10
Gezicht op de Nederlands-hervormde kerk te Bruinisse na de verbouwing van 1902. (Foto Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland, Zierikzee)
zou krijgen als de vroegere uit 1875.
Voorts hebben de oude ramen uit 1844
van het zuidelijk schip als voorbeeld
gediend voor de 'nieuwbouw'. Zodoende
werd naar buiten toe een zekere eenheid
tot stand gebracht. Hetzelfde kan gezegd
worden van de interieuronderdelen als
banken, et cetera. De preekstoel/orgel
opstelling met daarachter een consisto
riekamer is eveneens overgenomen.
Het vernieuwde kerkgedeelte kende ook
weer teksten op de muren, en wel als
volgt (blijkens mededelingen van oude
gemeenteleden): de twaalf artikelen des
geloofs op de westmuur, voorts op de
tegenoverliggende muur links van de
preekstoel het opschrift "Die in de Zoon
gelooft, heeft het eeuwige leven" en
rechts van de preekstoel "Die de Zoon
ongehoorzaam is zal het leven niet zien",
beide uit Joh. 3:36. De borden zijn een
voortzetting van de traditie die in 1818
begonnen werd. Verder waren er natuur
lijk de gebruikelijke dienstaankondigings-
borden.
Tot zover de beschrijving van de kerk,
die na de verbouwing nog een halve
eeuw lang het belangrijkste gebouw van
het dorp zou zijn.
Noten
1J. van der Baan, Kerkhistorische bijdrage over
de Hervormde Gemeente te Bruinisse. bij gele
genheid van haar 300-jarig bestaan, Zierikzee
1890, p. 30.
2. S.A. Jumelet, Bruinisse in de loop der eeuwen
1467-1984, Bruinisse 1985, p. 181. Een nieuwe
school werd pas in 1852 gemaakt als aanbouw
van het gemeentehuis. Het oude schoollokaal
werd ingericht voor patiënten met besmettelijke
ziekten, in 1900 nog steeds als zodanig in
gebruik.
3. Er werden niet alleen eisen gesteld aan de
accommodatie van de school, ook aan het
ambt van schoolmeester. Via een behoorlijk
traktement wilden de Staten in 1596 ook ver
standige, vrome en bekwame personen aanlok
ken om dit ambt te vervullen.
4. Plattegrond van de N.H. kerk te Bruinisse,
opmetingstekening gemaakt door Adolph Mul
der op 10 februari 1889.
5. F. Nagtglas, Zelandia lllustrata, deel II, Middel
burg 1880, p. 302.
6. Afbeelding van deze overtocht in reproductie
aanwezig in M.P. de Bruin en M.H. Wilderom,
Tussen afsluitdammen en deltadijken, 1961-
1973. deel II, figuur 64.
7. Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlan
den. Beschrijving van Zeeland. Amsterdam
1753.
8. W.S. Unger, Catalogus van den historisch-topo-
grafischen atlas van het Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen, deel II, 1940, no.
1715 en no. 1716. Zie ook H. Uil. Twee epitafen
uit Bruinisse. Bulletin Stichting Oude Zeeuwse
Kerken, mei 1992, p. 14-16.
9. Bij de sloop van de kerk kwamen de oude graf
kelders bloot.
10. Nationaal Archief te 's-Gravenhage, inv.no.
2.07.01.03, periode 1814-1870, no. 1852.
11. Th. H. von der Dunk. Vier heren op kerkenpad
in 1820, Archief van het Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap der Wetenschappen. 1996, p.
118.
12. Jumelet, p. 187.
13. Zie noot 10, no. 1847.
14. Dit college is ingesteld bij Koninklijk Besluit 13
februari 1819.
15. In 1844 zullen de gotische ramen door moder
ne raampartijen vervangen zijn; het getal van
tien was voldoende, waardoor er toch twee zijn
dichtgemetseld door bezuiniging, waarschijnlijk
de twee exemplaren op de zuidkant van het
koor. Als we de plaats nagaan van de groene
saaigordijnen uit de Inventaris van 1898, blijkt
dat deze bestemd waren voor een drietal ven
sters in het schip en de beide ramen ter weers
zijden van het orgel en nog een vijftal voor de
consistorie. Archief van de Kerkvoogdij N.H.
kerk Bruinisse, Minuten en uitgaande stukken
1894-1958.
16. Zie noot 12.
17. Ibidem.
18. J. van der Baan, p. 31.
19. Meer bijzonderheden in Het orgel in de N.H.
kerk te Bruinisse in de loop van de geschiede
nis (1997), een brochure samengesteld door de
kerkvoogdij te Bruinisse, ter gelegenheid van
het opnieuw in gebruik nemen van het Van Vul
penorgel, na uitvoering van groot onderhoud en
restauratiewerkzaamheden in 1997. Deze bro
chure is mij ter hand gesteld door de heer B. de
Groot. Ook hiervoor vriendelijke dank.
20. Nationaal Archief, 's-Gravenhage, inv.no.
2.04.13, dossier no. 854.
21. Vriendelijke mededeling van enige oudere kerk
leden die mij bereikte via de ouderling-kerk
voogd B. de Groot.
22. Zie noot 15.
23. Architect J.H. Hannink was in 1894 nog gestrui
keld over de mislukte herinrichting van de
preekkerk te Kapelle. Zie G.J. Lepoeter, De
geheimen van de kerk van Kapelle onthuld.
Goes 1996, p. 313.
24. Zie noot 20; Frederiks aan de minister van Bin
nenlandse Zaken, 12 januari 1898.
25. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, inven
taris van het archief van de Stichting J.C. Bal
Fonds te Bruinisse 1779-1991; kerkvoogden
aan Mr. B. Gewin te Utrecht. 3 januari 1898.
26. Zie noot 20; B. en W. van Bruinisse aan de
Commissaris van de Koningin, 22 maart 1902.
27. Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, archief
gemeente Bruinisse: B. en W. van Bruinisse
aan de Commissaris van de Koningin, 15
december 1897.
28. 5 februari 1898.
29. 7 februari 1898.
30. Zie noot 26.
31. Inventaris Archief J.C. Bal Fonds, 12 januari
1898.
32. Zie noot 24.
33. Zie noot 20: kerkvoogden aan B. en W. van
Bruinisse, 18 maart 1902.
34. Zie noot 20: minister van Binnenlandse Zaken
aan B. en W. van Bruinisse, 3 mei 1902.