13 bochten. Verder de aanschaf van zestig nieuwe stoelen; de bestaande waren versleten, te laag en niet te repareren. De luifel boven het grote bocht bij de preekstoel benam te veel licht, zo werd gezegd, de kolommetjes zullen worden Plattegrond van de kerk, circa 1840. Tekening door L.Ph. (Borsele, archieven hervormde gemeente Ovezande) afgezaagd, waarna alles netjes zal wor den hersteld. Met het ontdoen van luifel en pilaren werd tevens een symbool van de ongelijkheid in de kerk verwijderd. De luifel diende om de tocht te weren onder het raam. De kerk zal gereinigd worden en gewit met steenkalk. Voorts zal het klokportaal volgetimmerd worden met planken beschot. Na de verbouwing was het portaal vergroot en er kwamen twee toegangsdeuren naar het schip in plaats van vroeger alleen één via de rechterdeur. De vloer van de kerk bevond zich bene den de begane grond. Het was nodig die een halve meter met zuiver zand en puin te verhogen. De tuin kreeg een planken vloer. Tot zover de voornaamste bepalin gen uit het bestek. Samengevat Voor zover wij kunnen nagaan, blijkt de middeleeuwse kerk vóór 1837 nog niet veel wezenlijke veranderingen te hebben ondergaan. Bij de inrichting voor de gereformeerden of later zullen de muur- de Lannee de Bétrancourt. schilderingen overgewit zijn. Voor 1818 moet de koorsluiting afgebroken zijn, waarvoor een hoog gotisch raam in de oostgevel in de plaats kwam. Tot in 1837 bleef de bouwkundige toestand van het kerkje in grote lijnen gehandhaafd. Toen echter vond een stijlverminking plaats door het verbreden van de gotische spitsramen in de lengtegevel, voorts de afbraak van het transept en de oude sacristie. Bovendien werd de eiken betimmering van de kap in het schip door een zoldering aan het oog onttrok ken. De onderverdeling die was toege past bij de wanden en het gewelf ver dwenen. Het oude kerkgebouw verloor zijn eigensoortige schoonheid. Het zou plaatsmaken voor een bouwwerk in moderne rationalistische trant. Met recht kon worden gesproken van een 'buiten gewone' herstelling! In 1846 werd de kerk dan ook 'een zeer verbeterd gebouw' genoemd. Ten slotte moet tussen 1840 en 1885 een moderne consistoriekamer tegen de oostgevel aangebouwd zijn, hetgeen een verdere afbreuk aan het oude gegeven zal betekenen. Geen wonder dat Mulder de kerk in Ovezande als onbeduidend zal bestempelen, te onbeduidend om op te meten, te meer daar hij uitwendig geheel bepleisterd was. De campagne 1885-1887 In de jaren 1885-1887 was er sprake van herstel van het gehele gebouw. Het had te lijden gehad van vocht. Het dak, de goten, het muurwerk buitenom en bin nenin (voorkerk en kerk) zouden onder handen genomen worden. Men begon met twee rijen zijbochten aan te beste den, die in de plaats zouden komen van Plattegrond van de kerk na uitvoering van de voorgestelde verbouwing, circa 1840. Tekening door L.Ph de Lannee de Bétrancourt. (Borsele, archieven hervormde gemeente Ovezande)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 2003 | | pagina 17