boeken. Naast de gekleurde stoelen is de historische orgelkas (Jan Albertsz. Schut en Jasper Waageman, 1690-1693) het enige gekleurde element in de kerk en daarmee een enorme blikvanger. De in het atelier van Joop van Litsenburg in Amsterdam gerestaureerde luiken (oor spronkelijk geschilderd in 1692 door Hendrik Tiedeman) hebben hun oor spronkelijke glans en vrolijkheid weer teruggekregen. Bij de restauratie zijn de bruin geworden waslagen verwijderd en alle beschadigingen gerepareerd. De lui ken van het hoofdwerk zijn op een nieuw kunststof frame gespannen door de firma Van den Brink uit Stompwijk (gespecialiseerd in scheepsrompen) en het mechaniek is dusdanig aangepast dat de luiken nu ook weer gesloten kun nen worden, zoals dat bijvoorbeeld tradi tie is in de veertigdagentijd. Ook de kas glimt als vanouds door het poetsen van het houtwerk; een lastig karwei omdat in de loop der eeuwen veel aan de kas geprutst is met verschillende hout- en laksoorten. Na het schuren van al het houtwerk - waarbij oude verflagen ont dekt werden die aantonen dat de kas ooit beschilderd geweest is, wat in de tijd van de barok gebruikelijk was - is dit opnieuw laagje voor laagje in de was gezet, terwijl de versieringen rondom het pijpwerk beschilderd werden met goud kleurige verf en overige versieringen in het beeldhouwwerk van Waageman ver guld werden. Ondanks de opfleuring van het geheel die door verschillende advi seurs nodig geacht werd (en die uitein delijk ook verkregen is), werd niet geko zen voor het vergulden van alle beelden en ornamenten die in het verleden met lijnolie met bronspigment beschilderd waren om een soort bronseffect teweeg te brengen. Dit zou een geweldige 'ver- kitsching' van de kas met zich meege bracht hebben. Hoewel daar in andere kerken wel voor gekozen werd, zou het in het geval van de Nieuwe Kerk een heel vreemde toevoeging geworden zijn, waarvoor men dus beslist niet gekozen heeft. Vanwege de akoestiek hebben de stoelen een stoffen zitting nodig; voor het orgel kan de kerk niet leeg genoeg zijn: hoe 'harder' het gebouw, hoe beter het orgel klinkt. Poetswerk, verguldsel en luikenrestaura tie kostten bij elkaar ongeveer 230.000,-, terwijl een grondige renova tie van het instrument zelf (gepland in 2002) nog eens 400.000,- zal gaan kosten. Dan pas zal ook de Rijksgebou wendienst gereed zijn met het onder houd van het leiendak, de gemetselde gevels en het loodwerk in de blanke goti sche ramen, waarmee waarschijnlijk in mei 2001 van start gegaan zal worden. Na afloop daarvan zal de hele vernieu wingsoperatie achter de rug zijn, en daarmee zijn we dan weer terug bij het begin: bij het daglicht dat door die ramen zo prachtig naar binnen valt en de kerk ruimte met zijn eigenzinnige interieur voorziet van glans en karakter midden in de onvoorspelbare wereld.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2001 | | pagina 8