De kruiskerk, van achteren gezien. (Foto ZA, ZG, Zl, II, 44)
"honderd" (19 registertonnen) zout belas
ting betalen voor het onderhoud van de
kruiskerk.
3. De kruiskerk en de teerstoof
Midden in Arnemuiden, dichtbij of zelfs
in de kruiskerk, stond eertijds een teer
stoof. Deze diende voor de lijnbaanhou
ders. Er waren toen wel vijf lijnbanen in
Arnemuiden. Het bouwen van schepen
op de werf, het uitrusten van de koop
vaardijschepen voor nieuwe vaarten, het
verkopen van touwwerk voor de schepen
en dergelijke leverde volop werk voor de
touw- of lijnbanen. In de teerstoof werd
teer of pek gemaakt voor het drogen en
teren van de kabels en touwen. In 1531
kregen de inwoners van Arnemuiden van
keizer Karei de Vijfde vergunning voor
het oprichten van deze teerstoof. De op
brengsten van de teerstoof waren be
stemd voor het onderhoud van de kerk.
4. De kruiskerk en de kapellen
Rondom de kruiskerk waren acht kapel
len gebouwd. Vóór de Reformatie waren
deze kapellen in gebruik bij de gilden. Zo
had het schippersgilde haar Sint-Jacobs-
kapel. Een kapel met altaar hadden ook
de gilden van de timmerlieden, de sme
den, de kleermakers, de schoenmakers,
de herbergiers en de drie schutterijen.
Op het laatst van de zestiende eeuw
werd een gedeelte van de kruiskerk ge
bruikt door de zeilmakers als werkplaats
en bergplaats. Maar in 1590 verbood het
stadsbestuur dit.
De kruiskerk als roomse kerk
Tot 1567 was de kruiskerk een roomse
kerk. Ongetwijfeld was de kruiskerk aan
gekleed met beelden, altaren en schil
derstukken. Enkele bijzonderheden uit
deze periode wil ik noemen.
a. In 1539 gaf het stadsbestuur van Mid
delburg de kerkvoogden van Arnemui
den toestemming dat alleen zij, en nie
mand anders, eiken en witte doodkisten
ten bate van de kerk mochten verkopen.
b. Nog iets typisch uit de roomse perio
de. Die van Arnemuiden moesten jaar
lijks op Paasdag met "solemnele proces
sie" de crisma (de gewijde olie) in de
oude hoofdkerk van Sint Jan te Nieuwer-
kerke halen. Ze moesten dan om 9 uur
van de kruiskerk zich derwaarts begeven
om er "een eerlijke, solemnele, devote
mis" van Sint Jean de Baptist, als patroon
van de kerk, te zingen en de andere dag
een zingende mis van Requiem. Na de
mis moest gelezen worden "een Misere
re et de Profundis met de responsoriën
en de collecten daartoe dienende".
c. In 1545 stemde de bisschop van
Utrecht ermee in dat de inwoners van
Arnemuiden voortaan hun Sint-Maar
tenskerk als parochiekerk, als hoofdkerk,
mochten gebruiken in de plaats van de
parochiekerk te Nieuwerkerke. Daarop
verleende het stadsbestuur van Middel
burg de inwoners van Arnemuiden toe
stemming om in 1546 het heilig crisma
over te brengen uit de kerk van Nieuwer
kerke naar de kapel te Arnemuiden.
d. En, om niet meer te noemen, in 1562,
een enkel jaar dus vóór de Reformatie,
gaf het stadsbestuur van Middelburg de
pastoor van de kruiskerk opdracht om
een bericht in de kerk af te lezen. De
afkondiging had als inhoud dat al wie
gedurende de godsdienstoefening in de
kerk "wandelt of speelt of tuischt of han
del drijft of andere onbehoorlijke insolen-
tiën pleegt" met een geldboete zal wor
den gestraft. Die boete moest direct wor
den betaald. Als men onvermogend was
of geen geld op zak had, zou men "ver
beuren het opperste kleed".
De kruiskerk tijdens de beeldenstorm
In 1567 deed zich de beeldenstorm voor.
In Middelburg had zich een groep van
ongeveer honderd beeldenstormers ge
vormd, bestaande vooral uit ambachts
lieden. Deze groep beeldenstormers ver
nielde eerst in de Middelburgse kerken
de beelden, altaren, et cetera. Daarna
trokken ze vanuit Middelburg over Wal
cheren. Een vernielend spoor achterla
tend ging het langs Buttinge, Poppen-
damme, Sint Jan ten Heere, Seroosker-
ke en Schellach en zo kwam men te
Arnemuiden. Daar kregen de beelden
stormers aansluiting bij de hervormde
kring die er toen al was te Arnemuiden.
Ook deze kring van hervormingsgezin-
den had een werkzaam aandeel in de
beeldenbreking. Tegen twaalf Arnemui-
denaars die actief aan de beeldenstorm
in de kruiskerk deelnamen, werden later
vonnissen uitgevaardigd.
De beeldenstormers werden in Arnemui
den geholpen en begunstigd door een
zekere Jan Ypensz, de plaatsvervanger
van de baljuw van Middelburg te Arne
muiden. Hij had de sleutels van de kerk
voogdij weggenomen en in handen
gegeven van de beeldenstormers.