Begraven in en om de kerk
6
3. Na de Reformatie
G.J. LEPOETER
"Maar wilt gij wetenwat ik bespottelijk,
wat ik ergerlijk vind? Het zijn uwe
wapenborden, uwe grafnaalden, uwe
eerzuilen in de kerk, uwe lofverzen op
stof en assche, onder het oog van God
en in Zijn heilig huis op aarde, geschre
ven. Het zijn de tropheeën van dwazen
trots, wereldsche ijdelheid, nietigen rijk
dom, verwaande wetenschap, bloedigen
oorlog, daar te pronk gesteld, waar oot
moed en eerbiedigheid zich met gebuk-
ten hoofde voor het oog des Heeren
stellen." (Nic. Beets, Camera Obscura,
41ste druk, 1940, pag. 375)
De hervormingsbeweging binnen het
westerse christendom van de zestiende
eeuw, die uiteindelijk leidde tot het schis
ma waarvan het protestantisme het
resultaat is, duiden we kortweg aan als
de Reformatie. Misstanden binnen de
katholieke kerk waren al in de eeuwen
daarvoor hoe langer hoe meer aanlei
ding geweest tot commentaren en aver
sie. Het bleef echter onder de oppervlak
te. Totdat op 31 oktober 1517 de augus
tijner monnik Maarten Luther zijn ideeën
over noodzakelijke vernieuwingen in de
kerk, verwoord in 95 stellingen, op de
deur van de slotkapel te Wittenberg aan
bracht. Hij riep op tot reformatie van de
kerk, maar dan zijn kerk, de enige alge
mene katholieke kerk. De omstandighe
den hebben echter gewild dat wat Luther
bedoelde als een vernieuwingsbeweging
binnen de kerk, uitgroeide tot een mas
sale afscheiding van die kerk: de Refor
matie.
31 Oktober 1517 is de datum die later
als officieel beginpunt van de Reformatie
is aangemerkt. Het is het begin geweest
van een lange reeks van jaren die in het
teken staan van bloed, zweet en tranen.
Een steeds weer te vuur en te zwaard
bestrijden van de ketterijen. En omdat
geweld altijd weer nieuw geweld oproept,
ontstond een welhaast vicieuze cirkel
van wederzijdse haat en achterdocht.
Ook in onze streken was in de jaren na
1517 al snel het nodige over de denk
beelden van Luther bekend. Dat Zeeland
met zijn vele handelsverbindingen al
vroeg met de Reformatie in aanraking
Marmeren epitaaf, aangebracht in de kerk van Aag-
tekerke ter ere van de Middelburgse burgemeester
Hendrik Thibaut. De epitaaf werd in 1669 vervaar
digd door Rombout Verhulst. (Foto T. Lepoeter-Boes)
kwam, lag voor de hand. De stuwende
krachten van de Reformatie kwamen hier
uit het zuiden, vooral toen in Vlaanderen
de systematische onderdrukking begon
en een onafzienbare stroom van vluchte
lingen naar het noorden uitweek. Velen
hiervan vestigden zich toen tijdelijk of
definitief in Zeeland.
Van de drie categorieën van de Refor
matie - de lutherse, de spiritualistische
en de calvinistische - is het vooral de
laatste geweest die het sterkst vanuit
Vlaanderen werd beïnvloed en die na
1550 in onze streken meer en meer
ingang vond. Wanneer in 1566, het jaar
van de beeldenstorm, het calvinisme
zeer openlijk voor de dag komt, blijken er
in Zeeland al verscheidene predikers te
zijn. De eerste openlijke hagenpreek
werd op 30 juni 1566 in de duinen bij
Dishoek gehouden door een Vlissingse
predikant, gevolgd door die van Adriaan
Obrijs en van Sampson Moreysz te Mid
delburg, waar later ook de pastoor van
Biggekerke en Petrus Dathenus zich lie
ten horen. In Zierikzee trad Jacob Jorisz
steeds openlijker op, in 1566 zelfs al bin
nen de stad. Axel en Hulst waren de
centra voor Zeeuws-Vlaanderen. Johan
nes Versteech, pastoor van Scherpenis-
se, preekte op Tholen in calvinistische
geest; Erasmus de Wever, predikant te
Sint Maartensdijk, wordt in de sententiën
van Alva genoemd.'
De periode van 1570 tot 1580 is aan te
merken als het decennium van de volle
dige doorbraak van de Reformatie. Aan
de katholieke eredienst in de kerkgebou
wen komt, hier en daar door het toepas
sen van dwang, een eind en altaren,
beelden en andere met de religie ver
bonden attributen worden verwijderd.
Enkele zaken kunnen door vluchtende
geestelijken in veiligheid worden
gebracht, maar het meeste wordt direct
vernietigd. Schilderingen worden zoveel
als maar mogelijk is, met witkalk over
dekt. Het ontbreekt - begrijpelijk - aan
iedere vorm van historisch besef, op
grond waarvan zorgvuldiger met zaken
omgegaan zou kunnen zijn.
Kerkenraden worden, vooralsnog onwen
nig en moeizaam volgens de nieuwe
richtlijnen geformeerd, voornamelijk uit
Vlaanderen afkomstige predikanten wor
den benoemd en verdwijnen vaak alweer
na één of twee jaar. Het is een moeilijk
begin. In 1574 nam Zeeland deel aan de
Synode van Dordrecht; de eerste Provin
ciale Synode werd in 1579 te Goes
gehouden en daarmee was de organisa
tie van de provinciale kerk rond. De
Zeeuwse kerkorde werd in 1581 op de
Provinciale Synode te Middelburg aan
vaard en is blijven gelden tot na de
komst der Fransen in 1796. Deze kerk
orde gaf Zeeland een eigen karakter. Het
meest opvallende was het feit dat de
kerk met handen en voeten aan de over
heid gebonden was. Dat dit op den duur
tot een voortdurende spanning tussen
kerk en overheid zou leiden, was onver
mijdelijk.
Aanvaarding van de nieuwe leer
Van de wijze waarop de bevolking het
calvinisme aanvaardde, moeten wij ons
geen overdreven voorstelling maken. Het
was een tijd van angst en verwarring en
er was zeker geen plaats voor euforie.
Hulsbergen spreekt in zijn beschouwing
over wat er in die periode plaatsvond
niet voor niets over "de opgelegde refor
matie".2