5 of het nu de Staten of de Gecommitteer de Raden (nu Gedeputeerde Staten) waren die de schenking deden. De ver huizing van het Zeeuws Archief laat ons hier in het ongewisse. Hoe het ook zij, we houden het veilig op een schenking van het provinciaal bestuur van Zeeland. In 1924 zag het er droevig uit, want door een brand werd de kerk zwaar bescha digd en ging het gebrandschilderde raam verloren. Uiteindelijk kwam het allemaal weer terecht, zij het dat epitafen ter ere van de familie De Huybert pas in 1992 werden gerestaureerd en wij nu, eind 1999, samenzijn voor het raam. Zo kom ik trouwens op nog een overeen komst tussen kerk en overheid: beide hebben een belangrijke taak in de cultuur overdracht. Ik wil hier even afzien van de puur religieuze betekenis, hoewel die mij, zeker ook gezien mijn achtergrond, aan spreekt. Ik wil het nu meer hebben over de instandhouding van kerkgebouwen en de cultuurschatten die in de kerken voor handen zijn. De kerkelijke gemeenschap pen hebben hierin, net als de overheid, een belangrijke taak. U als kerkelijke gemeente van Burgh hebt die taak ter hand genomen. En als gevolg daarvan heeft glazenier Hagemeier, denk ik, een uitdagend werk gehad aan de restauratie van het werk van zijn toenmalige vakbroeder Cornelis van Barlaer. Het oorspronkelijke raam wordt aan zijn hand toegeschreven. Ik vind het een voorrecht als vertegen woordiger van Hare Majesteit de Koningin én als voorzitter van het Prins Bernhard Cultuur Fonds Zeeland hier de officiële handeling te mogen verrichten. Ik ben weliswaar geen eerste edele, zoals die bestonden ten tijde van de eerste ver vaardiging van het raam, maar door mijn positie zie ik toch de continuïteit in de ver tegenwoordiging van het Huis van Oranje in Zeeland. Ik wil u en mijzelf niet langer in spanning houden en daarom overgaan tot de ont hulling. Ik spreek daarbij de wens uit dat kerk en raam tot in lengte van jaren een sieraad voor Burgh mogen zijn." Toespraak door H. Uil, gemeente archivaris van Schouwen-Duiveland "Ik wil u meenemen naar 75 jaar geleden. Schouwen-Duiveland was nog een echt eiland waar het stil en gemoedelijk was. De landbouw was de economische steun pilaar. Het overgrote deel van de bevol king vond daarin zijn werk en de winke liers en ambachtslui waren voor een groot deel afhankelijk van de boeren en hun arbeiders. De Schouwse duinstreek bood een prachtige aanblik. De brede stranden, de forse duinen en het vele groen gaven de westhoek van het eiland een grote bekoring. Tegen die duinen aan lag het stille Burgh waar het goed toeven was. Ook voor degenen die het eiland kwamen bezoeken en wilden meegenieten van de flora en fauna. Rust en stilte waren het kenmerk van de jaren twintig. Over Burgh waakten burgemeester-secre taris Boot en zijn gemeenteraad. De geestelijke belangen werden behartigd Rechts: de Hervormde kerk te Burgh voor de brand. Onder: het blussen van de brand op 25 september 1924, (Foto's collectie Gemeentearchief Schouwen-Dui veland) door ds. Boogaard en zijn kerkenraad. De kerkvoogdij maakte zich op om het 250- jarig bestaan van het kerkgebouw te gaan herdenken. Rustig en stil was het ook op de vroege morgen van de 25ste september 1924. Maar toen klonk de kreet: 'De kaereke stae in brand!' Zwarte rookwolken stegen op uit de kerk en de toren. Het gebeurde allemaal zo snel dat het ook niet meer mogelijk was de klok te luiden. Het brand- spuitje dat Burgh rijk was, werd meteen tevoorschijn gehaald. De met de hand bediende zuigperspomp werd opgesteld om het vuur te bestrijden, ledereen die maar helpen kon, was in de weer om de overal vandaan gehaalde emmers met water door te geven, die geleegd werden in een ton waarin de zuigslang was gelegd. Het was duidelijk dat met deze primitieve middelen de brand nauwelijks bestreden

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2000 | | pagina 7