19 se Hervormde Kerk. In 1929 was de toe stand al van dien aard dat moest worden overgegaan tot een aantal nood repara ties. Het zou tot 1946 duren voordat de financiering voor een algehele restaura tie in zoverre rond was dat een definitie ve aanbesteding kon plaatsvinden en met het werk een aanvang kon worden gemaakt. In 1933 en in 1941 had Van der Kloot Meijburg het gebouw geïn specteerd. Bij de laatste inspectie bleek dat de kerk behalve een aantal treffers ook nog veel scheuren had opgelopen, mogelijk veroorzaakt door het opblazen van de brug over de Eendracht. Bij de restauratie is bewust gekozen, zoals dat in de periode na de Tweede Wereldoorlog min of meer gangbaar was, voor reconstructie van veel zaken die in de loop der tijden veranderd of verdwenen waren. Enkele decennia later waren de meningen over deze wijze van restaureren geleidelijk aan gewijzigd, in die zin dat er toen meer geconserveerd zou zijn dan 'teruggerestaureerd' naar een vroegere periode. In het licht van de deplorabele toestand waarin het gebouw zich aan het eind van de Tweede Wereld oorlog bevond, moge het overigens dui delijk zijn dat deze restauratie die tot 1960 heeft geduurd, de redding voor het kerkgebouw is geweest. Daar is niets te veel mee gezegd. In 1946 werd tegelijkertijd begonnen met het werk aan de toren en de preekkerk. Aan de toren werd vooral inwendig veel gewijzigd; veel van de balken moesten vervangen worden en een aantal vloeren werd met beton verstevigd. De spits werd geheel vernieuwd en er werd een balustrade omheen gebouwd. In het schip van de kerk was het noodzakelijk het stenen gewelf in zijn geheel af te breken en opnieuw op te metselen. Door middel van ankers en balkconstructies bleek het oude gewelf als het ware aan de houten kapconstructie te hangen in plaats van te steunen op de muren van de lichtbeuk. De vroeger aangebrachte ophoging van de vloer in de preekkerk is weer ongedaan gemaakt, zodat het ver schil in vloerhoogte met het koorgedeel te opnieuw zichtbaar is geworden. De dispositie van de ruimte in de preekkerk is geheel gewijzigd, zodanig dat - met de beperking van de afscheiding van het koorgedeelte - weer zoveel mogelijk de nadruk is gelegd op de lengterichting van de kerk. Nadat eind 1950 de werkzaamheden aan de toren en aan het schip waren vol tooid, is daarna in een langzamer tempo het herstel van transept en koor ter hand genomen. Bij de restauratie van het koor gedeelte heeft men zich over het alge meen tevreden gesteld met behoud en heeft men vooral maatregelen genomen om te voorkomen dat er nog verdere ver zakkingen zouden optreden. Dat dit iets is dat niet zo snel bereikt kan worden, is ook in latere jaren opnieuw gebleken. De huidige restauratie Vier jaar geleden heeft een uitvoerige restauratie plaatsgevonden. Hierbij was sprake van het vernieuwen van leibedek king en loodwerken aan de daken van de noord- en zuidbeuk en het noordkoor en het vernieuwen van het glas-in-lood- raam in het zuidtransept. Verder lag de nadruk op het kapherstel in verband met de aantasting door de bonte knaagkever. De schade aan de kapconstructie bleek zo ernstig te zijn dat aan het herstel hier van voorrang gegeven diende te worden. De vervanging van het in zeer slechte staat verkerende stucwerk in het interi eur kon daardoor toen niet plaatsvinden. De onverwachte aankondiging van de kanjerregeling en de aanwijzing van de kerk tot 'kanjermonument' heeft uitkomst gebracht. Ongeveer duizend vierkante meter stucwerk is vervangen door stuc werk in Jahn M 60-pleistermortel. Dit is een ademende en zoutdoorlatende stuc- mortel, die voor het behoud van het muurwerk op langere termijn van levens belang is. De gewelven, muren en pila ren, met een oppervlakte van ongeveer 5500 vierkante meter, zijn in een crème- kleur gesausd. Hierbij is gekozen voor een Silin-mineraal verfsysteem, fabrikaat Jahn. In de diaconiekamer (de oude librije) is het stucwerk, waarvan het de bedoeling was dat het gerestaureerd zou worden, geheel verwijderd. Hierdoor is de natuurstenen wand in het zicht geko men. Ongeveer 300 vierkante meter glas-in-loodramen is opnieuw verlood. Van de daken van het schip, de transep ten, de vieringtoren, de traptoren en een deel van het zuid- en middenkoor is een oppervlakte van ongeveer 400 vierkante meter voorzien van nieuwe leien. Hier voor is, in verband met het feit dat de kwaliteit van de leien uit de Engelse groeve momenteel minder goed is, geko zen voor Spaanse (Samaca) leien. Bij deze leien kan worden uitgegaan van een levensduur van tachtig jaar. Dit in tegenstelling tot de Franse (Angers) leien, waarmee de daken in het verleden zijn gedekt en die binnen een aanzienlijk korter tijdsbestek zacht en poreus zijn geworden. De vervanging van de dakbe dekking is op het juiste moment ge beurd, net nog voordat grote delen van het dakbeschot ten gevolge van het inwateren vervangen zouden moeten worden. Ten behoeve van latere inspecties door de Monumentenwacht zijn ladderhaken op de daken aangebracht en klimbeu- gels voor het schoonmaken van de ver gaarbakken. Directie en uitvoering van de restauraties Zowel voor het nu uitgevoerde werk aan de kerk en de toren te Kapelle als aan de kerk te Tholen is de planning, direc tievoering en toezicht in handen gesteld van architect ir. E.J. Brans en bouwkun dig opzichter B.J. Luteijn van architecten bureau Rothuizen van Doorn 't Hooft, met vestigingen te Goes, Middelburg, Terneuzen en Breda. Het werk te Kapelle werd als hoofdaan nemer opgedragen aan Bouwgroep Peters BV te Middelburg, uitvoerder A. Peene. Momenteel is deze restauratie in een gevorderd stadium, doch nog niet geheel afgerond. Voor het werk te Tho len is als hoofdaannemer opgetreden Aannemersbedrijf Huurman BV te Delft, uitvoerder A.A. Joppe. Hier is het werk in de maand mei van dit jaar klaargekomen. Bronnen en literatuur Bulletin Stichting Oude Zeeuwse Kerken, nummers 3, 7, 35: Kapelle: nummers 8, 25: Tholen. P. Don, Kunstreisboek Zeeland. Zeist 1985. J. op 't Hoog. De bouwgeschiedenis van de Grote of Onze-Lieve-Vrouwekerk te Tholen. Middelburg 1990. G.J. Lepoeter. De geheimen van de kerk van Kapel le onthuld: van Onze-Lieve-Vrouwekerk tot huis voor het Woord. Goes 1996. M. Smallegange, Nieuwe Cronyk van Zeeland, Mid delburg 1696. herdruk 1976. Met dank voor de verstrekte informatie aan H.J.J. Elenbaas, B. Hoftijzer, A.A. Joppe, B.J. Luteijn en A. Peene. Noten 1Aan het werk aan de Zeeuwse kerken van architect J. Verheul Dzn. zal in een van de vol gende nummers van het bulletin aandacht wor den besteed. 2. Het manuscript voor een publicatie over de grafstenen en de vroeger aanwezige rouwbor- den is gereed. Het Koninklijk Zeeuwsch Ge nootschap der Wetenschappen is voornemens dit in de serie Werken te laten verschijnen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2002 | | pagina 19