15 betaald, ongeacht de leeftijd van de overledene. De kerk was verantwoorde lijk voor het onderhoud van de buitenbe graafplaats.20 Eenduidiger was de toestand in Middel burg. Hier werd in 1830 de algemene begraafplaats aan de Westelijke Oude Havendijk in gebruik genomen. Vanaf die tijd werd er niet meer in de kerken en op de kerkhoven binnen de stad begraven. De belangrijkste kerk binnen Middelburg, de Sint-Pieters- of Noordmonsterkerk, die sedert vele jaren als begraafkerk had gefungeerd en die zwaar in verval was geraakt, werd enkele jaren daarna afge broken. Dit heeft zonder twijfel een aan zienlijk verlies aan historisch waardevolle grafmonumenten ten gevolge gehad.21 1869: eindelijk schoon schip De behoefte aan duidelijkheid en aan een op de eisen van de tijd afgestemde allesomvattende regeling bleef bestaan en werd in feite steeds groter.22 Het zou echter tot 1869 duren voordat alle as pecten van de lijkbezorging in een duide lijke wettelijke regeling werden vastge legd.23 Deze wet bepaalde dat in elke gemeente minstens één algemene begraafplaats diende te zijn of te worden aangelegd, voorzien van een afsluiting van minstens twee meter hoog, bestaan de uit een muur, heining, rasterwerk of heg. De begraafplaats diende minstens tienmaal de oppervlakte te hebben die vermoedelijk jaarlijks voor het begraven nodig zou zijn. De afstand van de begraafplaats tot de bebouwde kom moest minstens vijftig meter zijn en bin nen die afstand mochten geen gebou wen worden opgericht of putten gegra ven. Boven elkaar begraven was toegestaan. Tussen de kisten diende zich dan mini maal dertig centimeter aarde te bevin den. De bovenste kist moest met min stens vijfenzestig centimeter aange stampte aarde bedekt zijn. Als onderlin ge afstand tussen de graven gold mini maal dertig centimeter. Ten behoeve van de gemeentekas werd begrafenisrecht geheven. Dit was ter dekking van de kosten van aanleg en onderhoud van de begraafplaats en van de kosten van doodgravers en toezicht houders. Armlastigen moesten ten laste van de gemeente ter aarde worden besteld. Op verzoek kon tegen betaling de klok van de burgerlijke gemeente worden geluid. Het begraven mocht niet meer vroeger dan 36 uur of later dan op de vijfde dag Het oude gedeelte van de algemene begraafplaats aan de Westelijke Oude Havendijk te Middelburg. (Foto T. Lepoeter-Boes) Het kerkhof bij de negentiende-eeuwse Sint-Blasiuskerk te Heinkenszand. (Foto T. Lepoeter-Boes) na het overlijden plaatsvinden. Uitzonde ringen hierop konden alleen gemaakt worden op basis van een geneeskundige verklaring. Behalve de algemene begraafplaatsen was er ook de mogelijkheid voor bijzon begraafplaats beschikte, een afzonderlijk deel van een algemene begraafplaats worden ingericht. Om nu voor eens en voor altijd een eind te maken aan het begraven in de kerken, bepaalde artikel 16 van de wet: "De toe- dere begraafplaatsen. Deze konden ten behoeve van leden van een kerkelijke gemeente worden aangelegd. Ze moes ten aan dezelfde voorwaarden voldoen als de algemene begraafplaatsen. Daar naast kon op verzoek van een kerkelijke gemeente die niet over een eigen gang of ingang van een graf of grafkel der mag niet in een kerk of ander geslo ten gebouw zijn." De wet kende enkele overgangsbepalin gen. De bestaande begraafplaatsen (de kerkhoven bij de kerken) mochten als zodanig in gebruik blijven, onder voor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2001 | | pagina 15