waarde dat de afstand tot de bebouwde kom (de omringende woningen enz.) minstens vijfendertig meter was en indien overigens aan alle andere voor waarden werd voldaan. Binnen vijf jaar na afkondiging van de wet moesten alle begraafplaatsen volgens de regels zijn ingericht. Al kostte het vele gemeentebesturen hoofdbrekens om binnen de gestelde termijn de nodige regelingen getroffen te hebben, de wet van 1869 is goed nage leefd. Van de oude stads- en dorpskerk hoven waren er vrijwel geen die in stand konden blijven. De afstand tot de omrin gende woningen was bijna overal te klein. Wel waren er op verschillende plaatsen nieuwe - hoofdzakelijk katholie ke - kerken, waar het naastgelegen hof voor de oude begraaffunctie in stand kon blijven. In de volksmond is tot op de dag van vandaag voor de buiten stad en dorp gelegen begraafplaats de oude en ver trouwde naam 'kerkhof' gangbaar geble ven. 1Encyclopedie van Zeeland, deel 2, pag. 553. 2. Hulsbergen. De opgelegde reformatie, in Zeeuws Tijdschrift 1981nummer 2. 3. Bouterse, Classicale Acta, pag. 406. 422. 4. Reglement kerkrechten stad Goes. 1760, arti kel 26. 5. In Goes was in 1680 de prijs van een graf in het koor 10 Vis. 60,-), in de zogenaamde nederkerk 6 Vis. 36,-). In 1760 was dit respectievelijk 12.10.0 Vis. 75,-) en 8,13.4 Vis. 52,-). Reglement kerkrecht stad Goes. Van Swigchem, Een huis v 255. ir het Woord, pag. 7. Voor bijzonderheden over de grafmonumenten van de gebroeders Ockerse en Pieter Mogge, zie bulletin nummer 14, pag. 6-13, en bulletin nummer 38, pag. 3-9; voor het praalgraf van de gebroeders Evertsen, zie bulletin nummer 20, pag. 12-18, en tijdschrift Zeeland, jaargang 8, nummer 3, september 1999, pag. 107-114. 8. Gemeentearchief Kapelle, inv.nr. 1Resolutie boek van de ambachtsheren van Kapelle en Biezelinge 1624-1680, fol. 78v. 9. M.G.A. de Man, De opleesrol der begrafenis van Jacoba Duvelaer, 18 februari 1667, pag. 1, in Archief Zeeuwsch Genootschap der Weten schappen, Middelburg, 1932. 10. Reglement kerkrechten stad Goes, 1760, arti kel 25. De genoemde bedragen luiden in gul dens respectievelijk 116,70 voor een volwas sene, 58,35 voor een kind jonger dan 15 jaar en 29,17</2 voor een baby. Voor die tijd waren dit bedragen die alleen door vermogende bewoners opgebracht konden worden. 11G.J. Lepoeter, Maria Coomans, ambachtsvrou- we van Wemeldinge, Goes. 1998. Op pag. 30- 32 een beschrijving van de begrafenis van Maria Coomans op 12 augustus 1791 in de Grote Kerk te Goes. De begrafenisstoet moet in de kerk zijn voor half twaalf in de ochtend. Later begraven is mogelijk tot kwart voor een. Dit levert een per kwartier oplopende extra kos tenpost op. Maria Coomans wordt omstreeks twaalf uur begraven. Dit kost 2.6.8. 14,-) extra. Men koos vaak voor het begraven in de extra tijd om te voorkomen dat men samen met een andere begrafenisstoet in de kerk was. 12. Kok, De geschiedenis van de laatste eer in Nederland, pag. 115. 13. P. Sijnke en A. van Waarden-Koets (redactie), De Oostkerk, 'Een heerlijk stuk der Heden- daagsche Bouwkunde', geschiedenis en res tauratie van de Middelburgse Oostkerk, Goes, 1997, pag. 41. 14. Als noot 9, pag. 12: Een zeventiende-eeuwse reiziger, de Boheemse predikant Abel Samuel Hartman, die in het midden der eeuw (1657) Middelburg bezocht, zegt omtrent deze wapen borden o.a. het volgende: "Het is opvallend, dat bij een sterfgeval van iemand uit aanzienlijke kringen, het geschilderde wapen van den over ledene boven de huisdeur wordt gehangen, met een onderschrift, waarin het jaartal en de dag van het overlijden worden vermeld. Als het wapen lang genoeg buiten heeft gehangen, wordt het naar de kerk gebracht, waar de doode begraven is en daar opgehangen. Deze gewoonte schijnt in heel Zeeland te bestaan." In de achttiende eeuw werd het wapenbord voor de rouwstoet uitgedragen. 