22
Interieur van de kerk gezien vanaf de preekstoel. Op de voorgrond de oude voorlezerslessenaar. Tot 1932 is er
een voorlezer in functie geweest. Daarna was de kerkvoogdij niet langer in staat geld voor die post uit te trekken.
(Gemeentearchief Noord-Beveland)
Het interieur van de kerk voor 1971 toen alle bochten, banken en lambrisering zijn verwijderd. De koperen kronen
zijn in 1747 door graaf Johan van Bueren, rentmeester van de prins van Oranje, aan de Hervormde Gemeente
geschonken. (Gemeentearchief Noord-Beveland)
zowel de predikant als van de kerken
raad. In 1884 telde de gemeente 182 lid
maten, terwijl dat ruim een eeuw eerder
88 waren. Ook toen worstelde men al
met de te kleine consistorie want in 1755
besloot de kerkenraad de consistorietafel
door te zagen en met ijzeren hangsels te
beslaan om het halve blad te kunnen
neerslaan en zodoende ruimte in de
consistorie te winnen.21
Op de kerkvoogdijvergadering van 5
oktober 1888 viel het besluit door tim
merman Cornelis van Hee uit Wissen-
kerke een begroting en tekening te laten
maken om te bekijken of het financieel
haalbaar was een nieuwe consistorie te
bouwen. De volgende vergadering lagen
er al twee plannen ter inzage. Het eerste
ontwerp kostte ongeveer 800,-. Het
had tot bezwaar dat het portaal in de
kamer kwam en er slechts twee kasten
waren, één voor de kerkvoogdij en één
voor de diaconie.
Het tweede plan, kosten circa 900,-,
voorzag in een portaal buiten de kamer
en vier kasten. Na een uitvoerige discus
sie kwam men tot de volgende conclu
sie. Voor de uitvoering van het duurste
ontwerp waren de benodigde gelden
aanwezig als ten minste de eerste vier a
vijf maanden de predikantsvacature bleef
bestaan. Bovendien mocht de aanne
ming niet voor de tweede helft van febru
ari 1889 geschieden. Indien inmiddels
een predikant het beroep had aangeno
men, dan zou de zaak opnieuw bekeken
worden. De gemeente was van 1884 tot
1898 vacant, zodat maart 1889 de aan
besteding van de bouw plaatsvond. Aan
nemer van het metsel- en timmerwerk
werd J. Schroevers uit Kats voor
771,77, terwijl J. Arents het schilder
werk voor 70,20 voor zijn rekening
nam. Op 13 september 1889 werd de
eerste vergadering van de kerkvoogden
in de nieuwe consistorie gehouden.
Het orgel
De in 1898 beroepen predikant, Johan
nes de Voogd, vond het een groot gemis
dat er geen orgel in de kerk stond. Hij
deelde de kerkenraad in 1899 mee dat
zijn familie en vrienden te Rotterdam
hem verzekerd hadden dat zij de helft
van de kosten van een aan te schaffen
orgeltje voor de kerk wilden dragen.22 De
kerkvoogden waren van mening dat op
de kerkelijke begroting geen ruimte was
om een post voor een organist op te
voeren. Op 20 december 1899 meldde
de predikant dat hem binnenkort een
orgeltje werd toegezonden dat hij in de
consistorie wenste te plaatsen. Voorlopig
bleef het zijn eigendom. In 1901 schonk
de predikant bij zijn vertrek uit de ge
meente het orgeltje aan de kerkvoogden.
De nieuwe predikant, G.C.C. Geyskes,
vond het eveneens wenselijk dat de
gemeente Kats "hare God zou mogen
loven met begeleiding van een orgel."
Zijn familie en vrienden waren bereid
300,- bij te dragen. De kerkvoogden
bleven, hoewel een orgel wenselijk was,
bij hun standpunt. De kerkelijke geldmid
delen waren onvoldoende voor de jaar
lijks terugkerende kosten aan een orgel
verbonden, bovendien viel er over het
kerkgezang niet te klagen.
In 1904 bracht de predikant het kerk
orgel weer ter sprake. Na vele discussies