Bouwen voor gierzwaluwen te Baarland 11 P.W. VAN SETERS Enkele jaren geleden werd de Stichting Oude Zeeuwse Kerken door de Vogelbe scherming benaderd met de vraag om weer mogelijkheden te creëren voor het nestelen van gierzwaluwen in de kerk te Baarland. Daaraan wil het bestuur met alle plezier voldoen. In het nieuwe tienjaren-onderhoudsplan is ruimte gemaakt voor het aanbrengen van faciliteiten om de gierzwaluwen weer terug te krijgen in de kerk. Komende win ter zal het werk worden afgerond, zodat in de zomer van 2003 weer gierzwalu wen kunnen nestelen. Of ze daadwerke lijk terugkomen, moeten we afwachten. Zo nodig worden er de komende jaren maatregelen genomen om ze te lokken met geluiden. De gierzwaluw De gierzwaluw (apus apus) heeft een lengte van ca. 17 cm, een vlucht van ca. 40 cm en een gewicht van ca. 42 gram. De vogel heeft een ankervormig silhouet en is bruinzwart van kleur. Gierzwaluwen eten grote hoeveelheden vliegende insecten; per 'gezin' per dag tienduizend tot wel vijftigduizend stuks. Ze horen bij de natuur van stad en dorp en dragen in niet geringe mate bij aan het 'zomergevoel'. Ze zijn beschermd en vallen onder de Vogelwet. Hun nesten, die ze 's winters bouwen, mogen dus niet verstoord worden. Gierzwaluwen zijn van oorsprong rots bewoners. In ons land, zonder rotsen, moeten ze nestelen in gebouwen van steen. De eerste gierzwaluwen versche nen in onze lage landen in de Romeinse tijd, toen hier voor het eerst stenen gebouwen verrezen. In de Middeleeuwen kwam de gierzwaluw al veelvuldig voor. Daarvan getuigen ingemetselde tegels met ronde openingen in vroeg-gotische gebouwen als het franciscanessenkloos- ter te Elburg. De overbevolkte steden, de grachten en open riolen moeten onvoor stelbare hoeveelheden insecten hebben aangetrokken, dus voedsel was er voor de gierzwaluw in overvloed. Eeuwenlang leek het prima te werken: de mens zorgde voor onderdak en de gierzwaluw ruimde de insecten op. Tot dat die samenwerking eenzijdig werd opgezegd. Strakkere bouwstijlen, platte daken, nieuwe bouwmaterialen, verande- De kerk te Baarland. (Foto P.W. van Seters) rende binnensteden en dorpskernen deden de laatste decennia de nestgele genheid in hoog tempo verdwijnen. Jaar na jaar keren de gierzwaluwen terug naar hun nest, en vele generaties blijven naar diezelfde plek komen. Als die plek verdwenen is, door sloop of anderszins, dan blijven de vogels soms nog jaren zoeken. Vier maanden per jaar zijn ze aanwezig. Vanuit Afrika komen ze naar onze stre ken. Na maanden van onafgebroken vlie gen rusten ze pas als ze geland zijn op hun eigen vertrouwde nest. Aan die nestplaats zijn ze zo trouw dat ze ware huisvrienden worden. Ze leggen gemid deld zo'n achtduizend kilometer af om op hun vaste plek te komen. In de pakweg honderd dagen dat hij hier verblijft, vangt de gierzwaluw miljoenen insecten, waarbij hij voortdurend een vliegsnelheid van meer dan 100 km per uur aanhoudt en zelfs slapend kan vlie gen. Dat laatste doet hij op een hoogte van ca. drie kilometer. Al die eigenschap pen maken de gierzwaluw ook voor de mens in de eenentwintigste eeuw tot een fascinerende medebewoner. De kerk De kerk te Baarland heeft een dak met leien. Wij zullen daarom uit lood kapjes moeten laten maken met een vlieggat, ter vervanging van leien. Er wordt een gat geboord in het dakbeschot en daar achter komt een eenvoudig houten nest kastje. Gierzwaluwen nestelen in flinke groepen en er moeten minimaal tien tot twaalf kastjes komen. Deze aantallen zullen we zeker maken en als er ruimte is, zelfs meer. Gierzwaluwen houden hun nest goed schoon en vervuilen de omge ving niet. Ze veroorzaken ook in andere opzichten geen enkele overlast. De nestjes moeten komen aan de noord zijde omdat in de zomer de zon niet tegen het dak mag schijnen; de jonge vogels kunnen namelijk niet tegen de hitte. De steile kap in Baarland is dus zeer geschikt. De vogels laten zich als het ware uit het nest vallen en vliegen dan weg. Er moet daarom minstens drie meter vrije valruimte zijn. Voor het invlie gen mogen er geen belemmeringen zijn bij het dak. De kerk voldoet aan al deze voorwaarden. De gierzwaluwenkalender Ca. medio april, aankomst. De gierzwa luwen arriveren, doorgaans tegen de avond. Als eerste de broedvogels. Ca. 1-20 mei, broedtijd (ca. 20 dagen). Er komen steeds meer gierzwaluwen terug, de vogels zonder nestplaats arri veren nu ook. Bij slecht weer (dus weinig vliegende insecten) trekken de niet-broe- ders weg. Broedvogels blijven bij slecht weer op de nesten. Als het lang achter een blijft regenen, trekken zij ook weg en laten ze de eieren in de steek. Zijn de eieren bij terugkomst te ver afgekoeld, dan worden er nieuwe gelegd nadat de oude uit het nest zijn gewerkt. Mannetjes en vrouwtjes broeden om beurten. Ca. 10 juni - 20 julinesttijd (ca. 42 dagen). De laatste niet-broedende vogels arriveren, de kolonie is nu com pleet. De jongen worden geboren, de ouders voeren met tussenpozen van drie kwartier tot een uur. Ze foerageren hoog boven de nestplaats, vaak niet waar neembaar met het blote oog. De niet-broeders trekken overdag naar gebieden waar veel insecten zijn. 's Mor gens en 's avonds zijn ze terug in de broedgebieden en voeren ze giervluch- ten uit langs de nesten. Soms blijven ze even bij een nestopening hangen en schreeuwen om te controleren of het nest bezet is. De broedvogels geven ant woord. Ook als de eieren al uitgebroed zijn, blij ven de broedvogels bij slecht weer zo

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2002 | | pagina 11