15. Midden in het centrum van Parijs bevond zich tot het einde van de achttiende eeuw een grote begraafplaats. Het is wellicht de beroemdste die Europa heeft gekend: de Cimétière des Saints Innocents (de Begraafplaats van de Onnozele Kinderen). In 1780 stortte een muur in van de kelder van een huis naast de begraafplaats en nog niet verteerde lichamen werden plotseling aan de lucht blootgesteld. Dit verergerde de toch al ondraaglijke stank (pas als een massagraf gevuld was, werd het defini tief gesloten). Na dit incident werd een verbod tot verder gebruik van de begraafplaats uitge vaardigd. 16. Verhandelingen Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1775, deel IV, pag. 629-668. 17. Als noot 16, 1786, deel XII, pag. 3-212. 18. Hoewel dit werk niet volledig compleet en betrouwbaar is, heeft P.J. Rethaan Macaré uit Middelburg kans gezien de in de kerken aan wezige wapenborden vóór de verwijdering te tekenen en te beschrijven. Dit handschrift in vier delen bevindt zich in het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag, in afschrift in het Zeeuws Archief te Middelburg. Voor meer bijzonderheden over de wapenborden, zie bul letin nummer 29, pag. 9-13. 19. In Wemeldinge werd de overleden predikant Jan Kamerman in 1852 in de kerk begraven. (C. Dekker, Het kerkje van Adriaan van Velzen, in Historisch jaarboek voor Zuid- en Noord- Beveland, nummer 6, 1980, pag. 89) 20. Archief stad Goes, inv.nr. 1998, extract notulen raadsvergadering stad Goes, 3 mei 1806. 21P. Sijnke en A. van Waarden-Koets (redactie). De Oostkerk, 'Een heerlijk stuk der Heden- daagsche Bouwkunde', geschiedenis en res tauratie van de Middelburgse Oostkerk, Goes, 1997, pag. 41-43; I.H. Vogel-Wessels Boer, De Sint-Pieterskerk te Middelburg, in tijdschrift Zeeland, jaargang 8, nummer 4, december 1999, pag. 121-132. 22. Als voorbeeld van de praktische toestand op het kerkhof in het midden van de negentiende eeuw noemen we Kapelle. Hier was op de rand van het kerkhof in 1829 een nieuwe school gebouwd. Het begraven vond plaats tot op een afstand van hooguit twee tot drie meter van de school. Bijlo schreef: "Af en toe kwam er, wan neer er eens een graszode moest gestoken worden of een putje gegraven voor een of ander spel, wel eens een werveltje of ellepijpje van één onzer voorouders voor den dag, doch dat werd weer met den grootsten eerbied aan de Schoot der Aarde toevertrouwd. Hoe ruw de dorpsjeugd ook kon zijn, daar werd niet mee gespot, daar had men respect voor. Voor de jeugd was het kerkhof echter alles. Het was het speelterrein bij uitnemendheid voor 'krijgertje', voor 'herder laat je schapen gaan', voor 'haasje over'." (J. Bijlo, Kroniek van Kapelle-Biezelinge en Eversdijk, Middelburg, 1923, pag. 110) 23. Wet van 10 april 1869, "tot vaststelling van bepalingen betrekkelijk het begraven van lijken, de begraafplaatsen en de begrafenisregten", met dagtekening 19 april 1869 opgenomen als nummer 65 in het Staatsblad. Bronnen J. Bouterse, Classicale Acta 1573-1620 IV Provin ciale synode Zeeland, Classis Walcheren 1602- 1620, Classis Zuid-Beveland 1579-1591, 's-Graven- hage, 1995. Encyclopedie van Zeeland, deel 2, pag. 268, 553- 555. R.J. Hirsch, Doodenritueel in de Nederlanden vóór 1700, Amsterdam, 1921. S.J.M. Hulsbergen, De opgelegde reformatie van Zuid-Beveland In de 16e eeuw, in Zeeuws Tijd schrift, 1981nummer 2. F.H. de Klerk e.a.. Katholiek Beveland van 1600- 1738. Kroniek van Claus, Goes, 1990. H.L. Kok, De geschiedenis van de laatste eer in Nederland, Lochem, 1970. H.L. Kok (hoofdredactie), Begraven en begraafplaat sen, monumenten van ons bestaan, Utrecht, 1994. L.A. Nieuwenhuijse, Het protestantiseringsproces op Zuid-Beveland in de periode 1577-1618. niet uitge geven doctoraalscriptie RU Leiden, 1984. Ordonnantie en reglement gearresteerd bij de hee- ren Borgemeesters en Raden regeerders der stad Goes, gaande over eenige zaken de Kerke der voorsz. Stad betreffende, vastgesteld 30 november 1680, herzien en opnieuw vastgesteld 23 oktober 1716, 8 juni 1743, 23 augustus 1760. C.A. van Swigchem e.a., Een huis voor het Woord, het protestantse kerkinterieur in Nederland tot 1900, 's-Gravenhage. 1984. Verhandelingen uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Vlissingen, 1775, deel IV, pag. 629-668; 1786, deel XII, eerste stuk, pag. 3-250.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2001 | | pagina 16