6 voorlezergestoelte. Deze opstelling is anders dan wij zouden verwachten. Nor maal zou zijn een preekstoel op de mid- denas van het koor. De ongebruikelijke situatie moet ontstaan zijn bij de aan bouw van de consistorie. De grondoor- Interieur van de kerk voor de afbraak van het koor in 1902 zaak moet gezocht worden in een ge brek aan ruimte. Rechts vooraan op de interieurfoto bevindt zich nog een stukje van de pilaar met een gedeelte van de gaanderij tot vermeerdering van de mans zitplaatsen. Zo te zien werd deze ge bouwd tegen de noordzijde van het schip. Het schip omstreeks 1900 Zo te zien waren er aan de noord- en zuidzijde van het schip galerijen gebouwd. Aan de westzijde van het kerk gebouw bevond zich ook een galerij. Hierboven een gestukadoord wit vlak met de Tien Geboden in gouden letters op de muur van het oude schip, dus aan de zijde van de Korte Ring.21 Een inventaris van de kerkelijke goede ren uit 1898 geeft details over het aan wezige kerkmeubilair.22 De westzijde Aan de westzijde bezat het gebouw een nauwelijks boven het dak uitstekend torentje. Vóór het westfront een portaal van geringe diepte. Vergroting van het gebouw overwogen Eind 1892 wordt in de notulen van de kerkvoogden voor het eerst gesproken over een eventuele vergroting en de wijze waarop die zou kunnen plaatsvin den. Zoals gebruikelijk in dergelijke gevallen, besloot men dat bij naburige gemeenten gekeken zou worden om ideeën op te doen. Een bezoek aan het eiland Overflakkee kwam hiervoor het (Foto Gemeentearchief Schouwen-Duiveland, Zierikzee) meest in aanmerking. De kerkgebouwen in Nieuwe Tonge en Sommelsdijk zou den het doel van de reis zijn. De kerk voogdij wilde zich tijdens deze tocht laten vergezellen van een deskundige. In eerste instantie was over het pro bleem nagedacht door de plaatselijke timmerman/aannemer Marinus Krijger (geboren 1844), tevens diaken van de kerk. Als voorbereiding liet Krijger schet sen zien van bij hem bekende kerken en hij wees daarbij de kerkvoogden op de zwakke punten van de situatie in hun kerk. De bijeenkomst waarop dit gebeur de, gaf blijkbaar voldoende inzicht want men besloot van de 'studiereis' af te zien. Krijger kreeg de opdracht een schets of plan op te maken. Een paar dagen nadien blijken kerkvoogden te besluiten tot het aanbrengen van een 'lokaliteit' aan de noordzijde van het gebouw. Een raadpleging van de aanwe zige tekeningen in het archief van de kerkvoogdij leerde dat slechts één teke ning voldoet aan dit uitgangspunt: een uitbreiding aan één zijde van de kerk ter vergroting van het aantal zitplaatsen. Eerste verbouwingsplan Krijgers eerste plan voorzag in een uit breiding aan de zuidkant van de kerk. In het verlengde van de westmuur zou een muur gebouwd worden van negen meter, daarop loodrecht aansluitend over een lengte van 24 meter oostwaarts, om te eindigen bij de absis van het koor met een muur van tien meter. De aanbouw betrof dus een uitbreiding van het hele zuidelijke schip en het koor zonder de koorsluiting. Hierdoor zouden 324 extra plaatsen in het aldus gevormde kerkge bouw ontstaan. Het aan de burgerlijke gemeente behorende deel bleef buiten schot. De zitplaatsen zijn ingetekend. Er was tevens een inwendige vrije ruimte aan de noordzijde gedacht, die zich uit strekte over één travee van het oude koor en een klein gedeelte van het nabu rige travee van het schip; vermoedelijk zou deze ruimte bestemd worden voor de preekstoel en het doophek. Deze tekening is door Krijger in 1893 gemaakt en was in de eerste plaats bedoeld om een inzicht te krijgen in de mogelijkheid om in het aantal benodigde zitplaatsen te voorzien. Halverwege 1893 schreef men enkele adressen aan voor geldelijke ondersteu ning, met name het fonds van nood lijdende kerken, de koningin en de ambachtsheer. Het blijkt dus dat aan een uitbreiding aan de zuidkant is gedacht, dan wel omge keerd aan de noordkant. Van beide ideeën is afgezien, naar wij aannemen omdat die te weinig fraai en doelmatig zouden zijn. Er gaan jaren voorbij voor dat er een nieuw plan van Krijger voor de kerkvergroting op tafel komt. Een tweede plan Uit de stukken blijkt dat vervolgens een tweede plan gemaakt is. Uit de enkele aantekeningen van de kerkvoogden over deze kwestie blijkt dat Marinus Krijger en zijn zoon Jan Machiel Krijger (geboren 1874) zich intensief met deze zaak heb ben bemoeid, zowel wat de plannen betreft als het opmaken van het bestek en de tekeningen. Ook werd een beroep gedaan op J.H. Hannink, architect te Goes, als deskundige.23 Er is een ontwerp voor de kerkvergroting bewaard, ongesigneerd en zonder datum. Bij de uitvoering zou het schip blijven bestaan, maar het oude koor wor den opgeofferd. Dit koor zou worden ver vangen door nieuwbouw, een forse oost- bouw dwars op het schip, waardoor het gebouw een T-vorm zou krijgen. Dit bleek het model waarmee men uit de voeten kon. De preekstoel en het orgel zijn midden tegen de oostzijde van de

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2002 | | pagina 6