5 Mulder toonde aan dat de zijkapel met een boog verbonden was met het schip. Hij veronderstelde bij de afbraak van de muur en het schotwerk daar ter plaatse een boog te zullen aantreffen. Zekerheid op dit punt zou verkregen kunnen zijn bij de afbraak van de kerk in 1914 door bouwkundig historisch onderzoek. Dit is niet gebeurd, zodat wij geen definitieve uitspraak hierover kunnen doen. Toch wordt de mening van Mulder gesterkt door een publicatie in 1966 verschenen over de laat-dertiende- en veertiende- eeuwse bakstenen kerken op Zuid-Beve land.9 Hoe dan ook, Mulder dacht dat indertijd een driedelig, groot venster in de noorde lijke zijkapel voor toetreding van het dag licht gezorgd had, zoals trouwens gebrui kelijk in dergelijke situaties. Dit raam zou blijkbaar in de loop van de tijd zijn dicht gemetseld. Op een foto uit 1913 zien wij een nis met een klein venstertje bovenin. De kapel heeft nog andere wijzigingen ondergaan na de invoering van de nieuwe eredienst. In de oostzijde zijn twee ra men gemaakt, een planken vloer en het kraalbeschot aangebracht. Het schoor steenkanaal bevond zich in het 'muur- en schotwerk'-deel tussen kapel en schip. School Bij de inrichting van de nieuwe eredienst behoorde tevens het vinden van een nieuwe accommodatie voor het geven van onderwijs. Daarvoor werd in die begindagen meestal een deel van het kerkgebouw bestemd. Zo ook in Schore. Volgens Van IJsseldijk: "Een school kwam op de plaats waar voorheen een deel van de kerk stond, terwijl de noord zijde van het kruis in tact bleef."10 Het gaat hierbij blijkbaar om de zuidkapel. In een tijdschrift uit 191311 leest men: "Hoe men er toe gekomen is een gedeelte van het kruis [het was vroeger een kruiskerk] weg te breken en daar voor een school in de plaats te zetten, is mij onbekend." Op een kopergravure uit de achttiende eeuw is het koor een witgepleisterd, iets hoger opgetrokken gebouwtje met een trapgevel aan de zijde van het schip. Wij zien hierop geen school meer op de plaats van de zuidkapel. Mogelijk werd in die tijd school gehouden in het koor. In het zuidelijke travee is in plaats van een hoog lichtraam een deurkozijn ingebro ken met daarboven een klein venstertje. Tevens duiden twee schoorstenen boven de absis op een gewijzigde bestemming. In 1845 is de kerk omschreven als zich bevindend tussen twee ijzeren kruisen: een op de toren en een op het uiteinde van het dak. Afgaande op de kopergra vure zouden wij moeten concluderen dat het koor in die tussentijd gesneuveld zou zijn. In de noordwand van de noordelijke zijkapel van de kerk te Schore bevonden zich een nis, met boven een rond venstertje, en een toegangsdeur. Op deze foto is de scheve stand van de toren goed te zien. (Foto gemeentearchief Goes) De zuidzijde van de kerk op een achttiende-eeuwse gravure. Het koor is een witgepleisterd, iets hoger opgetrokken gebouw met een trapgeveltje aan de zijde van het schip. De school is niet meer te zien. In 1845 bestond het koor ook niet meer. (Foto ZA, ZG, Zl, II, 1641) Op de vrijgekomen plaats is het school tje gebouwd waarin nadien een raad huisje gevestigd werd,12 waarna een nieuw schoolgebouw in de buurt van de noordelijke zijkapel gebouwd werd.13 Binnen de kerkruimte zijn dus achtereen volgens twee scholen gesticht: een op de plaats van de zuidelijke zijkapel en een later op de plaats van het oude koor. Opmetingstekening 1913 In 1913 kreeg bovengenoemde Willem A. Hemsing de opdracht om opmetings- tekeningen te maken van de N.H. kerk te Schore. Hij deed dat in verband met zijn functie als opzichter-tekenaar van het bureau ter bewaring van de monumen ten in 's-Gravenhage. De tekeningen zijn zeer waardevol als bouwkundig histo risch document. Zij geven een indruk van de voor- en zijgevel met de lengte- en breedtedoorsnede van de kerk in dat jaar; bovendien is de plattegrond van het gebouw hierdoor bekend. Opvallend is de grote oppervlakte van de zijkapel ten opzichte van die van het schip van de kerk. Het hoeft ons dan ook niet te verbazen dat deze noordelijke kapel, toen consistoriekamer, een belangrijke rol speelt in het overleg van de overheid met de kerkvoogden in ver band met de op stapel staande plannen. Afbraakplannen 1913 Uit een krantenbericht blijkt dat in 1913 in een vergadering van kerkvoogden en notabelen gelden zouden worden inge zameld om het oude kerkgebouw af te laten breken en een nieuwe kerk te bou-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2002 | | pagina 5