracht door veel
onderdelen van de kas uitneembaar te
maken, met name aan de frontzijde. Aan
de achterzijde heeft hij schuifluiken
gemaakt die in sponningen heen en weer
schuiven. Bij de onderkas gaat dit zij
waarts, bij de bovenkas schuiven de lui
ken omhoog. Aangenomen mag worden
dat de opstelling in een salon deze oplos
sing mede heeft gedicteerd. Voor schar
nierende deuren zal in die situatie immers
de ruimte hebben ontbroken.
De Rijksdienst voor de Monumentenzorg
heeft ooit een lijstje samengesteld met
orgels die door deze dienst tot de Neder
landse 'top-tien' werden gerekend. Van
wege de unieke constructie en klank komt
het orgel van Baarland op deze lijst voor.
Na de thans uitgevoerde restauratie is
deze bewonderde schoonheid toeganke
lijker geworden zonder aan waarde in te
boeten. Dat is verheugend voor de
gebruikers, de bespelers, en voor de
eigenaar, de Stichting Oude Zeeuwse
Kerken. Het is ten slotte óók een compli
ment aan de restaurateurs.