Het Nederlands-hervormde kerkje van vooroorlogs Schore op Zuid-Beveland 3 IR. G. SOPHIA VAN HOLTHE TOT ECHTEN Aanleiding tot deze bijdrage was een dossier in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag met bijzonderheden over de geschiedenis van het kerkje te Schore uit 1913. In samenhang hiermee is toen een opmetingstekening gemaakt en een foto, die zich in het tekeningenarchief van de Rijksdienst voor de Monumenten zorg te Zeist bleken te bevinden. Boven dien was daar aanwezig een drietal ont werpen van Adolph Mulder ter vergroting van het aantal zitplaatsen. Het kerkje bleek namelijk te klein om de toenmalige gemeente te bevatten. Daarom beraad slaagden de kerkvoogden om het te ver groten of een nieuw kerkje te bouwen. Om afbraak van de kerk te voorkomen heeft Mulder deze drie vergrotingsont- werpen gemaakt. Voorts is dankbaar gebruik gemaakt van hetgeen zich in het archief van de her vormde gemeente Schore en het gemeentearchief van Goes bevond. Uiteraard is geraadpleegd het boekje Korte geschiedenis der kerken en gemeente van Schore en Vlake door ds. J.R van Binsbergen (Zierikzee 1845). Inleiding Wie per trein van Roosendaal naar Vlis- singen reist, ziet aan de linkerkant, zodra de brug over het Kanaal door Zuid-Beve land is gepasseerd, in de verte het in 1941 gebouwde torentje van Schore. Schore is, evenals naburige dorpen, in de laatste dagen van de oorlogshande lingen van 1940 door bombardementen en vuurgeschut grotendeels verwoest.1 Na de capitulatie van Holland werd in Zeeland nog ernstige weerstand gebo den, onder meer langs de verdedigings linie van het Kanaal door Zuid-Beveland. Schore lag precies in dit gevechtsterrein. Het anders zo vriendelijke dorpje was nu een toonbeeld van oorlogsellende. De pittoreske toren, die tussen het mooie geboomte het centrum van het dorp markeerde, brandde geheel uit. Eeuwen lang had hij daar gestaan, sinds de veer tiende eeuw. Ook de kerk ging verloren, namelijk het gebouw dat in 1915 het middeleeuwse kerkje, tegen de toren aangebouwd, had vervangen. Deze ver handeling wil de herinnering aan een verloren gegaan monument uit het verre verleden vasthouden. Oorsprong in de veertiende eeuw De vroegste gegevens over bewoning van Schore zijn van Vlaamse oorsprong. Het Sint-Bernardusklooster te Antwerpen verkreeg omstreeks 1250 grond in de omgeving van Schore. Om deze in cul tuur te brengen werd een 'uithof' gesticht voor een aantal monniken die de exploi tatie van de bezittingen ter hand konden nemen.2 Na korte tijd werden deze bezit tingen verkocht aan het klooster Jeruza lem, een in 1246 ten oosten van Bieze- linge gesticht klooster, volgens Swalue een dochter van het cisterciënzerklooster te Antwerpen, dus eveneens van Vlaam se oorsprong. Aanleidingen om bij Bieze- linge een klooster te stichten waren vol gens Swalue dat er hier in Zuid-Beve land toentertijd nog geen kloosters waren en dat Biezelinge over een goede haven en landingsplaats beschikte. Bij 't Klooster (De Kloosterhoek) werd destijds waar schijnlijk de uithof gesticht waar monniken van het Sint-Bernardusklooster te Antwerpen de exploitatie der bezittingen ter hand namen. Na korte tijd werden deze bezittingen bij Schore verkocht aan het kloos ter Jeruzalem bij Biezelinge. De kerk in Schore werd voor dit klooster vergeven. (Foto Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia lllustrata deel I, 428.1) Onder de bescherming van machtige edelen klom het klooster Jeruzalem tot aanzien en verkreeg het vele voorrechten. Het eerste kerkje en de toren in Schore dagtekenen vermoedelijk uit het midden der veertiende eeuw. Er zijn echter te weinig gegevens aanwezig om de juiste datum te bepalen. Beide waren van grote metselstenen opgetrokken. Een krantenbericht uit 1941 (auteur onbe kend) vermeldt de volgende bijzonder heden: "Bij de toren van Schore heeft een eveneens kort na 1300 gebouwde kruiskerk gestaan, waarvan slechts een deel was overgebleven toen in 1914 tot afbraak werd overgegaan. Toen in de loop van 1940 de overblijfselen van het vernielde gemeentehuis werden verwij derd, vond men daaronder nog de oude funderingen van de kerk. Tot enkele meters diep zijn toen die fundamenten uitgegraven en de daardoor vrijgekomen moppen [bakstenen van grote afmetin gen] vervoerd naar Waarde om te dienen voor herstel van de door geschutvuur beschadigde toren, gebouwd in het laatst van de veertiende eeuw".3 In het archief van de gemeente Kapelle (waartoe Schore vanaf 1 januari 1941 behoort) is over het uitgraven van de oude funderingen van de kerk in de oor logsjaren niets te vinden. Ook niet in het archief van de Provinciale Zeeuwsche Courant, en evenmin in het gemeente archief van Goes. Helaas bestaat er dus geen archeologisch rapport over de ont dekking toentertijd in Schore. Kruiskerk Overigens dient opgemerkt dat eigenlijk van een kruiskerk in de gewone zin van het woord niet gesproken mag worden. Zoals bij meer Zuid-Bevelandse kerken uit dezelfde tijd het geval is, zijn er dwarskapellen gebouwd aan weerszijden van de meest oostelijke travee van het schip. Die geven het gebouw het aanzien van een kruis. Een reconstructie van de plattegrond treffen wij aan in de Gids bij de expositie Middeleeuwse dorpskerken van de Bevelanden van 7 mei tot 30 oktober 1983, samengesteld door L.J. Abelmann (1983). Op de tekening ontbreekt de noordelijke dwarskapel. Uit beschikbare illustraties is af te leiden dat een westtoren tegen een schip van drie traveeën was gebouwd. Uitbouw zuidwesthoek naast de toren Een onregelmatigheid valt waar te nemen aan de zuidzijde van de toren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2002 | | pagina 3