ook genoeg zitplaatsen kunnen opleve
ren door bij het orgel een galerij te
maken voor achttien 'mannenzitplaatsen'
en dat zou duizenden guldens schelen.
Het Provinciaal College van Toezicht op
de kerkelijke goederen in Zeeland had
het laatste woord in een kwestie als
deze. Zij vroegen een inlichting omtrent
de zitplaatsen in de kerk.15 Heeft het zich
om de tuin laten leiden? Bij de stemming
in de vergadering van kerkvoogden en
notabelen bleek er geen meerderheid te
bestaan. De stand was drie tegen drie.
Daarom was het nodig nog een vergade
ring te beleggen. Op deze bijeenkomst
kwam het bovengenoemde derde begro
tingsplan ter sprake, een alternatief dat
het niet gehaald heeft omdat het Rijk
voor een nieuw kerkgebouw met behoud
alleen van de noordmuur geen 2.000,-
subsidie wilde geven.
In een gecombineerde vergadering van
kerkvoogden en notabelen, waar weer
zes van de negen leden aanwezig
waren, werd met vier tegen twee stem
men besloten tot bouw van een nieuwe
kerk.16
De hele gang van zaken duidt er op dat
het zitplaatsentekort als argument
slechts werd aangevoerd om tot afbraak
te kunnen overgaan. De werkelijke reden
was dat men een nieuw kerkgebouw
wilde. Mevrouw B.J. Coppoolse-Baars,
die een boek schreef over het wel en
wee van de hervormde gemeente Scho-
re en Vlake, is het op dit punt eens met
de auteur van dit artikel.
De burgemeester, tevens president-kerk
voogd, die vóór het behoud had gestemd
berichtte Mulder in oktober 1913: "Ons
oude kerkje zal worden afgebroken en
een nieuwe gebouwd. Het wordt door
velen, ook buiten de gemeente, betreurd,
maar enfin het lot heeft beslist."17
De Goessche Courant meldde op 14
maart 1914 dat zo spoedig mogelijk tot
aanbesteding zal worden overgegaan.
"Het oude onooglijke en ondoelmatige
kerkgebouw zal dan eindelijk, na een
bestaan van ruim zes eeuwen, worden
gesloopt, 't Is voor Schore te hopen dat
de architect er in zal slagen aan de
gemeente een waardig en net gebouw te
geven."
Op het kerkplein werden tien opgaande
bomen verkocht en het middeleeuwse
dorpskerkje maakte helaas plaats voor
een nieuw (lelijk) gebouwtje, dat tot 1940
heeft bestaan.
Korte tijd later bedankte Van Nieuwen-
huyzen als president-kerkvoogd. Het is
wel opvallend dat in een betrekkelijk kort
tijdsbestek de zesde president-kerk
voogd gekozen moest worden. Dit werpt
wel een licht op de onderlinge verhou
dingen en de gang van zaken binnen de
gemeenschap van Schore toentertijd.
Op 3 april 1915 werd de nieuwe kerk
Het in 1915 tegen de oude toren aangebouwde
kerkje te Schore, ontworpen door architect Bierens.
Rechts een hoek van het gemeentehuis, vroeger
een schooltje. (Foto Gemeentearchief Goes)
plechtig ingewijd voor het gebruik door
dominee Krijkamp van Oostkapelle,
indertijd bij de voorbereidingen van de
kerkbouw in Schore betrokken, De
Goessche Courant bestempelde de
nieuwbouw als een fraaie kerk. Niemand
kon zich nu meer beroepen op het feit
dat er te weinig zitplaatsen in het
gebouw aanwezig waren, zo werd opge
merkt. Nog voor achttien mannen zou
een zitplaats worden aangebracht op de
galerij.
En zo is een oud monument op Zuid-
Beveland verdwenen.
Het is nu de tijd om eens aandacht te
schenken aan twee onderdelen van de
kerk die wel tot 1940 zijn gehandhaafd,
te weten de toren en de bronzen klok uit
1531.
De toren
De toren in Schore was opgebouwd uit
drie geledingen met nagenoeg geen ver
smalling, bekroond door een achtkante
spits. De plattegrond was bijna vierkant
en zonder steunberen. De toren had aan
de westzijde een lage ingang met een
segmentboog, waarboven zich in de
tweede geleding een geprofileerd rond
venster bevond. De derde geleding had
van boven rond gesloten galmgaten.
"Deze toren is qua vormgeving verwant
aan die te Yerseke en Baarsdorp. Zij wer
den vermoedelijk in de 14de eeuw op
Zuid-Beveland gebouwd, net als de
torens van Ovezande en 's-Gravenpol-
der. De zeer sobere vormgeving en het
grote steen formaat zouden hierop wij
zen."18 Het is bijna een vaste regel dat
een toren wordt gebouwd tegen de west
gevel in de as van de bijbehorende kerk,
haar daarbij tevens dienend tot hoofdin
gang.19
Het is mogelijk dat de toren in gevaar
lijke tijden als vluchtplaats voor de bevol
king heeft gediend, ook in verband met
het uitoefenen van de rechtspraak in het
ambacht of het onderbrengen van
gevangenen en dergelijke.
Vóór 1795 behoorden kerk en toren aan
de kerkelijke gemeente. Daarna werden
de torens van de kerken gescheiden. Na
1798 zal ook de toren van Schore in
onderhoud geweest zijn bij de burgerlijke
overheid. Zij maakte bijvoorbeeld gebruik
van het daarin geplaatste uurwerk.
In de negentiende eeuw zijn twee feiten
over de toren bekend in verband met
reparaties aan de spits. Op 5 juli 1819
sloeg de bliksem aan de westzijde in het
schaliedak. De aangerichte schade was
groot. In hoeverre de reparatie deskun
dig werd uitgevoerd, laten wij hier in het
midden; ook de vraag of hiervoor vol
doende geld aanwezig was. In ieder
geval bleek de toren volgens het advies
van een deskundige in 1894 een versle
ten spits te hebben en gevaarlijk te wor
den voor de nevengebouwen. Daarom
besloot de gemeente de toren te herstel
len.
De afbraak van het oude kerkje in 1914
zal de toren nadelig beïnvloed hebben.
In 1937 bevond de toren zich opnieuw in
een slechte staat. De ongeveer 30 meter
hoge spits stond bijna 1,50 meter weste
lijker dan het midden van het grondvlak
en dat is voor een toren met geringe
lengte een bijzonder scheve stand.20 Het
torengevaarte helde naar de westzijde.
De noord- en zuidzijde waren van onde
ren gescheurd. In vroeger jaren was hij
met cementspecie dichtgemaakt, thans
was daar opnieuw ruimte ontstaan. Het
zware verkeer over de wegen en de
veenachtige grondslag in deze gemeen
te waren ongunstige factoren. De zeer
scheve bouw leverde de toren juist meer
dan gewone bekendheid.21