18
In 1954 werd door de firma Flentrop te
Zaandam een advies uitgebracht aan
gaande noodzakelijke c.q. gewenste aan
passingen aan het orgel. Het zou echter
tot 1975 duren alvorens deze firma, onder
advies van de heer W.R. Talsma en na
een grondig onderzoek van het instru
ment, de ondertussen dringend nodige
restauratie uitvoerde. Niet alleen werd de
dispositie in zijn oorspronkelijke staat her
steld, maar ook de toonhoogte en stem
ming. Daartoe werden alle opschuivingen
en insnijdingen ongedaan gemaakt, zono
dig pijpen verlengd en het orgel gestemd
in een middentoonstemming. Hiermee
was het orgel weer herschapen in een
schitterend rococo-instrument met een
helder en sprankelend klankbeeld. De
kosten van de door Flentrop uitgevoerde
werkzaamheden bedroegen 155.000,-.
Het orgel heeft nu deze dispositie:
Hoofdwerk:
1. Bourdon 16'
2. Prestant 8'
3. Holpijp 8'
4. Octaaf 4'
5. Octaaf 2'
6. Flageolet 1'
7. Quintprestant 3'
8. Cornet 5 sterk
9. Sesquialter 2 st.
10. Mixtuur 3-4 st. bas/disc.
11Trompet 8'
Bovenwerk:
1Holpijp 8'
2. Viola di Gamba 8'
3. Gemshoorn 4'
4. Octaaf 2'
5. Quintfluit 3'
6. Carillon 2 st.
7. Vox humana 8'
Tremulant, ventiel
Aangehangen pedaal C-d
Gehalveerde klavierkoppeling.
De orgelkas bleef in 1975 geheel ongewij
zigd. Ook in de architectonische tekortko
mingen van de opstelling sinds 1913 is
niet voorzien, net zo min als in de wens
van de adviseur J. Kooiman om aan het
instrument een vrij pedaal toe te voegen.
Gewijd aan St. Gertrudis
Het is aan de uitvoerige naspeuringen
van dr. H.J. Kok te danken dat de patroon
heilige van de kerk van Kloetinge, die na
de Reformatie volledig uit beeld was ver
dwenen, omstreeks 1965 werd heront
dekt. Op grond van een document uit
1451 blijkt dat de kerk gewijd was aan de
Heilige Gertrudis van Nijvel.18
De H. Gertrudis - in de volksmond Sint
Geerte - werd geboren in 626 als dochter
van de Frankische hofmeier Pepijn van
Landen. Gertrudis trad op jeugdige leeftijd
in in het door haar moeder gestichte
klooster te Nijvel, waarvan zij reeds op
21-jarige leeftijd tot abdis werd gekozen.
Zij leidde een leven van boete en gebed,
gevoed door voortdurende lezing en stu
die van de H. Schrift. Zij overleed op 17
maart 659. Gertrudis van Nijvel kreeg in
grote delen van West-Europa een grote
bekendheid, waartoe ook haar adellijke
afkomst bijgedragen zal hebben. In de
volksdevotie werd haar hulp veel ingeroe
pen tegen ratten en muizen, alsook tegen
koorts, krankzinnigheid en reisgevaren.
Voor men op reis ging dronk men elkaar
Sint-Geerte-minne toe om een voorspoe
dige reis te verkrijgen. In onze streken
vond de verering van St. Gertrudis vooral
plaats in de elfde en twaalfde eeuw, de
tijd dat zij veel werd aangeroepen als
beschermster van zeelieden en reizigers.
Een directe band van de kerk van Kloetin
ge met de abdij van Nijvel is niet zicht
baar, hoewel die er wel geweest kan zijn.
Het is meer waarschijnlijk dat door de
grote verbreiding van de cultus van de H.
Gertrudis in de elfde en twaalfde eeuw,
een lokale en persoonlijke voorkeur de
keuze van het patrocinium heeft beïn-
Het beeldje van de H. Gertrudis aan de woning Parallel
weg 12. (foto T. Lepoeter-Boes)
vloed, los van de abdij. De feestdag van
de heilige is 17 maart.19
Het is niet gebleven bij de herontdekking
van het patrocinium. Sedert het gereedko
men van de restauratie in 1973 gaat de
kerk als Geerteskerk door het leven. Ook
de burgerlijke overheid heeft wat de
naamgeving betreft een steentje bijgedra
gen. Op 29 september 1969 besloot de
gemeenteraad van Kloetinge de naam
Kerkplein te wijzigen in Geertesplein. Dit
met het oog op de per 1 januari 1970
ingaande samenvoeging met de gemeen
te Goes.
Een aan tradities gehechte inwoner van
Kloetinge heeft ongeveer tien jaar gele
den een in de kerk van Nijvel gekocht
beeldje van de H. Gertrudis - samen met
een professioneel ogend informatiebordje
- op een passende wijze aan de gevel
van zijn toenmalige woning bevestigd.20
Zo herleeft een doodgewaand verleden.
Relatie met de ambachtsheerlijkheid
Een grote bijzonderheid is de door de
eeuwen heen in stand gebleven relatie
met de ambachtsheerlijkheid. Ten tijde
van de Reformatie kwam van vijf capelle-
rijen die in de kerk van Kloetinge gefun
deerd waren, het recht van begeving toe
aan de ambachtsheren. Dit is altijd zo
gebleven, het recht is steeds op de
opeenvolgende ambachtsheren en -vrou
wen overgegaan.
In 1846 kocht de heer J.J. Patijn in zijn
hoedanigheid van voogd over zijn klein
zoon J.C. Clotterbooke Patijn de am
bachtsheerlijkheid Kloetinge en daarmee
tevens de collatie van de capellerijen.
Tegelijkertijd werd het recht van de
Domeinen op eenderde der inkomsten
afgekocht. Hierdoor verviel de verplichting
om verantwoording over het beheer van
de goederen (ca. 80 gemeten land) af te
leggen. Op grond van de wet tot behoud
en ter verzekering der bestemming van
vicariegoederen zijn de opbrengsten door
de jaren heen hoofdzakelijk aan studie
beurzen besteed, aanvankelijk uitsluitend
voor theologische studenten.2' Ondertus
sen is hierin verandering gekomen. De
statuten van de stichting De vijf capellerij
en gefundeerd in de kerk van Kloetinge
zijn een aantal jaren geleden aangepast
aan de eisen van de tijd. Naast de moge
lijkheid van studiebeurzen is de stichting
nu ook betrokken bij culturele activiteiten.
Dit alles in relatie tot Kloetinge. De
betrokkenheid van de huidige ambachts-
vrouwe, mevrouw J.J. van Dijk van 't
Velde-Radermacher Schorer van Kloetin
ge, nazaat van J.C. Clotterbooke Patijn,
staat borg voor een zorgvuldige afweging.
In de kerk komt de sterke verbondenheid,