7
het uitwijken. Ondanks alle grote som
men gelds die besteed zijn aan eerdere
renovaties is de toestand allertreurigst.
Veelzeggend is de inhoud van de brief
die dominee A. la Motthe namens de
kerkenraad aan het stadsbestuur richt.
hier üt be grave meestere
codeeridvs Jvrbach inSinb.v
beven dienardeis goddlickbn
■voordts in dese ghemeinte van
Arnemviden stbrb den 10ivni
int iabr !$j)%
Afbeelding van de grafzerk van Godefridus Zurbach,
de tweede predikant van Arnemuiden, in de kerk.
Achttiende-eeuwse tekening. (ZA, ZG, Zl, II, 50)
Een gedeelte van deze brief: "Het heilig
dom is genoegzaam buiten staat om er
het heilig dienstwerk te verrichten. Naast
de ondichtheid der ramen en de menig
vuldige reten en garren in het dak, waar
door de regen, sneeuw en wind passe
ren kunnen, zijn er niet alleen scherpe
en gezondheid benadelende tochten en
winden binnen in de kerk, maar ook van
de zitplaatsen zijn vele onbruikbaar,
gelijk nog onlangs gebleken is, wanneer
de kussens, stoelen en gemene banken
zodanig besneeuwd waren dat zij zonder
bederf van het gewaad niet konden
bezeten worden."
"Het is thans in veertig jaar dat de kerk
niet is schoongemaakt, waardoor de
pilaren en muren een seer afschuwelijke
en lelijke couleur en gedaante gekregen
hebben. En eindelijk is hier bijgekomen
een seer schromelijk gerucht dat de
toren en de kerk staan in te storten.
Onder de godsdienst valt er gedurig het
een en het ander neder, dan eens op het
lijf dan besijden hetselve. twelk de toe
hoorders het oog met een betrokken en
strak aangezicht derwaarts doet heen
wenden."
Het stadsbestuur laat daarop een
inspectierapport opstellen door de stads
architect van Middelburg. De inhoud van
Het gedenkteken opgericht door Dirk van Deelen,
van 1642 tot 1671 burgemeester van Arnemuiden,
in de kerk. Achttiende-eeuwse tekening. (ZA, ZG, Zl,
II, 53)
het rapport is zo schrikbarend dat het
stadsbestuur besluit de Staten van Zee
land vergunning te vragen om de kruis
kerk af te breken en een kleinere nieuwe
kerk te bouwen met een toren op de
westelijke gevel. Tot dekking van de kos
ten zal het twee eeuwen oude carillon
worden verkocht. De kosten van het
nieuwe kerkgebouw worden per saldo
geraamd op tweeduizend ponden
vlaams 12.000,-).
De kerkenraad toont zich echter zeer
ontsteld over de plannen van het stads
bestuur. De notulen vermelden: "De
broeders, dit voorstel gehoord hebben
de, zijn alle (op een na) seer aangedaan
geweest en hebben met smerte betuigd
dat dit ontwerp hun en de gansche
gemeente gevoelig trof, van harte wen-
schende om soo een aangenaam ge
bouw en klokkenspel te mogen behou
den, hetwelk, soo er behoorlyke repara
tie aan gedaan wierd, de eeuwen verdu
ren kan." De grote bezwaren van de
kerkenraad leiden ertoe dat predikant La
Motthe zelf gaat collecteren langs de
huizen in Middelburg en andere steden.
De collecte brengt de formidabele som
op van 1.450 8.700,-). Het wachten
is daarna op aanvullende subsidie van
de provincie. Ondertussen wordt de toe-
p*3
O
7 c
0 O O - G—
Bi i CE
Plattegrond met de oudste grafzerken in de kerk van
Arnemuiden. Achttiende-eeuwse tekening in Oost-
Indische inkt. (ZA, ZG, Zl, II, 45)
stand van het kerkgebouw nóg zorge
lijker als op 18 februari 1756 de muren
van de kruiskerk tengevolge van een.
aardbeving scheuren.
Pas begin 1758 besluiten de Staten van
Zeeland het ontbrekende bedrag uit 's
lands kas bij te betalen. Daarna kan in
april 1758 het grootscheepse herstel van
kerk en toren beginnen. De materialen
komen aan met vaartuigen. Voor het los
sen van deze schuiten wordt de zate
voor de kaai uitgediept. Gedurende de
gehele zomer zijn kerk en toren in res
tauratie. In het najaar is de restauratie
afgerond, de kerk schoongemaakt en de
muren gewit. Het stadsbestuur besluit
ook een gebaar te maken en de aan
schaf van 192 nieuwe stoelen te betalen.
De kruiskerk in de Franse tijd
Veertig jaar na de grote restauratie slaat
de Franse revolutie over naar ons land.
De zogenaamde Franse tijd begint in
1795 en duurt tot in mei 1813. Dit is ook
merkbaar in Arnemuiden. Op 20 maart
O
O
0 i-