De gedenksteen voor Hadrianus Junius
in de Koorkerk te Middelburg
15
snede over de breedte, het grondplan,
een detailtekening van het raam, de
lengte- en dwarsdoorsnede van de
toren, een schets van de doopbekken
drager en een (reeds genoemd) paneel
van de lambrizering. Hier en daar heeft
hij er afmetingen bij gezet.
Mulder eindigde met de opmerking waar
aan wij reeds refereerden: "Hoe eenvou
dig het kerkje ook was, het gaf toch ge
heel het type van het midden der zeven
tiende eeuw weer en daarom was een
opname van het kerkje toch interessant."
Noten
1Dit artikel kan beschouwd worden als een aan
vulling op J. van der Baan, De Hervormde
Gemeente van Terneuzen en hare Leeraren,
Temeuzen 1894, en ook op het boek van J.
Wesseling, De Geschiedenis van Terneuzen,
Terneuzen 1958.
2. Algemeen Rijksarchief (A.R.A.), inv. 2.04.13, nr.
1330.
3. Zeeuws Archief (Z.A.), archieven Hervormde
gemeente Terneuzen 1638-1966, nr. 187,188.
4. Z.A., archieven Hervormde gemeente Temeu
zen 1638-1966, nrs. 135, 136, 140, 141, 149,
151, 158, 159.
5. Van der Aa. Aardrijkskundig Woordenboek,
1846, p. 81.
6. Rijksdienst voor de Monumentenzorg te Zeist,
Tekeningenarchief Temeuzen.
7. Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlan
den, deel II, beschrijving Generaliteitslanden,
Amsterdam 1751, pp. 525, 526 en 530.
8. G. Sophia van Hoithe tot Echten, Un élève de
l'Ecole de Polytechnique de Paris a l'osuvre
dans Ie Département des Bouches-de-l'Escaut,
vers 1812, Gazette des Beaux Arts, février
1986, Paris, pp. 79-81.
9. Z.A., Inventaris Kadastrale plans van Zeeland
1812-1975, nr. 6261.
10. Wesseling, p. 237.
11Z.A., Archief Staten van Zeeland, nr. 511Aan
genomen mag worden dat Cornelis Barlaer dit
raam heeft vervaardigd. Barlaer maakte zowel
het raam voor Zaamslag als voor Biervliet. De
kerk van Biervliet is eveneens in 1659 aanbe
steed. Aan de magistraat van Biervliet werd
"toegestaen soodanige glas met inscriptie van
't wapen van Zeeland als aen die van Neuse
voordeze is geconsenteert geweest." De be
stekken voor de kerken van Zaamslag, Terneu
zen en Biervliet waren in opdracht van de
Gecommitteerde Raden van Zeeland gemaakt
door "s lands werkbazen'. Door de ramen werd
de band met de opdrachtgever uit Middelburg
benadrukt.
12. Artikel 5 in het bestek van 1659.
13. J. Platteeuw, Zaamslag door de eeuwen heen,
Terneuzen 1968, pp. 39 en 64.
14. Z.A., Archief Staten van Zeeland, nr. 511
15. Zie noot 4. nr. 158.
16. Zie noot 4, nrs. 136 en 159.
17. Een voorbeeld hiervan is het volgende. In het
bestek van 1850 is de afmeting van het nieuwe
voorportaal 3,25 el buitenwerks. Op de 'situatie
etc. uit 1966' wordt deze met 3,20 meter aan
geduid.
18. Zie noot 4, nr. 135.
19. Het uit ongeveer 1700 daterende doopbekken
wordt niet meer genoemd in de Voorlopige lijst
der Nederlandsche monumenten van geschie
denis en kunst, dl. 6. De provincie Zeeland,
Utrecht 1922.
A.A. VAN DER POEL
In aansluiting op het artikel 'De plaats
van de preekstoel in de Koorkerk te Mid
delburg' door A. van Santen,1 volgt hier
een mededeling betreffende een
gedenksteen in de muur van de Koor
kerk tegenover de preekstoel, zoals die
in 1861 was geplaatst.
Op de in genoemd artikel gereprodu
ceerde litho, voorstellende 'Het zesde
Zeeuwsche Muziekfeest gehouden te
Middelburg', is deze gedenksteen duide
lijk te zien, links op de afbeelding.
Dit monument bestond uit een witmar
meren plaat en was omlijst door blauw
hardsteen. Aan de onderzijde bevond
zich een enigszins uitstekende lijst,
gestut door twee consoles van wit mar
mer. Het geheel werd bekroond door een
fronton met palmetversiering, eveneens
in wit marmer. Uit nameting van de res
tanten is gebleken dat de hoogte van het
geheel ongeveer 2,35 meter moet zijn
geweest en de breedte 2,20 meter.2
De marmeren plaat droeg als opschrift:
TER GEDACHTENIS
VAN
HADRIANUS JUNIUS
DOOR ZIJNE GELEERDHEID
EEN SIERAAD DER XVI EEUW
GEBOREN TE HOORN
EN IN DIT KERKGEBOUW BEGRAVEN
HET ZEEUWSCH GENOOTSCHAP
DER WETENSCHAPPEN
MDCCCXLII
Wie was deze Hadrianus Junius?
Hij werd geboren op 1 juli 1511 te Hoorn
als zoon van Pieter de Jonge, burge
meester aldaar, en Maria Dirks. Hij stond
toentertijd bekend als Adriaen de
Jonghe. Wegens zijn veelbelovende aan
leg ontving hij een zorgvuldige opvoe
ding. Hij studeerde onder meer te Leu
ven en te Parijs in de geneeskunde en
de wijsbegeerte. Het is van hem bekend
dat hij veel reisde.
Te Bologna werd hij bevorderd tot doctor
in genoemde wetenschappen. Daarna
werd hij in Engeland de lijfarts van de
hertog van Norfolk. Deze droeg de titel
van earl-marshall en had de algemene
leiding bij koninklijke plechtigheden zoals
de kroning, huwelijken en begrafenissen.
Dit ambt is erfelijk en wordt tot op heden
vervuld door een hertog van Norfolk, met
name Lord Beaumont die, evenals zijn
voorgangers, trouw is gebleven aan de
rooms-katholieke kerk. De hertog is de
belangrijkste persoon in rangorde na de
leden van het Koninklijk Huis.
Van 1562 tot 1563 was Hadrianus Junius
- zoals hij zich was gaan noemen - lijf
arts van koning Frederik II van Denemar
ken (1559-1588) en opvoeder van de
kroonprins, de latere koning Christiaan
IV (1588-1648). Reeds in 1563 keerde