De middeleeuwse kerk van Oud-Vossemeer in 1910 van de ondergang gered 4 G. SOPHIA VAN HOLTHE TOT ECHTEN Heel wat middeleeuwse kerken zijn in de vorige eeuw en nog in deze eeuw aan onder gang door afbraak ontsnapt. Daartoe behoort ook de kerk van Oud-Vossemeer. In dit arti kel zal in het kort over de geschiedenis van het gebouw en zijn geschiedschrijvers' verteld worden, zodat wij weten waar wij het over hebben. In het volgende nummer zal ingegaan worden op de voorbereiding van de bouw van een nieuwe kerk. Na veel strijd kon de sloop van het middeleeuwse kerkgebouw voorkomen worden, waardoor de weg vrijkwam voor een restauratie in 1910. Oud-Vossemeer deel van een ambachtsheerlijkheid Het dorp Oud-Vossemeer is van middel eeuwse oorsprong. Van oudsher vormde Oud-Vossemeer met Nieuw-Vossemeer en Vrijberghe één ambachtsheerlijkheid. De Heren van Vossemeer hebben halver wege de zestiende eeuw gepoogd de Eendracht ter plaatse te dempen, een Deltaplan avant la lettre. Vroeger was de Eendracht ondiep maar door de storm ramp in 1530 was de dijk tussen Rei- merswaal en Tholen vóór Bergen op Zoom doorgebroken, waardoor de Een dracht verbreed en verdiept werd. Vooral 's winters, bij ijsgang, was er geen com municatie mogelijk nog afgezien van de kosten van dijkherstel aan beide zijden langs de rivier. De bedoeling van de Heren was voorlopig een dam door de Eendracht te leggen en de afgesloten rivier te laten aanslibben en daarna de bedijking te voltooien met een tweede dijk in het noorden. Het zou overigens de bedoeling geweest zijn een deel van het water van de Een dracht als afwateringskanaal met sluizen te laten bestaan. Het plan is mislukt, voornamelijk door toedoen van de magi straat van Tholen, die andere steden meekreeg in zijn protest. Zij vreesden een terugval van hun stad als er bij Vosse meer een vaste verbinding met Brabant zou komen. In de winter van 1917 werd deze kwestie nog eens ter sprake gebracht toen de behoefte van een overbrugging van de Eendracht zich deed voelen bij de plan nen om een lokaal spoor door het eiland Tholen naar West Brabant aan te leggen.2 Het Rechthuis Tot de heerlijkheidsrechten behoorde onder meer het uitoefenen van de recht spraak in het ambacht. Dit gebeurde in het zogenaamde Rechthuis. Het oudste gebouwtje waarvan wij weten brandde af in 1576 tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Het is herbouwd in 1595 en in 1771 (eer stesteenlegging 1767). Het heeft een bor des en nissen in de voorgevel aan weers zijden van de ingang. Daarboven de wapens van de provincie en de heerlijk heid en het jaartal 1771Op het dak staat een klokkentorentje. Onder het gebouw bevinden zich twee gewelven voor gevan genen. In het dorpsbeeld vormt het gebouwtje naast de kerk een bijzondere noot. Het interieur omvat een ruime zaal met een schoorsteenstuk voorstellende de Gerechtigheid. Dit schilderij, vervaardigd door Jacob Xavery3, mocht in de tijd van het ontstaan met haar omlijsting, bestaan de uit de zestien wapenschilden der toen malige Heren van Vossemeer een pracht stuk heten. Het werd omstreeks 1910 gerestaureerd. Voor een en ander werd in 1913 1000,- geboden, terwijl aan enige oude stoelen, mede eigendom van de Heren, een waarde van 300,- werd toe gekend. Gelukkig werd niet ingegaan op het aanbod van de opkopers. In de Ambachtskamer is nog het restant aan wezig van een rouw- of wapenbord van een eigenaar van de heerlijkheid uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Zoals vaker het geval is, is in Oud-Vosse meer de band van de ambachtsheer met het dorp blijven bestaan. Uit te zoeken valt in hoeverre dit rouwbord afkomstig is uit de kerk en bij de Revolutie overge bracht naar het Rechthuis. De gemeenten Oud- en Nieuw-Vosse meer kregen in 1815 weliswaar een meer autonoom bestaan, maar behielden in het zogenaamde Ambachtsherenhuis hun centrale punt. Daar waar vanouds het bestuur en de rechtspraak waren geves tigd, werden de raadsvergaderingen gehouden. Daarnaast diende een klein vertrek als spreekkamer voor de burge meester. De gemeente heeft talloze malen geprobeerd het huis aan te kopen, doch zonder succes. Het was voor de Heren niet alleen de laatste representatie naar buiten toe, maar ook opslagplaats voor hun uitstekend bewaarde archief. Door een restauratie van het pand in 1954 is in grote lijnen het aanzien van 1771 behouden. Toen eind negentiende eeuw een nieuwe pastorie werd gebouwd, kreeg de ernaast liggende oude pastorie een bestemming als gemeentehuis. Oudste geschiedenis van de kerk Onze kennis van het kerkgebouw berust grotendeels op onderzoek door Adolph N.H. kerk te Oud-Vossemeer. westzijde. In de westge vel bevindt zich boven een eenvoudige deur een dicht gemetseld venster. Vier raampjes boven de deur zorg den voor de toetreding van daglicht aan die zijde van het gebouw. Rechts van genoemde deur een gotisch raam, dichtgemetseld, waarachter ten tijde van de opmeting de bergplaats van de spuiten en dergelijke te vinden was; aan de andere zijde leidde een trap naar de klokkentoren. (Foto Rijksdienst voor de Monumen tenzorg te Zeist, september 1901 Mulder1 en gegevens van restauraties. Volgens Mulder had de in het begin der zestiende eeuw aan Johannes de Doper gewijde kerk een rechthoekig grondplan, dat wil zeggen ten oosten van de toren een vijf traveeën lang schip en een iets smaller, twee traveeën diep koor met een uit drie zijden gevormde koorsluiting. Deze eenbeukige kerk zal een uitbreiding geweest zijn van de ongeveer 1450

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1999 | | pagina 4