14
hakt, op een aantal plaatsen tot ver ach
ter de voorwerkers. Het voegwerk is vol
ledig uitgeritst tot een diepte van 20 mm.
Het binnenmetselwerk is grotendeels op
dezelfde wijze behandeld. Ten gevolge
van oxidatie van ijzeren blindankers wa
trokken van baksteen en twee van na
tuursteen. Ze bevinden zich op één na in
de kustprovincies. In Zeeland is Kapelle
de enige van deze torens. Het motief
voor het aanbrengen van een stenen
spits moeten we hoofdzakelijk zoeken in
bovenste tweederde deel van de spits
voorzien van een loden muts. Geen
fraaie oplossing, maar wel afdoende.
Tijdens de in de jaren 1922-1924 aan de
toren uitgevoerde restauratie is de lood-
bekleding van de spits verwijderd. Archi-
ren op meerdere plaatsen diepliggende
verticale scheuren ontstaan, soms over
een lengte van enkele meters. Voor het
inboeten zijn circa 80.000 stuks nieuwe
bakstenen gebruikt, betrokken van de
steenbakkerij Randwijk in het Gelderse
Heteren. Dit bedrijf heeft zich de laatste
jaren toegelegd op het volgens oude
methodes ambachtelijk bakken van ste
nen, zoals die in Zeeuwse monumenten
zijn gebruikt. Volgens vijftien verschillen
de profielen zijn de stenen in de juiste
kleisamenstelling op maat gemaakt. Het
nieuwe voegwerk is uitgevoerd met een
zoutdoorlatende voegenmortel, fabrikaat
Jahn. Een aantal natuursteenonderdelen
aan afzaten van de steunberen, water
lijsten, het boogfries onder de trans, de
afdekking van de trans, de driepasbogen
in de galmgaten, enz. is vervangen door
nieuwe exemplaren van ledesteen. Het
grote glas-in-loodraam boven de toegangs
deur in de westelijke gevel is vernieuwd.
#De torenspits
Zeldzaam zijn de middeleeuwse torens
in Nederland die voorzien zijn van een
stenen spits. In het hele land resteren er
nog maar 21, waarvan er 19 zijn opge-
Links: de toren van de kerk te Kapelle in de steigers.
Middenhoven: aantasting door de bonte knaagkever
van de kapconstructie. Daaronder links: verticale
scheur in het torenllchaam. Daarnaast: restauratie
van de sjabloonschildering in het gewelf van het
schip. Rechtsboven: restauratie van het sjabloon-
schilderwerk in de noordelijke zijbeuk. Rechtsonder:
het gieten van epoxyhars voor de kunststofkop van
een trekbalk. (Foto's T Lepoeter-Boes)
zijn meerwaarde als status. Omdat stenen
spitsen qua materiaal kwetsbaar zijn,
kunnen we als zeker aannemen dat in
de Middeleeuwen veel kerktorens een
dergelijke spits hebben gehad maar dat
het merendeel in de loop der eeuwen
door een houten spits is vervangen.
Vier jaar geleden heeft een inventarisatie
plaatsgevonden van de problemen die
verband houden met de stenen spitsen.
De problemen liggen in hoofdzaak op
het terrein van het inwateren van de spit
sen, ook in die gevallen waar gedurende
de laatste 25 jaar restauraties zijn uitge
voerd. Kapelle maakt op deze regel geen
uitzondering.
In de loop van de achttiende eeuw - mo
gelijk zelfs al eerder - heeft men het
tect J.Th.J. Cuijpers voorspelde proble
men en was er dan ook een tegenstan
der van. Hierin verschilde hij van mening
met het Rijksbureau voor de Monumen
tenzorg. Uit een brief van 30 mei 1922
van de Afdeeling B der Rijkscommissie
voor de Monumentenzorg, gericht aan
de Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, citeren we dienaan
gaande: "De over twee derden der hoogte
aangebrachte loodbekleeding der spits
wenschen wij niet te vernieuwen. De ho-
gels op de ribben en de overblijfselen
van redents in de vlakken der geheel
gemetselde spits bewijzen, dat deze oor
spronkelijk onbekleed is geweest. Wij
achten het daarom beter het metselwerk
behoorlijk te voorzien en dan onbedekt
te laten."
Dat de loden muts op de spits pas later
is aangebracht, was een volkomen
terechte opmerking. Hoe dan ook, de
loodbekleding werd verwijderd en het
metselwerk van de spits werd door de
aannemer van het werk aan de toren, de
firma M.K. Jeras en Zonen te Middel
burg, grondig onder handen genomen.
Architect Cuijpers kreeg gelijk: het ver
wijderen van de loodbedekking van de